ECLI:NL:TNORARL:2022:8 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/397192 / KL RK 21-186

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2022:8
Datum uitspraak: 06-04-2022
Datum publicatie: 14-06-2022
Zaaknummer(s): C/05/397192 / KL RK 21-186
Onderwerp:
  • Personen- en Familierecht, subonderwerp: Nalatenschap
  • Personen- en Familierecht, subonderwerp: Testamenten
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: De kamer overweegt dat, zoals de notaris ook stelt, het voeren van een gescheiden administratie en het verlenen van een jaarlijkse decharge een vereiste is dat voortvloeit uit het levenstestament van erflater. Klager is bij dat testament geen belanghebbende en het is niet een verplichting die jegens hem geldt. Klacht op alle onderdelen ongegrond.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:         C/05/397192 / KL RK 21-186

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[naam klager]

wonende te [plaats],

tegen

[naam notaris]

notaris te [vestigingsplaats].

Partijen worden hierna respectievelijk klager en de notaris genoemd.

1.         Het verloop van de procedure

1.1.      Het verloop van de procedure blijkt uit

  • de klacht, met bijlagen, van 6 december 2021;
  • het verweer van de notaris van 20 januari 2022.

1.2.      De klachtzaak is ter zitting van 18 maart 2022 behandeld, waarbij zijn verschenen klager enerzijds en de notaris anderzijds. Beiden hebben het woord gevoerd aan de hand van spreekaantekeningen.

2.         De feiten

2.1.      Klager is de broer van mevrouw [naam erflaatster] (hierna: erflaatster). Erflaatster heeft op 17 januari 2017 een testament opgesteld. In het testament benoemt zij haar partner de heer [naam erflater] (hierna: erflater) tot enig erfgenaam. In het testament is een tweetrapsmaking opgenomen. Deze luidt,:

(…)

HOOFDSTUK 3. TWEETRAPSMAKING

De hierna te noemen erfgenamen erven onder een ontbindende en een daarop

aansluitende opschortende voorwaarde die hierna zijn omschreven.

1. Bezwaarde

Mijn partner is erfgenaam onder ontbindende voorwaarde en wordt ‘bezwaarde’ genoemd.

De bezwaarde is erfgenaam onder de ontbindende voorwaarde dat de bezwaarde overlijdt en op dat moment minimaal een van de hierna onder 2 genoemde verwachters nog in leven is.

2. Verwachters

De erfgenamen onder opschortende voorwaarde zijn:

1. voor het vier vijfde (4/5) gedeelte van mijn nalatenschap:

mijn broer, de heer [klager], voornoemd,

(…)”

Verder is in het testament opgenomen, voor zover relevant:

“(…)

6. Beschrijving en administratie

De bezwaarde is verplicht binnen één jaar na mijn overlijden in een notariële akte een beschrijving te maken van alle goederen en schulden die hij uit mijn nalatenschap heeft verkregen. (…)

De bezwaarde is verplicht het bezwaarde vermogen afzonderlijk van zijn eigen vermogen te administreren en te beleggen.

(…)

8. Bevoegdheden en verplichtingen bezwaarde

(…)

g. Verteren

De bezwaarde heeft het recht, zonder toestemming van de verwachters, de goederen

van mijn nalatenschap te vervreemden en te verteren. Dat geldt ook voor dat wat

daarvoor na vervreemding in de plaats is gekomen.

De bezwaarde is niet verplicht zijn eigen vermogen te verteren voordat hij inteert op het

bezwaarde vermogen.

(…)”

2.2.      Erflaatster is overleden op 10 maart 2017.

2.3.      Op 4 november 2019 is een akte van boedelbeschrijving bij tweetrapsmaking opgemaakt in de nalatenschap van erflaatster.

2.4.      Erflater had een levenstestament waarin hij zijn dochter mevrouw [naam gevolmachtigde] (hierna: de gevolmachtigde) heeft gevolmachtigd. Erflater is overleden op 13 mei 2020.

De gevolmachtigde is tevens mede-erfgenaam van erflater.

2.5.      De notaris heeft, als bestuurder van de [naam stichting], gehandeld als executeur/afwikkelingsbewindvoerder in de nalatenschap van erflater.

2.6.      Klager heeft op 29 juli 2021 een akkoord verklaring bezwaard vermogen ondertekend.

3.         De klacht en het verweer

3.1.      Klager verwijt de notaris het volgende:

1. de notaris heeft bij de afhandeling van de erfenis verzuimd te controleren of de bewindvoerder zich wel heeft gehouden aan hetgeen in het testament van erflaatster was bedongen, waaronder het voeren van een gescheiden administratie en het verkrijgen van een jaarlijkse decharge van erflater;

2. de notaris heeft de door de bewindvoerder verschafte gegevens gebruikt om tot een boedelbeschrijving te komen en een vaststelling van het resterend bezwaard vermogen;

3. de notaris heeft niet gereageerd op een bericht namens klager van 16 augustus 2021.

3.2.      Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4.         De beoordeling

4.1.      Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2.      De kamer behandelt de eerste en de tweede klacht gezamenlijk omdat deze met elkaar samenhangen. De kamer begrijpt dat klager met ‘bewindvoerder’ in dit geval de gevolmachtigde bedoelt. Volgens klager had de notaris moeten controleren of er een gescheiden administratie is gevoerd van het bezwaard vermogen en of een jaarlijkse decharge is verleend van de erflater.

De kamer overweegt dat, zoals de notaris ook stelt, het voeren van een gescheiden administratie en het verlenen van een jaarlijkse decharge een vereiste is dat voortvloeit uit het levenstestament van erflater. Klager is bij dat testament geen belanghebbende en het is niet een verplichting die jegens hem geldt.

In het testament van erflaatster is alleen de verplichting opgenomen dat er binnen één jaar na het overlijden van erflaatster een notariële akte met beschrijving moet worden gemaakt van haar nalatenschap en dat erflater het bezwaard vermogen afzonderlijk van zijn eigen vermogen administreert. Dit zijn verplichtingen die op erflater rustten en waar de notaris niet op kan worden aangesproken. De notaris kan alleen bezien of de administratie zoals die door de gevolmachtigde aan haar is gegeven voldoende deugdelijk voorkomt en de notaris heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij dit heeft gedaan.

De klachten zijn daarom ongegrond.

4.3.      De derde klacht ziet erop dat de notaris niet heeft gereageerd op een e-mail bericht van de advocaat van klager, gestuurd op 16 augustus 2021. De notaris erkent dat zij op dat bericht niet heeft gereageerd en heeft hiervoor haar excuses gemaakt. Het enkele niet reageren op een e-mail levert geen klachtwaardig handelen op in de zin van de wet

Ook deze klacht is daarom ongegrond.

5.         De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

- verklaart de klacht op alle onderdelen ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. I.C.J.I.M. van Dorp, voorzitter, mrs. R.C.C. van Leest, M.M.M. Oors,  C.G. Zijerveld en V. Oostra, leden, en in tegenwoordigheid van

mr. A.M. van Gerwen, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 6 april 2022.

De secretaris

 

De voorzitter

     
 

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.