ECLI:NL:TNORARL:2022:14 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/400583 / KL RK 22-21

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2022:14
Datum uitspraak: 10-05-2022
Datum publicatie: 14-06-2022
Zaaknummer(s): C/05/400583 / KL RK 22-21
Onderwerp: Personen- en Familierecht, subonderwerp: Nalatenschap
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: De klacht is ongegrond. De notaris heeft aan de hand van feiten en omstandigheden aannemelijk gemaakt dat hij de wilsbekwaamheid van erflaatster naar behoren heeft beoordeeld. Gelet op de verklaring van de notaris en de beschikking van de kantonrechter heeft klager onvoldoende onderbouwd dat er bij de notaris wel gerede twijfel had moeten zijn over de wilsbekwaamheid van erflaatster ten tijde van het opstellen en passeren van (levens)testament.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:         C/05/400583 / KL RK 22-21

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[naam klager]

wonende te [woonplaats],

klager,

tegen

mr. [naam notaris],

notaris te [vestigingsplaats].

Partijen worden hierna respectievelijk klager en de notaris genoemd.

1.         Het verloop van de procedure

1.1.      Het verloop van de procedure blijkt uit

  • de klacht, met bijlagen, van 24 juni 2021;
  • het verweer van de notaris van 24 augustus 2021;
  • de beslissing van de voorzitter van 14 oktober 2021;
  • het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van 26 oktober 2021;
  • de beslissing op verzet van 18 februari 2022.

1.2.      De klachtzaak is ter zitting van 8 april 2022 behandeld, waarbij zijn verschenen klager enerzijds en de notaris anderzijds. Klager heeft het woord gevoerd aan de hand van pleitaantekeningen.

2.         De feiten

2.1.      Klager is de neef van [naam erflaatster] (hierna: erflaatster).

2.2.      Erflaatster heeft op 14 januari 2021 een levenstestament en een testament laten opstellen en passeren door de notaris. In het levenstestament heeft zij een volmacht verleend aan de heer [naam] en mevrouw [naam] om alle rechtshandelingen als algemeen gevolmachtigde te verrichten. De gevolmachtigden zijn alleen gezamenlijk bevoegd.

2.3.      Erflaatster was ten tijde van het opstellen van het levenstestament en het testament opgenomen in het Martini ziekenhuis te Groningen. Eind januari 2021 is erflaatster van het ziekenhuis naar het Zorghotel van de Leyhoeve gegaan.

2.4.      Op 1 februari 2021 heeft klager een brief gestuurd aan de notaris waarin hij vragen stelt over de situatie rondom het opstellen van het levenstestament. De notaris heeft daarop op 2 februari 2021 gereageerd.

2.5.      Bij beschikking van 4 maart 2021 van de rechtbank Noord-Nederland is het verzoek van klager en zijn vader de heer [naam] om erflaatster onder curatele te stellen, afgewezen. De kantonrechter heeft daartoe, voor zover relevant, als volgt overwogen:

De kantonrechter stelt ten eerste vast dat er geen stukken zijn overgelegd waaruit blijkt dat er bij betrokkene sprake is van dementie. Ook zijn er geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat betrokkene gelet op haar geestelijke situatie niet in staat was of is een levenstestament op te stellen. Betrokkene heeft ter zitting duidelijk haar wil kenbaar gemaakt, welke wil in lijn is met het opgestelde levenstestament. Het is de kantonrechter hierdoor voldoende duidelijk geworden dat betrokkene bewust een levenstestament heeft opgesteld ter voorkoming van het instellen van een curatele, en ter voorkoming dat haar financiën door [naam] worden beheerd.”

2.6.      Erflaatster is op 17 maart 2021 overleden.

3.         De klacht en het verweer

3.1.      Klager verwijt de notaris dat hij onvoldoende zorgvuldigheid in acht heeft genomen bij het opstellen en passeren van het levenstestament en testament van erflaatster. De klacht valt uiteen in de volgende onderdelen:

- de notaris heeft erflaatster maar één keer bezocht, namelijk op 14 januari 2021;

- het is onduidelijk hoe de notaris heeft vastgesteld of erflaatster wilsbekwaam was;

- het is onduidelijk wie de afspraak voor erflaatster heeft gemaakt;

- de notaris heeft door het opstellen van het levenstestament en het daarin opnemen van de heer [naam] als gevolmachtigde ervoor gezorgd dat de heer [naam] kon profiteren van het overlijden van erflaatster.

3.2.      Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4.         De beoordeling

De norm

4.1.      Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2.      De norm van zorgvuldigheid wordt, als het gaat om het bepalen van wilsbekwaamheid door de notaris, onder meer ingevuld door het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid (hierna: Stappenplan) zoals vastgesteld door het bestuur van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) in 2006.

4.3.      Het Stappenplan geeft een opsomming van zogenaamde indicatoren (hierna: de

indicatoren) aan de hand waarvan de notaris in de eerste plaats bepaalt of nader onderzoek

naar de wilsbekwaamheid noodzakelijk is. Indien dat het geval is, spelen de

indicatoren vervolgens ook een rol bij de vraag hoe, in hoeverre en door wie dit nader

onderzoek ingesteld dient te worden.

4.4.      Met andere woorden, het is volgens het Stappenplan mogelijk dat een notaris de

indicatoren van het Stappenplan toepast en aan de hand daarvan tot de conclusie komt

dat nader onderzoek naar de wilsbekwaamheid niet noodzakelijk is.

Inhoudelijk

4.5.      Volgens klager was erflaatster op 14 januari 2021 niet meer in staat om haar wil te bepalen en is het levenstestament en het testament daarom niet in overeenstemming met haar wil. Klager stelt dat erflaatster vanaf eind december 2020 al verward was en dat zij in januari 2021 niet meer in staat was om een coherent gesprek te voeren.

4.6.      De notaris stelt zich op het standpunt dat er voor hem geen aanleiding was om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van erflaatster. Zij uitte haar wensen consistent en duidelijk, ondanks dat zij in het ziekenhuis was opgenomen. Voor het toepassen van het Stappenplan moet er sprake zijn van gerede twijfel en die had de notaris niet.

4.7.      De kamer overweegt dat het volgens het Stappenplan in de eerste plaats aan de notaris zelf is, om de wilsbekwaamheid van erflaatster te beoordelen. De notaris heeft aan de hand van feiten en omstandigheden aannemelijk gemaakt dat hij de wilsbekwaamheid van erflaatster naar behoren heeft beoordeeld. De notaris heeft aan de hand van de door hem destijds gemaakte aantekeningen meegedeeld dat hij op 12 en 14 januari 2021 gesprekken heeft gevoerd met erflaatster. Op 12 januari 2021 was erflaatster helder van geest volgens de notaris en kon zij goed vertellen wat haar wensen waren. Toen hij op 14 januari 2021 weer bij erflaatster op bezoek kwam, herkende zij de notaris direct en kon zij haar wensen herhalen waarbij zij niet afweek van wat de vorige keer was besproken. Daardoor had de notaris geen gerede twijfel.

De visie van klager over de wilsbekwaamheid van erflaatster is tegenovergesteld aan die van de notaris. De kamer overweegt dat erflaatster op 19 februari 2021 is verschenen voor de kantonrechter van de rechtbank Nood-Nederland en dat de kantonrechter in de beschikking van 4 maart 2021 heeft overwogen dat erflaatster op de zitting duidelijk haar wil kenbaar heeft gemaakt en dat die wil in lijn is met het opgestelde levenstestament. Gelet op de verklaring van de notaris en de beschikking van de kantonrechter heeft klager onvoldoende onderbouwd dat er bij de notaris wel gerede twijfel had moeten zijn over de wilsbekwaamheid van erflaatster ten tijde van het opstellen en passeren van (levens)testament.

4.8.      Volgens klager heeft erflaatster op 11 januari 2021 niet zelf naar de notaris gebeld om een afspraak te maken. De notaris heeft dat op de zitting erkend.

Dat zou volgens klager een van de redenen zijn om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van erflaatster. De kamer overweegt dat als een persoon is opgenomen in het ziekenhuis het niet ongebruikelijk is dat iemand anders namens die persoon belt om een afspraak te maken. Voor de notaris had dit op zichzelf geen gerede twijfel hoeven te geven.

4.9.      Gelet op het voorgaande acht de kamer de klacht ongegrond.

5.         De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:

  • verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. A.M.S. Kuipers, voorzitter, mr. D.T. Boks en mr. J.A.H. Bruggemann, leden, en in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Gerwen, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2022.

De secretaris

 

De voorzitter

     
 

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.