ECLI:NL:TGDKG:2022:33 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/696246 / DW RK 21/25 MdV/WdJ

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2022:33
Datum uitspraak: 18-03-2022
Datum publicatie: 21-03-2022
Zaaknummer(s): C/13/696246 / DW RK 21/25 MdV/WdJ
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: De gerechtsdeurwaarder heeft steeds tijdig en correct op e-mails van (de gemachtigde van) klager en de notaris heeft gereageerd. De gerechtsdeurwaarder heeft klager meermalen geïnformeerd dat de opdrachtgever niet akkoord ging met de betalingsvoorstellen van klager. Het had op de weg van klager gelegen om eerder dan een maand voor de passeerdatum contact met de gerechtsdeurwaarder op te nemen en de gerechtsdeurwaarder gelijk van juiste en volledige gegevens te voorzien. Klacht ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 18 maart 2022 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/696246 / DW RK 21/25 MdV/WdJ ingesteld door:

[  ],

wonende te [  ],

klager,

gemachtigde: [  ],

tegen:

[  ],

gerechtsdeurwaarder te [  ],

beklaagde.

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 19 januari 2021, heeft klager een klacht ingediend tegen (een medewerker van het kantoor van) de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 3 april 2021, heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 4 februari 2022 alwaar de gemachtigde van klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. Tevens is de heer [  ], de medewerker tegen wie klager zijn klacht heeft gericht, ter zitting verschenen. De uitspraak is bepaald op 18 maart 2022.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           Klager is bij verstekvonnis van 31 juli 2019 veroordeeld een vordering te voldoen van [  ].

-           Bij exploot van 7 augustus 2019 is het vonnis van 31 juli 2019 aan klager betekend met bevel om binnen twee dagen de vordering van € 5.663,26 te voldoen.

-           Bij e-mail van 9 augustus 2019 heeft klager om bevriezing van het beslag verzocht.

-           Bij e-mails van 13 en 14 augustus 2019 heeft de gerechtsdeurwaarder klager medegedeeld dat er geen akkoord wordt gegeven voor uitstel.

-           In augustus 2019 heeft de gerechtsdeurwaarder beslag gelegd op twee onroerende zaken van klager te [  ].

-           Op 21 augustus 2019 heeft de gerechtsdeurwaarder klager medegedeeld dat de beslagen pas worden geroyeerd zodra klager de gehele vordering heeft voldaan.

-           Op 27 oktober 2020 heeft klager medegedeeld dat het pand aan de [  ] te [  ] voor de tweede keer is verkocht en dat de passeerdatum 1 december 2020 is. Hierbij heeft klager de gerechtsdeurwaarder verzocht akkoord te gaan met betaling van 50% van de vordering uit de verkoopopbrengst.

-           Bij e-mail van 5 november 2020 heeft de notaris verzocht om een aflosnota en een getekende royementsvolmacht.

-           Op 7 november 2020 heeft de gerechtsdeurwaarder aan het verzoek van de notaris van 5 november 2020 voldaan en aangegeven dat van de royementsvolmacht gebruik kan worden gemaakt onder de voorwaarde dat er op uiterlijk 8 december 2020 een bedrag van € 7.037,77 is bijgeschreven op de kwaliteitsrekening van de gerechtsdeurwaarder.

-           Op 13 november 2020 heeft de gemachtigde van klager een toelichting aan de gerechtsdeurwaarder gestuurd.

-           Bij e-mail van 14 november 2020 heeft de gerechtsdeurwaarder een recent taxatierapport en aflosnota’s van de hypotheekhouders opgevraagd bij de notaris. Hierop heeft de gemachtigde van klager op 17 november 2020 een taxatierapport met als waardepeildatum 1 juni 2018 aan de gerechtsdeurwaarder verstrekt. De notaris heeft op diezelfde datum aflosnota’s overgelegd.

-           Bij e-mail van 17 november 2020 heeft de gemachtigde van klager de gerechtsdeurwaarder verzocht of akkoord kan worden gegaan met betaling van 60% van de vordering.

-           Bij e-mail van 23 november 2020 heeft de gemachtigde van klager een interne klacht ingediend bij de gerechtsdeurwaarder.

-           Op 30 november 2020 heeft de gerechtsdeurwaarder naar aanleiding van de op 17 november 2020 verstrekte gegevens nadere vragen aan de notaris gesteld en is (wederom) aangegeven dat er geen akkoord kon worden gegeven voor gedeeltelijke doorhaling van het beslag. De e-mail is in cc aan de gemachtigde van klager verzonden.

-           Bij e-mail van 30 november 2020 heeft de gemachtigde van klager zijn ongenoegen geuit en heeft hij verzocht om een reactie voor 1 december 2020 te 12:00 uur.

-           Bij e-mail van 1 december 2020 om 9:23 uur is namens de gerechtsdeurwaarder gereageerd op de e-mail van de gemachtigde van klager van 30 november 2020.

-           Op 1 december 2020 10:29 uur heeft de notaris meegedeeld dat de vordering uiterlijk op 8 december 2020 volledig wordt voldaan.

3. De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder niet op tijd en niet kundig communiceert. Tevens begrijpen medewerkers van het gerechtsdeurwaarderskantoor de materie niet volledig, aldus klager. De gerechtsdeurwaarder heeft tien dagen nodig gehad om de stukken, een taxatierapport en nota van aflevering, te bestuderen om vervolgens één dag voor de passeerdatum van 1 december 2020 eindelijk te reageren. Klager stelt dat dit bewust is gedaan om zichzelf boven andere schuldeisers te plaatsen. Klager had geen tijd meer en heeft geld moeten lenen om de vordering te voldoen om zo toch te kunnen passeren.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

5. De beoordeling van de klacht

5.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Klachten kunnen niet worden gericht tegen medewerkers van een gerechtsdeurwaarderskantoor. In het verweer heeft bovengenoemde gerechtsdeurwaarder zich opgeworpen als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van de beslissing rekening gehouden. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

5.2 De kamer overweegt dat uit de overgelegde producties blijkt dat de gerechtsdeurwaarder steeds tijdig en correct op e-mails van (de gemachtigde van) klager en de notaris heeft gereageerd. De gerechtsdeurwaarder heeft klager meermalen geïnformeerd dat de opdrachtgever niet akkoord ging met de betalingsvoorstellen van klager. Op 10 oktober 2019 heeft klager aangegeven dat hij het beslag in kort geding wilde laten toetsen. Op 23 maart 2020 heeft de (toenmalige) advocaat van klager aangegeven dat indien de gerechtsdeurwaarder het beslag niet ophief, in kort geding opheffing zou worden gevorderd. Klager is echter nimmer een civiele procedure gestart. Op 27 oktober 2020 heeft klager voor het eerst weer contact opgenomen met de gerechtsdeurwaarder. Dat de opdrachtgever na ontvangst van de gevraagde stukken van de gemachtigde van klager en de notaris, op

17 november 2020, twee weken de tijd heeft genomen om de stukken te bestuderen kan niet aan de gerechtsdeurwaarder worden verweten. Dat er vervolgens vragen zijn gesteld, omdat er onder meer steeds wisselende bedragen werden genoemd, is evenmin tuchtrechtelijk laakbaar. De kamer volgt klager niet in zijn stelling dat het zonder meer evident was dat in een eventueel kort geding het beslag zou worden opgeheven, onder meer gelet op die wisselende bedragen. De gerechtsdeurwaarder hoefde alleen al daarom zijn opdrachtgever niet te ‘overrulen’. Het had op de weg van klager gelegen om eerder dan een maand voor de passeerdatum contact met de gerechtsdeurwaarder op te nemen en de gerechtsdeurwaarder gelijk van juiste en volledige gegevens te voorzien.

5.3 Nu niet gebleken is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, voorzitter, mr. I.M. Nusselder en

mr. J.N. Reijn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 maart 2022, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.