ECLI:NL:TGDKG:2022:50 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/703154 / DW RK 21/245 MdV/RH

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2022:50
Datum uitspraak: 28-01-2022
Datum publicatie: 08-04-2022
Zaaknummer(s): C/13/703154 / DW RK 21/245 MdV/RH
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: beslissing op verzet, oorspronkelijke beslissing blijft in stand. Toepassing artikel 14 van het reglement werkwijze kamer voor gerechtsdeurwaarders tbv het overleggen van producties.

Beslissing van 28 januari 2022 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 25 mei 2021 met zaaknummer C/13/693570 / DW RK 20/588 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/703154 / DW RK 21/245 MdV/RH ingesteld door:

[..],

wonende te [..],

klager,

tegen:

[..],

gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde.

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 25 november 2020, heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij e-mail, ingekomen op

8 januari 2021, heeft klager zijn klacht aangevuld. Bij verweerschrift, ingekomen op 8 maart 2021, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

Bij beslissing van 25 mei 2021 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Aan klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van diezelfde datum. Bij brief, ingekomen op 8 juni 2021, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De gerechtsdeurwaarder heeft schriftelijk medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 17 december 2021. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. De uitspraak is bepaald op 28 januari 2022.

1. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           Bij vonnis van de kantonrechter te Den Bosch van 12 november 2020 is klager veroordeeld tot het betalen van een geldbedrag.

-           Bij exploot van 18 november 2020 is het vonnis van 12 november 2020 aan klager betekend met gelijktijdig bevel aan de inhoud te voldoen.

-           Bij e-mail van 22 november 2020 heeft klager een Verklaring Beneficiaire Aanvaarding overgelegd met als doel dit als zijnde betaling te verwerken.

-           Bij e-mail van 23 november 2020 heeft de gerechtsdeurwaarder verzocht om verduidelijking van de e-mail van klager van 22 november 2020 en hem verzocht om binnen twee dagen tot betaling over te gaan teneinde verdere executiemaatregelen te voorkomen. Hierop heeft klager bij e-mail van 25 november 2020 gereageerd.

-           Op 30 november 2020 is executoriaal derdenbeslag gelegd onder de Belastingdienst ten laste van klager.

3. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat:

a: er geen afzender onder de e-mailberichten van het gerechtsdeurwaarderskantoor vermeld staat en daarom onduidelijk is met wie klager correspondeert;

b: de gerechtsdeurwaarder een betaling middels een verklaring beneficiaire aanvaarding weigert te verwerken.

4. De beslissing van de voorzitter

4.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.1 Gerechtsdeurwaarders (waaronder mede wordt begrepen waarnemend gerechts­deur­waar­ders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat-gerechtsdeurwaar­ders en degenen die zijn toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid, bedoelde opleiding) zijn ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaar­ders­­wet aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechts­deur­waar­der, toegevoegd gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt. 

4.2 De klacht is gericht tegen twee met naam genoemde gerechtsdeurwaarders. Op grond van het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 12 augustus 2014 (ECLI:NL:GHAMS:2014:3696) dienen klachten die zijn gericht tegen met naam genoemde gerechtsdeurwaarders te worden afgehandeld als zijnde tegen hen gericht. De in de aanhef van deze beslissing genoemde gerechtsdeurwaarders worden daarom als beklaagden aangemerkt. Het verweerschrift zal worden beschouwd als zijnde afkomstig van beide genoemde gerechtsdeurwaarders. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet oplevert.

4.3 Ten aanzien van klachtonderdeel a hebben de gerechtsdeurwaarders in het verweerschrift aangegeven dat zij brieven en e-mails namens het gerechtsdeurwaarderskantoor verzenden en daarom ondertekenen met slechts de naam van het gerechtsdeurwaarderskantoor, zonder een naam van een medewerker te vermelden. Dit is niet tuchtrechtelijk laakbaar.

4.4 Ten aanzien van klachtonderdeel b overweegt de voorzitter dat voor zover klager stelt dat hij de openstaande vordering middels overlegging van een Verklaring Beneficiaire Aanvaarding kan voldoen, dit niet kan slagen. Indien klager het niet eens is met de vordering kan hij een executiegeschil tegen de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder aanspannen.

4.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

5. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager het volgende aangevoerd.

5.1 De beslissing van de voorzitter is niet rechtsgeldig. De voorzitter heeft zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte, bedrog, afpersing en dwang. Daarnaast zijn klagers’ mensenrechten geschonden. De voorzitter wordt tevens aangeklaagd via internationaal strafrecht volgens de Neurenbergse principes.

5.2 Er bestaat geen contract tussen klager en de Staat der Nederlanden. Het ministerie en de grondwet bestaan eveneens niet.

5.3 Klager eist het betaalde griffierecht terug.

5.4 De manier van werken van de voorzitter getuigt van een geestelijk onvolwassen, maar vooral onderontwikkelde houding die samengaat met minachting voor de medemens en de rechten van de mens.

5.5 De gerechtsdeurwaarder kan geen akte van cessie met natte handtekening overleggen in dossier 30002449 en ook geen overeenkomst die klager zou hebben met de Nederlandse staat. De staat pleegt winst beogende inbreuken op klagers leefsfeer.

5.6 Een executiegeschil opstarten is kansloos omdat klager als mens niet bestaat voor dit corrupte maritieme rechtssysteem.

5.7 Het aanschrijven met alleen functie of bedrijf zonder naam of handtekening levert bedrog op in de zin van artikel 3:44 lid 3 Burgerlijk Wetboek en artikel 326 Wetboek van Strafrecht en valt onder valsheid in geschrifte als bedoeld in artikel 225 lid 1 en 2, 226 lid 1 en 2 en 227 Wetboek van Strafrecht. Door het ontbreken van een handtekening en naam in brieven en e-mails hebben deze brieven en e-mails geen rechtskracht en er kan geen enkel recht aan ontleend worden.

5.8 Klagers’ verklaring van beneficiaire aanvaarding is verifieerbaar in ontvangst genomen en nimmer weerlegd waardoor het staand feit is geworden. De verklaring is ook door de kamer voor gerechtsdeurwaarders op deze wijze in ontvangst genomen.

5.9 Klager legt een cede-maiori over waarmee het vonnis al op 12 november 2020 is vernietigd.

5.10 Klager heeft aangifte gedaan via Shaef en bij internationale mensenrechtenorganisaties van het Global Economic Security and Reformation Act.

Klager heeft op 16 december 2021 nog stukken in het geding gebracht.

6. Het verweer in verzet van de gerechtsdeurwaarder

In verzet heeft de gerechtsdeurwaarder de door klager aangevoerde gronden betwist en bezwaar gemaakt tegen de overlegging van de stukken één dag voor de zitting en verzocht deze stukken buiten de procedure te houden. Voor zover nodig wordt hierna op dat verweer ingegaan.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Vooropgesteld wordt dat toegevoegd gerechtsdeurwaarder [..] ten onrechte als beklaagde is aangemerkt in de oorspronkelijke beslissing. Klagers klacht richtte zich tegen de heer [..], zijnde een medewerker van het kantoor van de gerechtsdeurwaarder. Aangezien medewerkers van een gerechtsdeurwaarderskantoor niet onder het tuchtrecht zoals neergelegd in de Gerechtsdeurwaarderswet vallen, dient de klacht geacht worden uitsluitend te zijn gericht tegen de in de aanhef genoemde gerechtsdeurwaarder. De oorspronkelijke beslissing dient in die zin te worden aangepast.

6.2 In artikel 14 van het reglement werkwijze kamer voor gerechtsdeurwaarders is het volgende bepaald. Een partij legt de producties, waarop zij zich wenst te beroepen en die nog niet eerder zijn ingediend, zo spoedig mogelijk over. Uiterlijk op de tiende kalenderdag voorafgaand aan de mondelinge behandeling kunnen nog producties worden overgelegd, mits met toezending in afschrift aan iedere overige partij. Op producties die nadien worden overgelegd en tegen de overlegging waarvan bezwaar is gemaakt, wordt geen acht geslagen, tenzij de kamer anders beslist.

De kamer ziet geen aanleiding de op 16 december 2021 ingediende stukken in behandeling te nemen nu klager niet heeft meegedeeld waarom deze stukken pas op dat moment werden ingediend en hij ook niet ter zitting is verschenen om een en ander toe te lichten. 

6.3 De kamer overweegt verder dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht toekomt. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard. Nu het verzet ongegrond wordt verklaard, bestaat er geen aanleiding de gerechtsdeurwaarder te veroordelen aan klager het griffierecht te vergoeden.

6.4 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet ongegrond.