ECLI:NL:TNORAMS:2022:18 Kamer voor het notariaat Amsterdam 7109026 / NT 22-20 720045 / NT 22-23
ECLI: | ECLI:NL:TNORAMS:2022:18 |
---|---|
Datum uitspraak: | 16-08-2022 |
Datum publicatie: | 12-09-2022 |
Zaaknummer(s): |
|
Onderwerp: | Overig, subonderwerp: Overig |
Beslissingen: | |
Inhoudsindicatie: | Bekrachtiging ordemaatregel ex artikel 27 lid 1 Wet op het notarisambt |
KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT AMSTERDAM
Beslissing in de zaak met nummer 719026 / NT 22-20, op grond van artikel 26 lid 4 tweede volzin, van de Wet op het notarisambt (Wna), de aan de kamer ter verlenging voorgelegde schorsing van 17 mei 2022, door de voorzitter opgelegd, alsmede beslissing in de zaak met nummer 720045 / NT 22-23, op grond van artikel 27 lid 1 Wna, de aan de kamer ter bekrachtiging voorgelegde schorsing van 9 augustus 2022, door de voorzitter opgelegd aan:
mr. [naam notaris],
notaris, gevestigd te [plaats],
gemachtigden: mr. G. van Atten en mr. G.J. Van Oosten, advocaten te Amsterdam,
hierna: de notaris.
1. Het verloop van de procedure
1.1. Bij beslissing van 17 mei 2022 (welke beslissing in kopie is aangehecht en als hier ingelast en overgenomen wordt beschouwd) heeft de fungerend voorzitter van de kamer voor het notariaat de notaris met ingang van 17 mei 2022 te 18:00 uur bij wijze van ordemaatregel ingevolge artikel 26 lid 1 sub a en b Wna geschorst in de uitoefening van het ambt. De kamer heeft deze ordemaatregel bij beslissing van 13 juni 2022 bekrachtigd.
1.2. Ingevolge artikel 26 lid 4 Wna eindigt de schorsing na drie maanden, tenzij de kamer de schorsing voor drie maanden verlengt, reden waarom onderhavige schorsing ter beoordeling aan de kamer is voorgelegd.
1.3. Bij beslissing van 20 juli 2022 (welke beslissing in kopie is aangehecht en als hier ingelast en overgenomen wordt beschouwd) heeft de fungerend voorzitter van de kamer voor het notariaat de notaris met ingang van 9 augustus 2022 te 08:00 uur bij wijze van ordemaatregel ingevolge artikel 27 lid 1 Wna voor onbepaalde tijd geschorst in de uitoefening van het ambt.
1.4. Ingevolge artikel 27 lid 1 Wna dient de kamer laatstgenoemde ordemaatregel binnen vier weken te bekrachtigen, reden waarom onderhavige schorsing ter beoordeling aan de kamer is voorgelegd.
1.5. Op de openbare zitting van 9 augustus 2022 heeft de kamer beide zaken mondeling behandeld. De notaris was aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. G.J. van Oosten (hierna: mr. Van Oosten). Uitspraak is bepaald op heden.
2. De feiten
2.1. De kamer gaat uit van de voor de beoordeling van de beide zaken van belang zijnde feiten en omstandigheden zoals deze zijn vermeld in de beslissing van de kamer van 13 juni 2022 en de beslissing van de voorzitter van 20 juli 2022. Daaraan worden de volgende feiten en omstandigheden toegevoegd.
2.2. De secretaris van de kamer heeft bij e-mail van 28 juni 2022 de OvJ verzocht de kamer uiterlijk 5 augustus 2022 te informeren over de stand van zaken met betrekking tot het opsporingsonderzoek naar (het kantoor van) de notaris. De OvJ heeft bij e-mail van 28 juni 2022 de secretaris van de kamer toegezegd de kamer voor die tijd te berichten. Van de zijde van de OvJ zijn na 28 juni 2022 geen berichten meer door de kamer ontvangen.
2.3. De gemachtigde van de notaris heeft bij e-mail van 8 augustus 2022 aan de kamer het volgende bericht: “Eerder is aangekondigd dat middels een activa-passiva transactie de notarispraktijk een doorstart zou maken. Hiervoor staan inmiddels alle “externe” seinen op groen. OM, BFT en KNB ondersteunen de doorstart. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de transactie documentatie. Partijen werken constructief met elkaar samen. Naar mijn verwachting kan de transactie binnen 10 dagen geformaliseerd worden. Een voorwaarde voor het OM om medewerking te verlenen aan de activa-passiva transactie was onder meer dat door de vennootschap zekerheid zou worden gesteld voor een eventueel in de toekomst verschuldigde boete of te bereiken minnelijke regeling. Ook aan deze voorwaarde heeft notaris mr. [naam notaris] zijn medewerking verleend. De overeenkomst is inmiddels ondertekend en de zekerheid is gesteld door middel van storting van een geldbedrag op rekening van het OM. Op dit moment zie ik geen omstandigheden die de voorgenomen activa-passiva transactie nog zouden kunnen blokkeren. (..)“
3. De beoordeling
3.1. Voor de beantwoording van de vraag of een schorsing bij wijze van ordemaatregel moet worden opgelegd of gehandhaafd, dienen alle omstandigheden in aanmerking te worden genomen, zoals de aard en ernst van de verdenkingen, het maatschappelijk belang en het tuchtrechtelijk verleden van de notaris. In het onderhavige geval is ter beoordeling aan de kamer voorgelegd de verlenging van de ordemaatregel tot schorsing ingevolge artikel 26 lid 1 sub a en b jo lid 4 Wna d.d. 17 mei 2022 alsmede de bekrachtiging van de ordemaatregel tot schorsing ingevolge artikel 27 lid 1 Wna d.d. 20 juli 2022.
3.2. De kamer heeft, ondanks het schriftelijke verzoek daartoe van 28 juni 2022 en het telefonische rappel van 9 augustus 2022, geen nadere informatie aangaande het opsporingsonderzoek van de zijde van de OvJ ontvangen.
3.3. Desgevraagd heeft mr. Van Oosten ter zitting verklaard dat in opdracht van de rechter-commissaris mr. Tarlavski-Reurslag digitaal beslag is gelegd maar dat ook de notaris geen nadere berichten van de OvJ heeft ontvangen. Voorts heeft mr. Van Oosten ter zitting bevestigd dat de activa-passiva transactie met betrekking tot de nieuw op te richten vennootschap van de kandidaat-notaris mr. [naam kandidaat-notaris], waarin volgens de bedoeling van partijen (onder meer) het protocol van de notaris zal worden ondergebracht, aanstaande is zodat de notaris daarna zou kunnen defungeren. Gezien alle omstandigheden is er onvoldoende reden om de schorsing van de notaris ingevolge artikel 26 lid 1sub a en b Wna te laten voortduren, aldus mr. Van Oosten.
3.4. De kamer neemt bij de beoordeling van beide zaken in ogenschouw dat ingeval van een eventuele betermelding van de notaris, de schorsing slechts kan worden beëindigd nadat de kamer daartoe heeft beslist op een door de notaris op grond van artikel 27 lid 1 Wna gedaan verzoek tot opheffing van de door de voorzitter opgelegde schorsing ingevolge artikel 27 lid 1 Wna van 20 juli 2022.
3.5. De kamer gaat er voorts van uit dat, nu geen nieuwe of andersluidende berichten van de zijde van de OvJ zijn ontvangen, het opsporingsonderzoek nog steeds aanhangig is, maar dat bij gebreke aan nadere informatie de ernst van de strafrechtelijke verdenking niet goed is in te schatten en ook onduidelijk is hoe lang die onzekerheid nog zal voortduren. Gelet op het vorenstaande acht de kamer het daarom niet opportuun de maatregel van schorsing ingevolge artikel 26 lid 1 sub a en b juncto lid 4 Wna te verlengen maar acht het wel van belang de maatregel van schorsing ingevolge artikel 27 lid 1 Wna te bekrachtigen.
3.6. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.
BESLISSING
De kamer voor het notariaat:
- verlengt niet de door de voorzitter opgelegde ordemaatregel ex artikel 26 lid 1 sub b juncto lid 4 Wna d.d. 17 mei 2022;
- bekrachtigt de door de voorzitter opgelegde ordemaatregel ex artikel 27 lid 1 Wna d.d. 20 juli 2022.
Deze beslissing is gegeven door mrs. M.V. Ulrici, voorzitter, T.H. van Voorst Vader, E.W. Oosterbaan, leden.
Uitgesproken in het openbaar op 16 augustus 2022 door mr. M.V. Ulrici, voorzitter, in aanwezigheid van de secretaris.
Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam)