ECLI:NL:TGDKG:2022:57 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/705438 / DW RK 21/343

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2022:57
Datum uitspraak: 04-03-2022
Datum publicatie: 11-04-2022
Zaaknummer(s): C/13/705438 / DW RK 21/343
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet gegrond. Beslagvrije voet ten onrechte op nihil gesteld. Klacht gegrond, zonder oplegging van maatregel vanwege door klager geuite bedreigingen.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 4 maart 2022 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 20 juli 2021 met zaaknummer C/13/696190  DW RK 21/22 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/705438 / DW RK 21/343 MdV/JD ingesteld door:

[ ],

wonende te [ ],

klager,

tegen:

[ ],

gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 16 januari 2021, en later aangevuld op 28 februari 2021 en 7 maart 2021 heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 23 februari 2021, heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd. Bij beslissing van 20 juli 2021 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Een afschrift van de beslissing van de voorzitter is bij brief van diezelfde datum aan klager toegezonden. Bij e-mail van 21 juli 2021 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 21 januari 2021 alwaar de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De uitspraak is bepaald op heden.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           op 3 juli 2013 is klager veroordeeld een vordering te voldoen van Investing B.V.;

-           op 4 mei 2016 is de naam Investing B.V. gewijzigd in Arrow Global Investments Holdings Benelux B.V.;

-           op 30 januari 2020 is executoriaal derdenbeslag gelegd onder het UWV op de uitkering van klager, hierbij is de beslagvrije voet op nihil gesteld;

-           op 11 februari 2020 is het UWV geïnformeerd dat de beslagvrije voet €  947,09 per maand bedraagt;

-           bij e-mail van 25 februari 2020 berichtte klager het kantoor van de gerechtsdeurwaarder, voor zover relevant: “(…) En ik heb al een prijs op jou hoofd gezet … H.J. Jansen. En die van jou medewerkende familie. Een tafel waar ik jou, En je vrouw eens in het vlees ga snijden… Want de eerst volgende keer ben ik niet zo mild meer …..”;

-           bij e-mail van 26 februari 2020 berichtte klager het kantoor van de gerechtsdeurwaarder, voor zover relevant: “(…)Ik hoop dat ik een beetje duidelijk ben geweest. Want ik zit vlak aan de grens ….En na 1 brief te versturen en waarna gelijk beslag te leggen … op iemands ziektewet uitkering met een beslag vrijevoet van € 0,- daar ben je bij mij aan het verkeerde adres … En nog 1 keer zo een geintje en je mag een patroontje happen …na werktijd…”;

-           op 12 maart 2020 heeft het UWV bericht dat klagers uitkering beëindigd was;

-           op 21 oktober 2020 heeft de gerechtsdeurwaarder opnieuw beslag gelegd onder het UWV.

4. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich samengevat over het volgende.

a.         Investing B.V. bestaat niet meer. Het pand staat leeg en de inschrijving in de Kamer van Koophandel (KvK) bestaat niet meer. Inschrijving bij de KvK is verplicht;

b.         de gerechtsdeurwaarder heeft de beslagvrije voet op nihil gesteld;

c.         de gerechtsdeurwaarder heeft zich bij een andere gerechtsdeurwaarder gevoegd zodat hij in klagers inkomen kon meedelen.

5. De beslissing van de voorzitter

5.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.2  Ten aanzien van klachtonderdeel a. wordt overwogen dat de naam van het bedrijf Investing B.V. is gewijzigd in Arrow Global Investments Holdings Benelux B.V. Dit bedrijf heeft een ander adres. Niet is gebleken dat dit bedrijf niet is ingeschreven in de KvK. Het feit dat de naam van eiseres is gewijzigd, betekent niet dat de vordering niet meer bestaat. Nu klager de vordering niet had voldaan was de gerechtsdeurwaarder gerechtigd executiemaatregelen te nemen zoals het leggen van executoriaal beslag op de uitkering van klager.

4.3 Ten aanzien van klachtonderdeel b. wordt het volgende overwogen. In het verweerschrift heeft de gerechtsdeurwaarder meegedeeld dat door een fout in het systeem de beslagvrije voet op nihil is gesteld. De gerechtsdeurwaarder heeft de fout hersteld en het bedrag van de beslagvrije voet op 11 februari 2021 doorgegeven aan het UWV. Daarmee staat vast dat de gerechtsdeurwaarder de beslagvrije voet ten onrechte op nihil heeft gesteld en dat de periode die de gerechtsdeurwaarder er over heeft gedaan de fout te ontdekken en te herstellen, te lang is. In beginsel heeft de gerechtsdeurwaarder hiermee tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld en zou de klacht op gegrond moeten worden verklaard. De gerechtsdeurwaarder heeft in het verweerschrift echter ook gesteld dat klager telefonisch medewerkers van het kantoor ernstig heeft bedreigd. Gezien de hiervoor geciteerde e-mails van 25 en 26 februari 2020 wordt dit voldoende aannemelijk geacht. Waarom klager zich in deze bewoordingen heeft uitgelaten en of er bij klager wellicht sprake is van persoonlijke problematiek dat dergelijk gedrag kan verklaren, blijkt niet uit de stukken. De aard van de gedane mededelingen in voornoemde e-mails is echter dermate bedreigend en onfatsoenlijk dat het niet passend is om onder de gegeven omstandigheden klachtonderdeel b. gegrond te verklaren.

4.4 Ten aanzien van klachtonderdeel c. wordt overwogen dat de gerechtsdeurwaarder opnieuw beslag heeft gelegd nadat was gebleken dat klager weer een uitkering van het UWV ontving. Dat er een eerste beslaglegger was en de gerechtsdeurwaarder zich heeft gemeld voor verdeling van de ontvangen gelden is een mogelijkheid die de wet toestaat. Tuchtrechtelijk laakbaar handelen is niet gebleken.

5.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

6. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager (samengevat) het volgende aangevoerd.

6.1 Klager heeft niets met Arrow Global Investments Holding Benelux B.V. te maken. Dat de rechtspersoon Investing B.V. een naamswijziging zou hebben ondergaan en vervolgens de vordering nog mag executeren klopt volgens klager niet.

6.2 Klager acht het onbeschoft dat de gerechtsdeurwaarder beslag heeft gelegd op de volledige Ziektewetuitkering van klager, als gevolg van een automatiseringsfoutje, zonder een brief te sturen.

7. Het verweer in verzet van de gerechtsdeurwaarder

In verzet heeft de gerechtsdeurwaarder de door klager aangevoerde gronden gemotiveerd betwist. Voor zover nodig wordt hierna op dat verweer ingegaan.

8. De beoordeling van de gronden van het verzet

8.1 De verzetsgrond onder 6.1 leidt niet tot succes. De voorzitter heeft in de aangevochten beslissing de juiste maatstaf toegepast en de kamer is het met de beslissing op dat onderdeel eens. 

8.2 Ten aanzien van de onder 6.2 weergegeven verzetsgrond overweegt de kamer als volgt. Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder toegelicht dat de op nihil gestelde beslagvrije voet het resultaat was van een berekening in de ‘SNG rekenmodule BVV’. Toen acht dagen na het gelegde beslag een derdenverklaring terugkwam schrok (een medewerker van) de gerechtsdeurwaarder van de foutief gehanteerde beslagvrije voet, waarna de fout direct is hersteld.

8.3 Naar het oordeel van de kamer kan dit argument de gerechtsdeurwaarder niet baten, allereerst omdat het derdenbeslag is gelegd in 2020. In die tijd diende een gerechtsdeurwaarder nog gegevens op te vragen bij een beslagene voor de berekening van de beslagvrije voet. Daarnaast is het ook bij de zogeheten nieuwe werkwijze, die is ingegaan op 1 januari 2021, aan de gerechtsdeurwaarder om de beslagvrije voet (die het resultaat is van de rekenmodule van Stichting Nederlandse Gerechtsdeurwaarders, SNG) te controleren voordat een derdenbeslag wordt gelegd en een beslagvrije voet aan de derde wordt bekend gemaakt. Dit dient niet pas te gebeuren nadat een derdenverklaring wordt ontvangen.

8.4 De voorzitter heeft in de beslissing terecht overwogen dat de klacht op dit punt inderdaad gegrond zou moeten worden verklaard. De voorzitter heeft echter in de door klager geuite bedreigingen reden gezien om dat niet te doen. Naar het oordeel van de kamer is dat weliswaar begrijpelijk, maar past het niet in het systeem. Als tuchtrechtelijk verwijtbare handelingen worden vastgesteld, leidt dat tot een gegronde klacht,  tenzij de klacht van onvoldoende gewicht is. De opstelling of het gedrag van klager kan geen effect hebben op de vraag of bepaalde handelingen tuchtrechtelijk verwijtbaar zijn; eventueel wel op de vraag of het verwijt van voldoende gewicht is, of op de (al dan niet) op te leggen maatregel. In dit geval is de kamer van oordeel dat het verwijt van voldoende gewicht is - het betreft immers het ten onrechte op nihil stellen van een beslagvrije voet - maar dat gelet op het feit dat de fout snel is hersteld, en vooral gelet op de extreme bedreigingen door klager, hiervoor geen maatregel moet worden opgelegd. Dat betekent ook dat de gerechtsdeurwaarder niet wordt veroordeeld in de kosten van deze tuchtprocedure. Gelet op de extreme bedreigingen door klager acht de kamer het ten slotte onaanvaardbaar om hem zijn griffierecht te laten vergoeden. 

8.5 Dit alles leidt tot de volgende beslissing.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet gegrond;
  • verklaart klachtonderdeel b van de inleidende klacht gegrond, zonder oplegging van een maatregel.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, voorzitter, mr. M.C.M. Hamer en M.C.J. van Leeuwen, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 maart 2022, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen het deel van deze beslissing waarbij de voorzittersbeslissing is vernietigd en opnieuw op de klacht is beslist, kan binnen dertig dagen na dagtekening van de verzending van het afschrift van deze beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.