ECLI:NL:TGZRSGR:2022:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag D2021/2564
ECLI: | ECLI:NL:TGZRSGR:2022:31 |
---|---|
Datum uitspraak: | 01-02-2022 |
Datum publicatie: | 02-02-2022 |
Zaaknummer(s): | D2021/2564 |
Onderwerp: | Overige klachten |
Beslissingen: | Niet-ontvankelijk |
Inhoudsindicatie: | Klacht tegen huisarts. De klacht is niet duidelijk geworden en voldoet daarmee niet aan de wettelijke eisen. Klacht kennelijk niet ontvankelijk verklaard. |
Kenmerk: D2021/2564
Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft de volgende beslissing
gegeven inzake de klacht van:
A,
wonende te B,
klager,
tegen:
C, huisarts,
werkzaam te B,
beklaagde,
gemachtigde: mr. drs. E.E. Rippen werkzaam te Utrecht.
1. Het verloop van de procedure
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het klaagschrift, ontvangen op 29 maart 2021;
- het aanvullend klaagschrift;
- het verweerschrift.
1.2 De partijen hebben afgezien van de mogelijkheid om in het vooronderzoek mondeling
te worden gehoord.
1.3 Het College heeft de klacht op 21 december 2021 in raadkamer behandeld.
2. De feiten
Klager is tot het voorjaar van 2021 ingeschreven geweest in een huisartsenpraktijk
in B, waar beklaagde vanaf medio 2019 als waarnemend huisarts werkzaam was. Klager
is een aantal keer bij beklaagde op het spreekuur geweest.
3. De klacht
Klager verwijt beklaagde, zakelijk weergegeven, dat zij:
a) informatie vraagt en deelt zonder de toestemming van klager;
b) zich heeft uitgegeven voor zijn vriendin om zo de zaak te beïnvloeden;
c) valse beschuldigingen uit die zij zelf verzonnen heeft.
4. Het standpunt van beklaagde
De beklaagde heeft primair een beroep gedaan op de niet-ontvankelijkheid van klager
en subsidiair de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden.
Voor zover nodig wordt daarop hieronder ingegaan.
5. De beoordeling
In het klaagschrift heeft klager de klachtonderdelen benoemd. Klager is in de gelegenheid
gesteld om zijn klacht te verduidelijken en aan te vullen. Hoewel klager wel een aanvulling
op zijn klacht heeft ingediend, zijn de klachtonderdelen hiermee niet duidelijk(er)
geworden. Zo volgt uit het aanvullende klaagschrift niet wanneer de verweten gedragingen
zich zouden hebben voorgedaan. Klager heeft bovendien geen gebruik gemaakt van de
gelegenheid van het mondeling vooronderzoek om zijn klacht te verduidelijken. Omdat
aldus niet duidelijk is geworden wat klager met de klachtonderdelen bedoelt, is het
voor beklaagde niet goed mogelijk zich tegen de klachtonderdelen te verweren. De klacht
voldoet daarmee niet aan de wettelijke eisen en is om die reden kennelijk niet-ontvankelijk.
6. De beslissing
Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag beslist als volgt:
verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven op 1 februari 2022 door J.T.W. van Ravenstein, voorzitter,
K.M. Volker, lid-jurist, P. Houpt, H.L. de Boer en H.C. Baak, leden-beroepsgenoten,
bijgestaan door T.C. Brand, secretaris.