ECLI:NL:TGDKG:2022:63 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/706182 / DW RK 21/380

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2022:63
Datum uitspraak: 29-03-2022
Datum publicatie: 11-04-2022
Zaaknummer(s): C/13/706182 / DW RK 21/380
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet, oorspronkelijke beslissing blijft in stand. Klager stelt een dagvaardning niet te hebben ontvangen. Deze is bij exploot betekend. Een exploot is een authentieke akte. Tegenbewijs heeft klager niet geleverd. Klacht ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 29 maart 2022 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 29 april 2020 met zaaknummer C/13/690878 DW RK 20/499 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/706182 / DW RK 21/380 LvB/JD ingesteld door:

[ ],

wonende te [ ],

klager,

tegen:

[ ],

gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 2 oktober 2020, heeft klager een klacht ingediend tegen Eendracht Gerechtsdeurwaarders. Bij verweerschrift, ingekomen op 2 juli 2021, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

Bij beslissing van 10 augustus 2021 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Een afschrift van de beslissing van de voorzitter is bij brief van diezelfde datum aan klager toegezonden. Bij brief, ingekomen op 17 augustus 2021 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 9 februari 2022 alwaar klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is aanvankelijk bepaald op 23 maart 2022, waarna deze is aangehouden tot heden.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           Op 20 juni 2017 is klager gedagvaard te verschijnen ter zitting van de kantonrechter te Leeuwarden tegen 15 augustus 2017.

-           Bij verstekvonnis van 29 augustus 2017 van de kantonrechter te Leeuwarden is klager veroordeeld tot het betalen van een geldbedrag.

-           Bij exploot van 9 oktober 2017 is het vonnis van 29 augustus 2017 aan klager betekend met gelijktijdig bevel aan de inhoud te voldoen.

4. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat het niet eens is met het vonnis van

29 augustus 2017. Klager stelt dat hij geen contract heeft bij Energie Direct en niet weet hoe het vonnis tot stand is gekomen. Verder beklaagt klager zich er over dat hij niet op de hoogte is gebracht van de zitting en het vonnis pas op 11 februari 2019 per e-mail heeft ontvangen. Klager wil zijn zaak alsnog verdedigen.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.3 De voorzitter overweegt dat uit de door de gerechtsdeurwaarder overgelegde producties blijkt dat klager bij exploot van 20 juni 2017 is gedagvaard te verschijnen ter zitting van de kantonrechter te Leeuwarden tegen 15 augustus 2017. Het exploot is betekend op de in artikel 47 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bepaalde wijze door achterlating van het exploot in een gesloten envelop op het adres van klager zoals dit in de Basisregistratie Personen stond geregistreerd. De kantonrechter te Leeuwarden heeft de vordering vervolgens inhoudelijk beoordeeld, althans de vordering bij verstek toegewezen bij vonnis van 29 augustus 2017. Het vonnis van 29 augustus 2017 is volgens het exploot op 9 oktober 2017 op dezelfde wijze als het exploot van 20 juni 2017 aan klager betekend. Een exploot van een gerechtsdeurwaarder is een authentieke akte in de zin van artikel 156 lid 2 Rv. Op grond van het bepaalde in artikel 157 lid 1 Rv levert een zodanige akte dwingend bewijs op van de daarin gerelateerde verrichtingen van de gerechtsdeurwaarder. Het moet er daarom voor worden gehouden dat de dagvaarding op 20 juni 2017 en het vonnis op 9 oktober 2017 aan klager zijn betekend, tenzij klager tegenbewijs levert. Dat heeft hij niet gedaan. Indien klager het niet eens was met het vonnis, had het op zijn weg gelegen om tijdig na ontvangst van het vonnis in verzet te komen tegen het vonnis. Een tuchtrechtelijk verwijt kan de gerechtsdeurwaarder hier niet gemaakt worden.

5.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager opnieuw aangevoerd dat hij geen contract heeft bij Energie Direct en dat hij ook direct bezwaar heeft aangetekend bij Energie Direct op 6 januari 2016. Hij heeft het vonnis uit 2017 pas ontvangen op 11 februari 2019. Klager wil zijn klacht graag ter zitting toelichten omdat hij nu alles zwart-op-wit heeft.

7. Het verweer in verzet van de gerechtsdeurwaarder

In verzet heeft de gerechtsdeurwaarder de door klager aangevoerde gronden gemotiveerd betwist. Voor zover nodig wordt hierna op dat verweer ingegaan.

8. De beoordeling van de gronden van het verzet

8.1 De kamer overweegt dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. Klager heeft ter zitting nogmaals toegelicht waarom hij het niet eens is met het vonnis dat is gewezen op 2017. Daaruit volgt echter niet dat de gerechtsdeurwaarder een verwijt kan worden gemaakt. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren dan ook geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer tot een andere beslissing komt. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

8.2 Dit alles leidt tot de volgende beslissing.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. L. van Berkum, plaatsvervangend-voorzitter, mr. L. Voetelink en mr. J.M. Wisseborn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 maart 2022, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.