ECLI:NL:TGZRAMS:2022:142 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4139
ECLI: | ECLI:NL:TGZRAMS:2022:142 |
---|---|
Datum uitspraak: | 25-10-2022 |
Datum publicatie: | 25-10-2022 |
Zaaknummer(s): | A2022/4139 |
Onderwerp: | Overige klachten |
Beslissingen: | Ongegrond, kennelijk ongegrond |
Inhoudsindicatie: | Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klager heeft onvoldoende duidelijk gemaakt wat hij de arts precies verwijt. Voor zover de klacht betrekking heeft op het delen van (vertrouwelijke en onjuiste) informatie over klager door verweerder – waaronder het BSN-nummer van klager – en op de weigering om klager te keuren,heeft klager in het klaagschrift niet omschreven hoe en wanneer de arts dit zou hebben gedaan. Bovendien heeft de arts dit gemotiveerd weersproken. Klager heeft deze klachten daarna niet nader onderbouwd. Hij heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid van een mondeling vooronderzoek om zijn klacht en standpunt nog verder toe te lichten of bewijsstukken in te dienen. Klacht kennelijk ongegrond. |
A2022/4139
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
AMSTERDAM
Beslissing in raadkamer van 25 oktober 2022 naar aanleiding van de klacht van:
A,
wonende te B,
klager,
tegen
C,
arts,
werkzaam te B,
verweerder, hierna ook: de arts.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen in april 2022;
- het verweerschrift met de bijlagen.
De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris van
het college met elkaar in gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Daarvan hebben
zij geen gebruik gemaakt. Het college heeft de klacht op basis van de stukken beoordeeld.
2. Waar gaat de zaak over?
2.1 Verweerder is werkzaam als arts. Tegen de arts is eerder een tuchtklacht ingediend
door de zus van klager. In die zaak (bekend onder kenmerk D2021/3183) heeft de zus
van klager de arts onder meer verweten dat hij ten onrechte allerlei privégegevens
van haar broer in de procedure heeft gebracht zonder zijn toestemming. De zus van
klager is ten aanzien van dit klachtonderdeel niet-ontvankelijk verklaard.
2.2 Klager heeft nu zelf een klaagschrift ingediend, waarin hij zich erover beklaagt
dat de arts zijn BSN-nummer met anderen heeft gedeeld en onjuiste informatie in de
zaak van zijn zus heeft ingediend. Hierdoor heeft de arts volgens klager zijn privacy
geschonden. Verder merkt klager op dat de arts weigert om hem te keuren en dat hij
niets meer met klager te maken wil hebben. Tot slot wil klager dat de opgelegde maatregel
in de uitspraak van de zaak D2021/3183 openbaar wordt gemaakt.
2.3 De arts heeft in zijn reactie opgemerkt dat klager het advocatenkantoor van de
voormalige gemachtigde van de arts meermalen heeft lastiggevallen en een klacht tegen
de gemachtigde heeft ingediend. Hierdoor wil de arts niet meer om juridische bijstand
vragen voor zaken die met de klager te maken hebben, wat erop neerkomt dat hij in
zijn verdediging wordt geschaad. De arts voert in zijn verweer aan dat klager niet
heeft onderbouwd in welke zin hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De
arts merkt op dat klager zijn BSN-nummer zelf ook verstrekt aan derden, door bijvoorbeeld
een uitspraak van het UWV te delen waarin zijn BSN-nummer wordt vermeld. De arts heeft
verder nog nooit geweigerd iemand te keuren.
3. Wat zijn de overwegingen van het college?
3.1 Het college komt tot het oordeel dat de arts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar
heeft gehandeld. Het college licht dat als volgt toe.
3.2 Klager heeft onvoldoende duidelijk gemaakt wat hij de arts precies verwijt. Voor
zover de klacht betrekking heeft op het delen van (vertrouwelijke en onjuiste) informatie
over klager door verweerder – waaronder het BSN-nummer van klager – en op de weigering
om klager te keuren, heeft klager in het klaagschrift niet omschreven hoe en wanneer
de arts dit zou hebben gedaan. Bovendien heeft de arts dit gemotiveerd weersproken.
Klager heeft deze klachten daarna niet nader onderbouwd. Hij heeft geen gebruik gemaakt
van de mogelijkheid van een mondeling vooronderzoek om zijn klacht en standpunt nog
verder toe te lichten of bewijsstukken in te dienen. Klager heeft enkel de uitspraak
in de zaak D2021/3183 als bijlage bij zijn klaagschrift gevoegd. Daaruit kan niet
worden afgeleid dat de arts verwijtbaar zou hebben gehandeld jegens klager.
3.3 Voor zover klager de arts andere verwijten heeft bedoeld te maken, zijn deze onvoldoende
duidelijk of feitelijk geformuleerd.
3.4 Ten slotte merkt het college op dat het wettelijk geen bevoegdheid heeft om eerder
gedane uitspraken alsnog te publiceren. Het verzoek daartoe van klager berust dan
ook niet op de wet en komt dus niet voor toewijzing in aanmerking.
Conclusie
3.5 De conclusie is dat de klacht kennelijk ongegrond is.
4. De beslissing
De klacht is kennelijk ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door N.B. Verkleij, voorzitter, F.M. Brouwer en R.P. van
Straaten,
leden-beroepsgenoten, bijgestaan door R.C. Kruit, secretaris.