ECLI:NL:TADRAMS:2023:235 Raad van Discipline Amsterdam 23-457/A/NH
ECLI: | ECLI:NL:TADRAMS:2023:235 |
---|---|
Datum uitspraak: | 18-12-2023 |
Datum publicatie: | 22-12-2023 |
Zaaknummer(s): | 23-457/A/NH |
Onderwerp: | Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk |
Beslissingen: | Beslissing op verzet |
Inhoudsindicatie: | Verzet ongegrond. |
Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 18 december 2023
in de zaak 23-457/A/NH
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter
van de raad van discipline van 11 september 2023 op de klacht van:
klager
over:
verweerder
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 22 maart 2023 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het
arrondissement Noord-Holland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 5 juli 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk ks/ds/23- 133/2229415
van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 11 september 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van
de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze
beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4 Op 12 september 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van
de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op diezelfde datum ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 6 november 2023. Daarbij
waren klager en verweerder aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het
verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en
van het verzetschrift. Daarnaast heeft de raad kennisgenomen van de nagezonden stukken
van verweerder van 21 september 2023 en van klager van 3 oktober 2023.
2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
2.2 De voorzitter heeft in haar beslissing overwogen dat klager niet nader had
onderbouwd met stukken dat hij een telefoongesprek heeft gevoerd met verweerder. De
voorzitter heeft ook overwogen dat op grond van de stukken niet kan worden vastgesteld
wat de inhoud van het betreffende telefoongesprek is geweest. Klager komt hier in
verzet tegenop. Hij stelt dat wel degelijk bewijs is geleverd van het telefoongesprek
met verweerder en verwijst daartoe naar de belgeschiedenis op de factuur van Ziggo
(de telefoonmaatschappij). Dat de telefoonmaatschappij de inhoud van het telefoongesprek
niet meer kan leveren, is niet aan klager te wijten.
Ook is de stelling van verweerder dat er in december 2020 geen algemene ledenvergaderingen
hebben plaatsgevonden onjuist. Die vergadering is er volgens klager wel geweest, namelijk
digitaal.
2.3 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet
niet op.
3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad
naar de beslissing van de voorzitter.
4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een
gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld
of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als
de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing
heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad ziet op grond van de stukken en de door klager op zitting gegeven toelichting
geen aanleiding om aan de juistheid van de beslissing van de voorzitter te twijfelen.
De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klachtonderdelen de juiste maatstaf
toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het
geval. Klager heeft niet duidelijk vermeld op welke specifieke punten de voorzittersbeslissing
op een verkeerde grondslag en een verkeerde lezing van de feiten berust. In zijn verzetschrift
heeft klager zijn stellingen herhaald zoals hij die ook in zijn klacht heeft geformuleerd,
maar de onderbouwing daarvan ontbreekt. Het enkel verwijzen naar de belgeschiedenis
op de factuur van Ziggo is (nog steeds) onvoldoende. De voorzitter heeft de klacht
dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe
relevante gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de
klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.
BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus beslist door mr. M.V. Ulrici, voorzitter, mrs. K.C. van Hoogmoed en N.M.K. Damen, leden, bijgestaan door mr. K.J. Verschueren als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 18 december 2023.
Griffier Voorzitter
Verzonden op: 18 december 2023