ECLI:NL:TGDKG:2022:129 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/704309 / DW RK 21/289 MK/RH

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2022:129
Datum uitspraak: 17-06-2022
Datum publicatie: 15-07-2022
Zaaknummer(s): C/13/704309 / DW RK 21/289 MK/RH
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Oorspronkelijke beslissing over ontruiming in 2015 blijft in stand..*****UITSPRAAK IN HOGER BEROEP: 23 mei 2023 (zaaknummer: 200.314.356/01 GDW). Het hof wijst het hoger beroep tegen de beslissing van de kamer van 17 juni 2022 af *****

Beslissing van 17 juni 2022 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 22 juni 2021 met zaaknummer C/13/695209 / DW RK 20/638 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/704309 / DW RK 21/289 MK/RH ingesteld door:

[..],

wonende te [..],

klager,

tegen:

[..],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde,

gemachtigde: [..].

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 22 december 2020, heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Klager heeft zijn klacht nog aangevuld bij e-mails van 23 december 2020, 26 december 2020, 19 januari 2021,

23 februari 2021, 17 maart 2021, 22 maart 20121, 13 april 2021 en 14 april 2021. Bij verweerschrift, ingekomen op 10 februari 2021, heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd. Bij beslissing van 22 juni 2021 heeft de voorzitter de klacht deels als kennelijk ongegrond afgewezen en deels niet ontvankelijk verklaard. Aan klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 23 juni 2021. Bij e-mail, ingekomen op 29 juni 2021, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 13 mei 2022 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 17 juni 2022.

1. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          op 12 augustus 2015, betekend aan klager op 19 augustus 2015, is klager veroordeeld de woning te ontruimen;

-          op 3 september 2015 is de woning ontruimd;

-          op 16 mei 2017 is het verzet tegen een eerdere beslissing ongegrond verklaard;

-          op 17 december 2020, betekend aan klager op 22 december 2020, is executoriaal derdenbeslag gelegd onder de gemeente Rotterdam op de uitkering van klager.

3. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich samengevat over het volgende.

a. klager heeft meerdere keren meegedeeld dat er geen authentieke akte is afgegeven in deze zaak. Toch blijft de gerechtsdeurwaarder bezig de vordering te innen;

b. de uitwerking vande betekening van het executoriaal beslag moet worden gestuit en de betrokkenen moeten worden terecht gewezen;

c. de [..] handelt als een criminele organisatie;

d. ten tijde van de ontruiming heeft de gerechtsdeurwaarder het op een akkoordje gegooid met de griffie en heeft met een kladje de ontruiming doorgezet, terwijl

klager op een valse aanklacht was aangehouden;

e. de [..] heeft in 2016 geweigerd een exploot uit te brengen namens klager bij de Stichting [..];

f. [..] en [..] hebben een langdurige relatie, zolang dat er van onpartijdig werken niet meer gesproken kan worden;

4. De beslissing van de voorzitter

4.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.2 Ten aanzien van klachtonderdeel a wordt het volgende overwogen. De gerechtsdeurwaarder beschikt over een executoriale titel op grond waarvan de executiemaatregelen, zoals het leggen van beslag op het inkomen van klager, getroffen kunnen worden. Deze executoriale titel is het vonnis van 12 augustus 2015. Niet is gebleken dat er gebreken kleven aan dit vonnis.

4.3 Ten aanzien van klachtonderdeel b wordt overwogen dat de tuchtrechter geen bevoegdheid heeft een beslag te stuiten of op te heffen. Bij een geschil met betrekking tot de verdere tenuitvoerlegging van een executoriale titel geeft artikel 438 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering een algemene regeling. Krachtens deze bepaling dienen geschillen met betrekking tot de executie voorgelegd te worden aan de bevoegde (executie)rechter. Het tuchtrecht biedt daarvoor niet de geƫigende weg.

4.4 Ten aanzien van klachtonderdelen c en f wordt overwogen dat deze klachtonderdelen meningen betreffen van klager. Klager heeft zijn stellingen slechts onderbouwd met algemeenheden. Deze klachtonderdelen stuiten hierop af.  

4.5 Ten aanzien van klachtonderdelen d en e wordt overwogen dat op grond van het bepaalde in artikel 37 lid 2 van de Gerechtsdeurwaarderswet klachten binnen drie jaar moeten worden ingediend tenzij de gevolgen van dat handelen van de gerechtsdeurwaarder pas na drie jaar bekend zijn geworden. De ontruiming van de woning heeft op 3 september 2015 plaats gevonden. Dit betekent dat de klacht na meer dan vijf jaar is ingediend. Dat de gevolgen van het handelen pas later bekend zijn geworden is niet gebleken. De klachtonderdelen zijn daarom niet ontvankelijk. Daarnaast wordt overwogen dat klachtonderdeel e behandeld is in een eerdere klachtzaak waarin op 10 januari 2017 is beslist en waartegen het ingediende verzet op 16 mei 2017 ongegrond is verklaard.

4.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager deels als kennelijk ongegrond afgewezen en deels niet ontvankelijk verklaard.

5. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager het volgende aangevoerd.

5.1 Klager erkent de beslissing van de voorzitter van 22 juni 2021 niet als authentieke akte omdat de naam van de griffier niet is vermeld en de handtekeningen nergens op lijken. De akte kan wel vervalst zijn.

5.2 De voorzitter die de oorspronkelijke beslissing heeft genomen heeft nevenfuncties die zij nooit gemeld heeft.

5.3 Ter zitting heeft klager aangevoerd dat aktes niet zijn verzonden en dat de rechter het onderhands heeft geregeld met de griffier. Klager wilde bij de uitspraak van 12 augustus 2015 aanwezig zijn maar hij heeft geen uitnodiging gekregen. Op basis van het vod wat hij heeft gekregen is zijn woning ontruimd. Klager is al zeven jaar dakloos. Aktes zijn ondertekend door administratieve medewerkers van de rechtbank. De gerechtsdeurwaarder heeft ten onrechte geen onderzoek ingesteld naar de rechtsgeldigheid van het vonnis.

6. Het verweer in verzet van de gerechtsdeurwaarder

In verzet heeft de gerechtsdeurwaarder de door klager aangevoerde gronden gemotiveerd betwist. Voor zover nodig wordt hierna op dat verweer ingegaan.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 De kamer overweegt dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht toekomt. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

7.3 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet ongegrond.