ECLI:NL:TGZRAMS:2022:185 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/3765

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2022:185
Datum uitspraak: 13-12-2022
Datum publicatie: 13-12-2022
Zaaknummer(s): A2022/3765
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Klacht tegen een GZ-psycholoog kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Klaagster is van opvatting dat haar ex-partner zich schuldig maakt (dan wel: heeft gemaakt) aan stalking. Zij verwijt verweerster dat zij hiervan op de hoogte was maar niets heeft gedaan. Klaagster heeft (al dan niet impliciet) de stelling ingenomen dat verweerster in de periode waar de klacht betrekking op heeft, is opgetreden als GZ-psycholoog. Echter, klaagster heeft deze stelling niet (voldoende) onderbouwd. Het college volgt dan ook verweerster in haar stelling dat zij weliswaar nog altijd geregistreerd GZ-psycholoog is, maar niet meer als zodanig werkzaam is. Er is geen sprake van handelen als GZ-psycholoog – nog daargelaten dat de (verregaande) verwijten van klaagster niet (voldoende) onderbouwd zijn. De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.


REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
AMSTERDAM


Beslissing van 13 december 2022 naar aanleiding van de klacht van:


A,
wonende te B,
klaagster,


tegen


C,
GZ-psycholoog,
verweerster,
gemachtigde: mr. D. Zwartjens, werkzaam te Utrecht.


1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het klaagschrift, ontvangen op 30 december 2021;
- een aanvulling op het klaagschrift bij brief van 28 februari 2022;
- het verweerschrift met de bijlagen;
- de schriftelijke reactie van klaagster op het verweerschrift met bijlagen, ontvangen op 29 juni 2022 en 14 juli 2022.
Het college heeft de klacht op basis van de stukken beoordeeld in raadkamer op 1 november 2022.

2. Waar gaat de zaak over en wat is de beslissing?
2.1 Klaagster is van opvatting dat haar ex-partner zich schuldig maakt (dan wel: heeft gemaakt) aan stalking. Zij verwijt verweerster dat zij hiervan op de hoogte was maar niets heeft gedaan, meer in het bijzonder geen contact heeft opgenomen met de verantwoordelijke autoriteiten.

2.2 Het college komt tot de conclusie dat klaagster niet-ontvankelijk is in haar klacht. Het college licht dat hierna toe.

3. Wat is er precies gebeurd?
3.1 Verweerster is BIG-geregistreerd GZ-psycholoog, maar oefent deze praktijk al enige jaren niet meer uit. Verweerster is in de periode waar de klacht op ziet, te weten de jaren 2017 tot en met januari 2022, werkzaam als G. Vanuit D begeleidt zij (tegen betaling) personen in de H. De ex-partner van klaagster is gedurende enige tijd begeleid geweest door verweerster. 3.2 Klaagster is in 2019 tweemaal naar de politie te E, F geweest om aangifte te doen van stalking door haar ex-partner.


4. Wat houdt de klacht in?
Volgens klaagster heeft verweerster verwijtbaar gehandeld, omdat (zo begrijpt het college de klacht) zij in haar hoedanigheid van GZ-psycholoog op de hoogte was van stalking door de ex-partner van klaagster, dan wel (ander) grensoverschrijdend gedrag bij kinderen/jongeren, maar daar geen melding van heeft gedaan bij de verantwoordelijke autoriteiten.


5. Wat is het verweer?
Verweerster is (primair) van opvatting dat de klaagster niet-ontvankelijk is in haar klacht, en heeft (subsidiair) voor het overige de klacht (inhoudelijk) bestreden.


6. Wat zijn de overwegingen van het college?
6.1 Klaagster heeft (al dan niet impliciet) de stelling ingenomen dat verweerster in de periode waar de klacht betrekking op heeft, is opgetreden als GZ-psycholoog. Echter, klaagster heeft deze stelling niet (voldoende) onderbouwd. Het college volgt dan ook verweerster in haar stelling dat zij weliswaar nog altijd geregistreerd GZ-psycholoog is, maar niet meer als zodanig werkzaam is. Het college gaat er van uit dat verweerster sinds 2017 alleen nog maar werkzaam is geweest als begeleidster / G.


6.2 Het college voegt daar (volledigheidshalve) aan toe dat het niet toekomt aan toetsing aan de tweede tuchtnorm, zijnde het handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt. In dit geval is er geen sprake van handelen als
GZ-psycholoog – nog daargelaten dat de (verregaande) verwijten van klaagster niet (voldoende) onderbouwd zijn.

6.3 Gelet op het voorgaande, is het college van oordeel dat klaagster niet-ontvankelijk is in haar klacht. Het college zal de klacht daarom niet inhoudelijk bespreken.

7. De beslissing
De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.


Deze beslissing is gegeven door A.M.G.J. van Amsterdam, voorzitter, R.E. van Hellemondt, lid-jurist, C.H.J.A.M. van de Vijfeijken, T.A.W. van der Schoot en M.D. Mostert-Uijterwijk, leden-beroepsgenoten, bijgestaan door B.J. Dekker, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2022.