ECLI:NL:TGDKG:2022:43 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/701156 / DW RK 21/163 MdV/WdJ

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2022:43
Datum uitspraak: 01-04-2022
Datum publicatie: 04-04-2022
Zaaknummer(s): C/13/701156 / DW RK 21/163 MdV/WdJ
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager beklaagt zich erover dat de gerechtsdeurwaarder de beslagvrije voet niet met terugwerkende kracht toepast en de sinds het beslag teveel geïnde gelden niet terugstort. Klacht ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 1 april 2022 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/701156 / DW RK 21/163 MdV/WdJ ingesteld door:

[  ],

wonende te [  ],

klager,

tegen:

[  ],

gerechtsdeurwaarder te [  ],

beklaagde,

gemachtigde: [  ].

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 22 april 2021, heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 17 juni 2021, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 18 februari 2022 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. De uitspraak is bepaald op 1 april 2022.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           De gerechtsdeurwaarder is belast met een vordering van [  ] op klager.

-           Op 14 september 2020 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van klager beslag gelegd onder het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. Het beslag is op 21 september 2020 aan klager overbetekend.

-           Op 2 december 2020 heeft de maatschappelijk werkster van klager namens klager verzocht om een herberekening van de beslagvrije voet.

-           Bij brief van 29 december 2020 is klager door de gerechtsdeurwaarder geïnformeerd dat de beslagvrije voet is aangepast naar € 957,46 per maand. Tevens is vermeld dat de sinds 2 december 2020 teveel geïnde gelden naar klager worden overgemaakt.

-           Bij e-mail van 13 januari 2021 heeft de maatschappelijk werkster van klager bezwaar gemaakt tegen de toepassingsdatum van de herberekende beslagvrije voet. Zij heeft hierbij verzocht om  de herberekende beslagvrij voet vanaf

21 september 2020 toe te passen.

-           Bij e-mail van 27 januari 2021 heeft de maatschappelijk werkster van klager haar e-mail van 13 januari 2021 gerappelleerd.

-           Bij e-mail van 19 maart 2021 heeft de gerechtsdeurwaarder inhoudelijk op de e-mails van de maatschappelijk werkster van klager gereageerd. Hierbij is verwezen naar rechtspraak over de vaststelling van de beslagvrije voet.

3. De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder de beslagvrije voet niet met terugwerkende kracht toepast en de sinds het beslag teveel geïnde gelden niet terugstort.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

5. De beoordeling van de klacht

5.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders en degene die is toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid bedoelde opleiding, onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Klachten kunnen niet worden gericht tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor. De in de aanhef van deze beslissing vermelde gerechtsdeurwaarder wordt als beklaagde aangemerkt, omdat hij in het verweer heeft aangegeven dat hij tuchtrechtelijk verantwoordelijk is voor het doen en nalaten van de bij hem werkzame medewerkers. Ter beoordeling staat of sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

5.2 Voor een gerechtsdeurwaarder bestaat in beginsel een verplichting tot terugbetaling als achteraf blijkt dat een onjuiste beslagvrije voet is toegepast. Dat is anders als het aan de beslagene te wijten of toe te rekenen is dat de beslagvrije voet niet kon worden vastgesteld, omdat onvoldoende of onjuiste gegevens zijn verschaft. Klager heeft in dit geval nagelaten het door de gerechtsdeurwaarder verstrekte modelformulier ingevuld te retourneren. Dit formulier is op 21 september 2020 aan klager verstrekt. Nadien is op 2 december 2020 bij de gerechtsdeurwaarder een herberekening aangevraagd waarna de benodigde stukken zijn aangeleverd. Daarnaast is terugbetaling door een gerechtsdeurwaarder slechts mogelijk voor gelden die hij nog onder zich heeft. De gerechtsdeurwaarder is gehouden om door hem geïncasseerde gelden tijdig, dat wil zeggen binnen één tot twee weken na ontvangst, aan zijn opdrachtgever door te betalen. Uit de brief van 29 december 2020 blijkt dat de gerechtsdeurwaarder de herberekende beslagvrije voet per

2 december 2020 toepast. De sindsdien teveel geïnde gelden, die de gerechtsdeurwaarder toen nog onder zich had, zijn teruggeboekt naar klager. Daarom kan niet worden geoor­deeld dat de gerechtsdeurwaarder tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld.

5.3 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, voorzitter, mr. A.K. Mireku en

mr. J.N. Reijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 april 2022, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.