ECLI:NL:TGZCTG:2022:117 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2021/1112

ECLI: ECLI:NL:TGZCTG:2022:117
Datum uitspraak: 13-06-2022
Datum publicatie: 14-06-2022
Zaaknummer(s): C2021/1112
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Klacht tegen een dermatoloog. De dermatoloog heeft bij klaagster een huidbiopt genomen, omdat hij vermoedde dat sprake was van een basaalcelcarcinoom. Hij heeft met klaagster besproken dat indien zijn vermoeden juist was, een Mohs-operatie geïndiceerd zou zijn, die door hem zou worden uitgevoerd. Het sluiten van de wond zou worden verricht door de plastisch chirurg (eveneens aangeklaagd, C2021/1113). Dat zouden twee afzonderlijke afspraken op verschillende dagen zijn. Er bleek inderdaad sprake van een basaalcelcarcinoom. Klaagster wilde niet dat de operatie door de dermatoloog en het sluiten van de wond door de plastisch chirurg op verschillende dagen zou plaatsvinden. Uiteindelijk is klaagster geopereerd aan het basaalcelcarcinoom door alleen de plastisch chirurg. Klaagster verwijt de dermatoloog in verband met de verwijdering van het basaalcelcarcinoom dat er sprake is van onverantwoorde, onveilige zorg omdat de dermatoloog zijn werk heeft uitbesteed aan een arts die niet is opgeleid tot oncoloog.Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

C E N T R A A L  T U C H T C O L L E G E
voor de Gezondheidszorg

Beslissing in de zaak onder nummer C2021/1112 van:
A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg,
gemachtigde: mr. E.H.J.M. Dohmen te Roermond,
tegen
C., dermatoloog, werkzaam te B., verweerder in beide instanties, gemachtigde: mr. D.M. Pot te Utrecht.
1.    Verloop van de procedure
A. – hierna klaagster – heeft op 23 juni 2020 bij het Regionaal Tuchtcollege te Eindhoven tegen C. – hierna de dermatoloog – een klacht ingediend. Bij beslissing van 29 juli 2021, onder nummer E2021/2476-2070a, heeft dat college de klacht ongegrond verklaard. 
Klaagster is van die beslissing tijdig in beroep gekomen. De dermatoloog heeft een verweerschrift in beroep ingediend. 
De zaak is in beroep tegelijkertijd maar niet gevoegd met de zaak C2021/1113 (A. / D.) behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 16 mei 2022, waar zijn verschenen klaagster, bijgestaan door mr. Dohmen, en de dermatoloog, bijgestaan door mr. Pot. Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht. Mr. Dohmen heeft dat gedaan aan de hand van spreekaantekeningen die hij aan het Centraal Tuchtcollege en de wederpartij heeft overhandigd. 
2.    Beslissing in eerste aanleg
Het Regionaal Tuchtcollege heeft het volgende overwogen en geoordeeld.
“ 2.    De feiten
2.1    Klaagster is door haar huisarts verwezen naar een dermatoloog vanwege een verdachte plek op de rechter neusvleugel. Verweerder, dermatoloog, zag klaagster voor het eerst op 4 september 2019. Hij heeft haar toen onderzocht. Hij vermoedde een basaalcelcarcinoom. Om deze vermoede diagnose te bevestigen, heeft hij die dag een huidbiopt afgenomen. Ook is toen besproken dat indien het inderdaad een basaalcelcarcinooom zou betreffen, Mohs chirurgie geïndiceerd zou zijn omdat de verdachte plek op de neusvleugel zat en zeer dicht bij de rand. 
De Mohs operatie zou door de dermatoloog worden uitgevoerd. Het sluiten van het defect zou worden verricht door de plastisch chirurg (tegen wie klaagster ook een klacht heeft ingediend bij het college, geregistreerd onder nummer E2021/2880-2070b). Dat zouden twee afzonderlijke afspraken zijn. De uitslag van het biopt zou telefonisch worden doorgegeven. Als het basaalcelcarcinoom zou worden aangetoond, zou klaagster eerst worden verwezen naar de plastisch chirurg.
2.2    Op 16 september 2019 heeft de verpleegkundige de uitslag van het histologisch onderzoek, te weten een nodulair groeiend basaalcelcarcinoom, telefonisch doorgegeven aan klaagster. Het patiëntdossier van klaagster bevat de volgende mededeling naar aanleiding van dit contact (alle hierna volgende citaten overgenomen inclusief spel- en taalfouten):
“Vandaag opnieuw gebeld en PA uitslag gegeven. Is bekend met Mohs procedure. (…) Mw is op de hoogte van het feit dat [plastisch chirurg] de wond gaat sluiten en weet dat afdeling plastische chirurgie contact op gaan nemen.”
2.3    Op 23 september 2019 gaf klaagster aan de balie van de poli Dermatologie aan de verpleegkundige aan dat zij niet wilde dat de operatie door de dermatoloog en het sluiten van de wond door de plastisch chirurg op verschillende dagen zou plaatsvinden. De verpleegkundige heeft uitgelegd dat dit de procedure was en dat zij daar niets aan kon veranderen.
2.4    Op 1 oktober 2019 heeft klaagster een consult gehad bij de plastisch chirurg die de wond zou sluiten.
2.5    Op 20 november 2019 had klaagster een tweede consult bij verweerder. Het patiëntdossier bevat de volgende mededeling naar aanleiding van dit contact:
“Komt terug met de vraag hoe verder.
(…)
Lichamelijk onderzoek
Zelfde papel rand neusvleugel rechts
(…)
Mohs plannen. Sluiten plast
Addendum 27/11 
Plast chirurg neemt de behandeling over. Controle 3 maanden alhier”
2.6    Het patiëntdossier van klaagster zoals aangelegd door de afdeling plastische chirurgie vermeldt op 16 december 2019:
“Pate kunnen bereiken om uitleg te geven over de herziene afspraken. Pate gaf aan ontstemd te zijn over het traject tot nu toe en hoe lang het duurt voordat de juiste afspraken gemaakt zijn. Pate uitgelegd dat er overleg geweest is tussen [verweerder] en [de plastisch chirurg] en dat daarom nu een VC [college: lees: vriescoupe] gepland is voor haar.”
2.7    Op 7 januari 2020 is klaagster geopereerd aan het basaalcelcarcinoom door de plastisch chirurg.
3.    De klacht
In verband met de verwijdering van het basaalcelcarcinoom op de rechter neusvleugel van klaagster verwijt zij verweerder dat er sprake is van onverantwoorde, onveilige zorg omdat verweerder zijn werk heeft uitbesteed aan een arts die niet is opgeleid tot oncoloog.
4.    Het standpunt van verweerder
4.1    Verweerder stelt dat klaagster wist dat Mohs chirurgie, het verwijderen van het basaalcelcarcinoom door hem en het sluiten van het defect door de plastisch chirurg, niet op één dag zou plaatsvinden. Nadat de plastisch chirurg op 27 november 2019 contact had opgenomen met verweerder, heeft verweerder ingestemd met het voorstel van de plastisch chirurg. De plastisch chirurg zag een mogelijkheid zelf de ingreep te doen waardoor alles op één dag kon plaatsvinden. Zo kon aan de wens van klaagster, dat de operatie op één dag zou plaatsvinden, tegemoet worden gekomen. Daarop is het behandelplan gewijzigd. 
4.2    Verweerder stelt dat klaagster op de hoogte was van het feit dat de operatie op 7 januari 2020 anders zou verlopen dan verweerder haar eerder toegelicht had in relatie tot de geplande Mohs operatie. Zij was ervan op de hoogte dat het zou gaan om een vriescoupe en dat deze zou worden uitgevoerd door de plastisch chirurg. 
Er is geen sprake geweest van onverantwoorde en onveilige zorg. De plastisch chirurg was bevoegd en bekwaam om de operatie uit te voeren. 
5.    De overwegingen van het college
Het college is van oordeel dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Uit de stukken en hetgeen ter zitting besproken is, volgt dat het voor klaagster duidelijk moet zijn geweest dat het op 7 januari 2020 om een andere ingreep zou gaan dan oorspronkelijk voorgesteld door verweerder. Ook moet voor haar duidelijk geweest zijn dat de plastisch chirurg die operatie zou uitvoeren en niet verweerder. Immers, nadat klaagster op 1 oktober 2019 een consult gehad had met de plastisch chirurg is hij tegemoet gekomen aan de wens van klaagster de gehele ingreep op één dag te laten plaatsvinden en is haar, in ieder geval op 16 december 2019, uitgelegd dat het om een andere ingreep zou gaan. 
De door de plastisch chirurg voorgestelde en uitgevoerde operatie was daarnaast medisch verantwoord. Verweerder kon en mocht de behandeling overlaten aan de plastisch chirurg. Klaagster heeft niet onderbouwd, en in het dossier zijn evenmin aanwijzingen gevonden, dat de door verweerder verleende zorg onverantwoord en onveilig is geweest. ”
3.    Vaststaande feiten en omstandigheden
Het Centraal Tuchtcollege gaat bij de beoordeling van het beroep uit van de feiten weergegeven in overweging 2. “De feiten” van de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. Deze weergave is in beroep niet of in elk geval onvoldoende, bestreden. 
4.    Beoordeling van het beroep
Omvang van de zaak in beroep
4.1    Klaagster is het niet eens met de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. Het beroep van klaagster heeft (impliciet) tot doel dat het Centraal Tuchtcollege de zaak in volle omvang beoordeelt en de klacht alsnog gegrond verklaart.
4.2    De dermatoloog heeft in beroep gemotiveerd verweer gevoerd. Hij is van mening dat het beroep van klaagster moet worden verworpen en de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege moet worden bevestigd. 
Inhoudelijke beoordeling
4.3    Op grond van de stukken en dat wat door partijen over en weer ter terechtzitting in beroep nog naar voren is gebracht, is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat het Regionaal Tuchtcollege de klacht van klaagster terecht ongegrond heeft verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is het eens met de overwegingen van het Regionaal Tuchtcollege onder 5. “De overwegingen van het college” en neemt deze hier over. Het Centraal Tuchtcollege heeft geen aanwijzingen dat sprake is geweest van onverantwoorde en onveilige zorg. Ook het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de dermatoloog de behandeling van klaagster kon en mocht overlaten aan de plastisch chirurg, die ook op oncologisch gebied ervaren is. 
4.4    De conclusie van het voorgaande is dat het Regionaal Tuchtcollege de klacht terecht ongegrond heeft verklaard en dat het beroep van klaagster zal worden verworpen.
5.    Beslissing
Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:
verwerpt het beroep.
Deze beslissing is gegeven door: J.M. Rowel-van der Linde, voorzitter;
T.W.H.E. Schmitz en M.W. Zandbergen, leden-juristen en E.R.M. de Haas en 
W.F.A. Kolkman, leden-beroepsgenoten en E. van der Linde.
Uitgesproken ter openbare zitting van 13 juni 2022.
        Voorzitter   w.g.            Secretaris  w.g.