ECLI:NL:TNORARL:2022:23 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/399775/KL RK 22-18

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2022:23
Datum uitspraak: 17-06-2022
Datum publicatie: 30-06-2022
Zaaknummer(s): C/05/399775/KL RK 22-18
Onderwerp:
  • Registergoed, subonderwerp: leveringsakte
  • Registergoed, subonderwerp: Hypotheekakte
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie: Klacht gegrond voor zover geklaagd wordt over uitlatingen van de notaris in een whatsapp-bericht. In dit bericht geeft de notaris in niet mis te verstane bewoordingen aan, dat zij geen van klager afkomstige gelden accepteert, waarbij zij duidelijk zinspeelt op een dubieuze herkomst van die gelden. Deze wijze van communiceren is in strijd met de eer en waardigheid van een notaris. Gelet op omstandigheden geen maatregel.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:         C/05/399775 / KL RK 22-18

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[K.]

Wonend te […]

gemachtigde: S.A.J. van de Wiel,

tegen

[N.],

notaris te […],

gemachtigde: mr. W.A.L.D.I. van Slagmaat.

Partijen worden hierna respectievelijk klager en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit

  • de klacht, met bijlagen, van 9 februari 2022
  • het verweer van de notaris van 7 april 2022.

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 20 mei 2022 behandeld, waarbij zijn verschenen klager en de notaris.

2. De feiten

2.1 Op 19 juli 2021 hebben [D.] en [Z.] (zoon van klager) samen een woning gekocht. De overdracht van de woning stond gepland voor 1 december 2021. Op deze datum zou de akte van levering gepasseerd worden op het kantoor van de notaris.

[D.] heeft van 17 februari 2020 tot en met 2 oktober 2020 stage gelopen op het kantoor van de notaris.

2.2 Eind november 2021 heeft [D.] de notaris laten weten dat de voor de overdracht benodigde gelden verstrekt zouden worden door de vader van [Z.] (thans klager).

2.3 Op 25 november 2021 heeft de notaris aan [D.] per WhatsApp-bericht laten weten:

“Hoi [D1],

Net ben ik even bijgepraat door [R] over jullie transport van 1 december. Je weet hoe ik over [klager] en zijn centen denk. Onder geen beding wordt hier een transport gepasseerd met geld van [klager]. Dus zorg maar dat de hypotheek op tijd rond komt of dat je uitstel krijgt van de kopers want met een lening van [klager] gaat t transport hier NIET door.

(…)

Sorry, het is niet persoonlijk tegen jou gericht maar ik heb genoeg schade geleden in mijn leven door Enige lieden en ik wens daar nooit meer mee geconfronteerd te worden.”

3. De klacht en het verweer

3.1 Klager verwijt de notaris

1. het doen van uitlatingen jegens klager, welke:

- in strijd zijn met de eer en waardigheid van het notarisambt (klachtonderdeel 1);

- een schending inhouden van de geheimhoudingsplicht van de notaris (klachtonderdeel 2);

2. dat zij heeft geweigerd aan haar ministerieplicht te voldoen (klachtonderdeel 3).

3.2 Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling

4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Klachtonderdeel 1)

Uitlating in strijd met de eer en waardigheid van de notaris

4.2.1 De notaris heeft aangevoerd dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht omdat de notaris niet ten opzichte van klager zou hebben opgetreden. Dit verweer wordt verworpen. De gewraakte uitlatingen hebben immers rechtstreeks betrekking op klager, zodat klager een redelijk belang heeft bij de indiening van de klacht op dit punt.

4.2.2 De kamer is van oordeel dat de uitlatingen van de notaris in het WhatsApp-bericht van

25 november 2021 afbreuk doen aan de eer en de waardigheid die de notaris in de uitoefening van haar ambt in acht dient te nemen.

De notaris geeft in bedoeld bericht in niet mis te verstane bewoordingen aan, dat zij geen van klager afkomstige gelden accepteert, waarbij zij duidelijk zinspeelt op een dubieuze herkomst van die gelden. Dit past een notaris niet. De omstandigheid dat het WhatsApp-bericht niet voor klager bedoeld was, brengt in het voorgaande geen verandering.

De klacht zal daarom op dit onderdeel gegrond verklaard worden.

4.3 Klachtonderdeel 2)

Uitlating in strijd met de geheimhoudingsplicht

4.3.1 Klager heeft ook op dit onderdeel van de klacht een redelijk belang.

De geheimhoudingsplicht kan onder omstandigheden wel degelijk ter bescherming van de belangen van derden zoals klager dienen en dit betekent dat het beroep van klager op de geheimhoudingsverplichting van de notaris inhoudelijk getoetst moet kunnen worden. Het daartoe strekkende verweer van de notaris wordt daarom verworpen.

4.3.2 De notaris heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de uitlatingen die zij in het WhatsApp-bericht heeft gedaan aan [D.], zijn gebaseerd op informatie die afkomstig is van [D.] zelf. [D.] heeft deze informatie aan de notaris verstrekt toen [D.] stage liep bij de notaris. Van schending van de geheimhoudingsplicht is daarom geen sprake.

Dit klachtonderdeel zal daarom ongegrond verklaard te worden.

4.4 Klachtonderdeel 3)

De weigering van de notaris om te voldoen aan haar ministerieplicht.

Hier treft het niet-ontvankelijkheidsverweer van de notaris doel. Klager was geen partij bij de voorgenomen transactie. Ook zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken op grond waarvan aangenomen zou moeten worden dat klager een belang had bij de voorgenomen transactie.

Klager zal daarom op dit onderdeel niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn klacht.

4.5De kamer ziet ondanks de gedeeltelijke gegrondverklaring van de klacht geen aanleiding een maatregel op te leggen. Redengevend hiervoor is het geringe gewicht van de bedenking in samenhang met de omstandigheden dat de notaris zelf ook inziet dat zij anders had moeten handelen en niet eerder een tuchtmaatregel opgelegd kreeg.

Wel dient de notaris, gelet op artikel 99 lid 5 Wna, vanwege de gedeeltelijke gegrondverklaring van de klacht aan klager het betaalde griffiegeld terug te betalen. Klager dient daarvoor tijdig, schriftelijk een rekeningnummer door te geven aan de notaris.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:

- verklaart de klacht ten aanzien van klachtonderdeel 1 gegrond;

- verklaart de klacht ten aanzien van klachtonderdeel 2 ongegrond;

- verklaart klager niet-ontvankelijk in klachtonderdeel 3;

- bepaalt dat de notaris klagers het door klagers betaalde griffierecht van € 50,00

vergoedt op de wijze als onder 4.5 bepaald.

Deze beslissing is gegeven door mrs. I.C.J.I.M. van Dorp, voorzitter, R.C.C. van Leest, M.M.M. Oors, H.R. Grievink en V. Oostra, leden, en in tegenwoordigheid van

mr. M.J. Derksen, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 17 juni 2022.

 

De secretaris

 

De voorzitter

     
 

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.