ECLI:NL:TGDKG:2022:175 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/719793 / DW RK 22/266 LvB/RH

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2022:175
Datum uitspraak: 14-11-2022
Datum publicatie: 29-12-2022
Zaaknummer(s): C/13/719793 / DW RK 22/266 LvB/RH
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Verzet is ongegrond aangezien in de oorspronkelijk beslssing de juiste maatstaf is toegepast. Klager dient een executiegeschil aanhangig te maken, de tuchtrechter is niet bevoegd te oordelen over het onderliggende geschil. 

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van  zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 28 juni 2022 met zaaknummer C/13/707833 / DW RK 21/436 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/719793 / DW RK 22/266 LvB/RH ingesteld door:

[..],

wonende te [..],

klager,

tegen:

[..],

gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde.

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 29 september 2021, heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 2 december 2021, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

Bij beslissing van 28 juni 2022 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Aan klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van diezelfde datum. Bij brief, ingekomen op 7 juli 2022, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 3 oktober 2022 alwaar klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 14 november 2022.

1. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          Bij beschikking van 28 februari 2018 van de rechtbank te Almelo is de echtscheiding tussen klager en mevrouw [..] uitgesproken en is bepaald dat het echtscheidingsconvenant deel uitmaakt van de beschikking.

-          Bij beschikking van 27 maart 2020 van de rechtbank te Zutphen is vastgesteld dat klager een bijdrage in de kosten van levensonderhoud van [..] dient te voldoen.

-          Bij beschikking van 4 maart 2021 van het gerechtshof te Arnhem is de beschikking van 27 maart 2020 bekrachtigd.

-          Bij brief van 24 augustus 2021 is klager verzocht om binnen vier dagen een bedrag van € 14.494,44 te voldoen, met verwijzing naar de beschikking van

4 maart 2021. Hierop heeft klager zijn bezwaren kenbaar gemaakt.

-          Bij e-mail van 7 september 2021 heeft de gerechtsdeurwaarder klager medegedeeld dat zijn bezwaren met de opdrachtgever zijn besproken en klager alsnog de vordering dient te voldoen. De gerechtsdeurwaarder heeft klager tevens een overzicht van de openstaande vordering verstrekt.

-          Bij exploot van 23 september 2021 is aan klager de beschikking van 27 maart 2020 aan klager betekend met gelijktijdig bevel aan de inhoud te voldoen.

3. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder hem ten onrechte een sommatie heeft verstuurd om binnen vier dagen een bedrag van

€ 14.494,44 te voldoen.

4. De beslissing van de voorzitter

4.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Klachten kunnen niet worden gericht tegen een gerechtsdeurwaarderskantoor. In het verweer heeft bovengenoemde gerechtsdeurwaarder zich opgeworpen als beklaagde. Hiermee is in de aanhef van de beslissing rekening gehouden. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2 De voorzitter overweegt dat een gerechtsdeurwaarder mag uitgaan van de juistheid van de informatie die hij van zijn opdrachtgever krijgt, tenzij hij gegronde redenen heeft om aan de juistheid daarvan te twijfelen. Niet gebleken is dat daarvan sprake was. De gerechtsdeurwaarder heeft de bezwaren van klager tegen de hoogte van de vordering doorgestuurd naar de opdrachtgever. De opdrachtgever heeft de gerechtsdeurwaarder vervolgens met verwijzing naar de beschikkingen van 27 maart 2020 en 4 maart 2020 laten weten dat klager de vordering moet voldoen. Klager is hiervan op de hoogte gebracht, waarbij tevens een overzicht van de openstaande vordering aan klager is verstrekt. Indien klager het niet eens is met de vordering dient hij zich tot de civiele rechter te wenden. Het ligt niet op de weg van de gerechtsdeurwaarder of de tuchtrechter om op de inhoudelijke beoordeling van het geschil in te gaan. 

4.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

5. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager het volgende aangevoerd.

Het LBIO is tot tweemaal toe niet overgegaan tot inning van de partneralimentatie wegens het niet houden aan afspraken door de ex-partner.

Na twee maanden had klager eindelijk rust totdat de gerechtsdeurwaarder klager een brief stuurde om binnen vier dagen  €14.494,44 te betalen. De gerechtsdeurwaarder heeft alleen die brief gestuurd zonder enige toelichting daarbij. Na een aantal keren gebeld te hebben kreeg klager op 7 september 2021 de andere papieren opgestuurd. Klagers ex-partner heeft loonstroken vervalst. Dit had de gerechtsdeurwaarder zelf ook kunnen zien aangezien hij de loonstroken heeft opgevraagd.

Klagers ex-partner heeft een nieuwe baan waarmee zij meer verdient dan in het convenant afgesproken bedrag. Nadat deze gegevens bekend waren geworden is klager in appel gegaan bij het gerechtshof. Daar was niet genoeg tijd om het verzwijgen van de nieuwe baan en de ondertekening van het convenant te behandelen.  Het plegen van valsheid in geschrifte is strafbaar gesteld in artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 De kamer overweegt dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer tot een andere beslissing komt. Ten overvloede wordt overwogen dat klager een executiegeschil aanhangig dient te maken aangezien de kamer niet bevoegd is een inhoudelijke beoordeling te geven over het onderliggende geschil. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

6.2 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. L. van Berkum, plaatsvervangend-voorzitter, mr. S.N. Schipper en mr. O.J. Boeder, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 november 2022, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.