ECLI:NL:TADRAMS:2023:144 Raad van Discipline Amsterdam 23-011/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2023:144
Datum uitspraak: 14-08-2023
Datum publicatie: 17-08-2023
Zaaknummer(s): 23-011/A/A
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Ongegrond verzet

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 14 augustus 2023
in de zaak 23-011/A/A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 20 februari 2023 op de klacht van:
  
klager

over:

verweerder


1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1    Op 14 oktober 2021 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2    Op 5 januari 2023 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 1549580/JS/FS van de deken ontvangen. 
1.3    Bij beslissing van 20 februari 2023 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4    Op 15 maart 2023 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.
1.5    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 19 juni 2023. Daarbij waren klager en verweerder aanwezig. 
1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift.

2    VERZET
2.1    Klager heeft gemotiveerd verzet ingediend tegen de voorzittersbeslissing. Volgens klager is de voorzittersbeslissing niet juist. Klager heeft ter zitting geluidsfragmenten en beelden op zijn IPad getoond, die volgens klager de onjuistheid van de voorzittersbeslissing aantonen. 
2.2    Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op. 

3    FEITEN EN KLACHT
3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

4    BEOORDELING
4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2    De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. De geluidsfragmenten die klager ter zitting heeft laten horen en het ter zitting getoonde beeldmateriaal, zijn naar het oordeel van de raad verder niet relevant voor de klacht die voorligt.  
4.3    Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren. 

BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. W. Aardenburg, voorzitter, mrs. A.Ch.H. Franken en L.C. Dufour, leden, bijgestaan door mr. N. Borgers-Abu Ghazaleh als griffier en uitgesproken in het openbaar op 14 augustus 2023.

Griffier    Voorzitter

Verzonden op: 14 augustus 2023