ECLI:NL:TGZRAMS:2022:190 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/3963

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2022:190
Datum uitspraak: 20-12-2022
Datum publicatie: 20-12-2022
Zaaknummer(s): A2022/3963
Onderwerp: Onheuse bejegening
Beslissingen: Ongegrond, kennelijk ongegrond
Inhoudsindicatie: Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts haar slecht te hebben behandeld door haar te hebben gepest en bespot. Daarnaast verwijt zij de huisarts haar medisch dossier niet te hebben doorgestuurd naar haar huidige huisarts. Het college overweegt dat klaagster en de huisarts verschillende lezingen hebben over hun onderling contact en dat het college niet kan bepalen welke versie de juiste is. In de stukken zijn geen aanwijzingen te vinden die één van beide versies ondersteunen. Dit klachtonderdeel is daarom, wegens het ontbreken van een vaststaande feitelijke grondslag, ongegrond. Daarnaast stelt de huisarts dat zij het medisch dossier van klaagster, hoogstens enkele dagen na de wijziging van huisarts, naar de nieuwe huisarts is opgestuurd. De stukken geven het college geen aanleiding om hier aan te twijfelen.

A2022/3963


REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
IN AMSTERDAM

Beslissing van 20 december 2022 naar aanleiding van de klacht van:

A,
wonende in B,
klaagster,

tegen

C,
huisarts,
werkzaam in D,
verweerster, hierna ook: de huisarts,
gemachtigde: mr. V.C.A.A.V. Daniels, werkzaam in Utrecht.

1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het klaagschrift, ontvangen op 28 februari 2022;
- het verweerschrift.

De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris van het college in gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Daarvan hebben zij geen gebruik gemaakt.

Het college had na het lezen van de stukken geen vragen en geen behoefte aan een verdere toelichting van partijen. Het college heeft de klacht daarom op basis van de stukken beoordeeld.

2. Waar gaat de zaak over?
2.1 Klaagster is van 2003 tot februari 2022 als patiënt ingeschreven geweest in de praktijk waar verweerster werkzaam is als huisarts. Klaagster verwijt de huisarts haar slecht te hebben behandeld door haar te hebben gepest en bespot. Ook beschrijft zij een incident waar de huisarts agressief op klaagster af kwam en haar bijna wilde slaan. Klaagster verklaart hier erg onder geleden te hebben en er nog altijd slapeloze nachten van te hebben. Daarnaast verwijt zij de huisarts haar medisch dossier niet te hebben doorgestuurd naar haar huidige huisarts.

2.2 De huisarts heeft de klacht bestreden. Zij herkent zichzelf niet in de omschrijving van klaagster. Zij betwist dat zij klaagster heeft gepest en bespot. Ook het hierboven omschreven incident kan de huisarts niet plaatsen. De huisarts verklaart dat zij klaagster altijd zo goed en zorgvuldig mogelijk heeft proberen te helpen en behandelen. Verder stelt de huisarts dat het medisch dossier van klaagster naar de nieuwe huisarts is verstuurd.

3. Wat zijn de overwegingen van het college?
3.1 Het college komt tot de conclusie dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het college licht dat als volgt toe.

Ongepast gedrag
3.2 Het college moet in deze zaak beoordelen of de huisarts iets heeft gedaan of gezegd wat niet gepast was. Om over een bepaalde gedraging een oordeel te kunnen geven, moet vast staan dat die gedraging heeft plaatsgevonden. Het college kan dat in dit geval niet vaststellen. De verklaringen van klaagster en de huisarts zijn verschillend. Klaagster heeft zich gepest en bespot gevoeld en op een bepaald moment het idee gehad dat de huisarts haar agressief benaderde. De huisarts ontkent stellig dat zij ooit op een dergelijke manier met klaagster is omgegaan. Zij stelt klaagster altijd zorgvuldig te hebben behandeld. Klaagster en de huisarts hebben dus verschillende lezingen van hun onderling contact en het college kan niet bepalen welke versie de juiste is. In de stukken zijn geen aanwijzingen te vinden die één van beide versies ondersteunen. Dit klachtonderdeel is daarom, wegens het ontbreken van een vaststaande feitelijke grondslag, ongegrond.

Het doorsturen van het medisch dossier
3.3 Klaagster schrijft in haar klaagschrift dat haar gebleken is dat haar medisch dossier door de huisarts niet is doorgestuurd naar haar huidige huisarts. Zij schrijft dat ze daarom aan de huisarts een brief heeft gestuurd met het verzoek om hier alsnog zorg voor te dragen. De huisarts schrijft in haar verweerschrift dat het medisch dossier van klaagster, hoogstens enkele dagen na de wijziging van huisarts, naar de nieuwe huisarts is opgestuurd. De stukken geven het college geen aanleiding om hier aan te twijfelen. Ook dit klachtonderdeel is daarom ongegrond.

Slotsom
3.4 Gelet op het bovenstaande is het zonder meer duidelijk dat de klacht (in al haar onderdelen) ongegrond is.

4. De beslissing
De klacht is kennelijk ongegrond.


Deze beslissing is gegeven door W.A.H. Melisssen, voorzitter, J.C.J. Dute, lid-jurist, H.C. Baak, B. van Ek en J.C. van der Molen, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door R. van der Vaart, secretaris.