ECLI:NL:TGDKG:2022:46 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/692176 / DW RK 20/540 LvB/RH

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2022:46
Datum uitspraak: 17-01-2022
Datum publicatie: 08-04-2022
Zaaknummer(s): C/13/692176 / DW RK 20/540 LvB/RH
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet, oorspronkelijke beslissing blijft in stand, de gerechtsdeurwaarder heeft niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de vordering te innen.

Beslissing van 17 januari 2022 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 27 oktober 2020 met zaaknummer C/13/687116 / DW RK 20/365 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/692176 / DW RK 20/540 LvB/RH ingesteld door:

[..],

wonende te […]

klager,

tegen:

[..],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [..]

beklaagde.

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 15 juli 2020, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 18 augustus 2020, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 27 oktober 2020 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Aan klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van diezelfde datum. Bij e-mail, ingekomen op 29 oktober 2020, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 22 november 2021 waar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klager heeft kort voorafgaand aan de zitting medegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen. De uitspraak is bepaald op 17 januari 2022.

1. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           De gerechtsdeurwaarder is belast met de inning van een vordering van de [..] op klager.

-           Bij brief van 25 mei 2020 heeft de gerechtsdeurwaarder klager gesommeerd tot betaling van de openstaande vordering over te gaan teneinde rechtsmaatregelen te voorkomen.

3. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder moedwillig oude reeds voldane facturen probeert te incasseren die reeds bij een collega-gerechtsdeurwaarder zijn voldaan, teneinde klager op extra kosten te jagen.

4. De beslissing van de voorzitter

4.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.1 Gerechtsdeurwaarders (waaronder mede wordt begrepen waarnemend gerechts­deur­waar­ders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat-gerechtsdeurwaar­ders en degenen die zijn toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid, bedoelde opleiding) zijn ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaar­ders­­wet aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechts­deur­waar­der, toegevoegd gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De voorzitter overweegt dat de gerechtsdeurwaarder bij het innen van een vordering mag uitgaan van de juistheid van de informatie die hij van de opdrachtgever ontvangt. De gerechtsdeurwaarder heeft de bezwaren van klager tegen de vordering doorgestuurd naar de opdrachtgever. Indien klager het niet eens is met de vordering ligt het op zijn weg om een executiegeschil tegen de opdrachtgever op te starten. Het is noch aan de gerechtsdeurwaarder noch aan de voorzitter van de kamer om inhoudelijk in te gaan op de vordering. Een tuchtrechtelijk laakbaar verwijt kan de gerechtsdeurwaarder hier niet gemaakt worden.

4.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

5. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager samengevat het volgende aangevoerd.

Klager heeft meerdere malen aangegeven dat de gerechtsdeurwaarder niet alleen naar de opdrachtgever moet luisteren omdat de vordering niet juist is, zoals klager onderbouwd heeft. Een andere gerechtsdeurwaarder heeft al een vordering ingesteld en de beklaagde gerechtsdeurwaarder gaat er ten onrechte van uit dat alles correct is.

Aan de gerechtsdeurwaarder moet een geldboete worden opgelegd en schorsing en ontzetting uit het ambt voor minimaal tien jaren, naast andere maatregelen.

6. Het verweer in verzet van de gerechtsdeurwaarder

In verzet heeft de gerechtsdeurwaarder de door klager aangevoerde gronden gemotiveerd betwist. Voor zover nodig wordt hierna op dat verweer ingegaan.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 De kamer overweegt dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht toekomt. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

7.2 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet ongegrond.