ECLI:NL:TGDKG:2022:127 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/713063 / DW RK 22/41 MdV/RH

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2022:127
Datum uitspraak: 10-06-2022
Datum publicatie: 15-07-2022
Zaaknummer(s): C/13/713063 / DW RK 22/41 MdV/RH
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De oorspronkelijke beslissing over de niet ontvankelijkheid van de klacht blijft in stand. Er is geen sprake van een nieuw feitencomplex op grond waarvan de klacht inhoudelijk behandeld had moeten worden. 

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 10 juni 2022 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 11 januari 2021 met zaaknummer C/13/703256 / DW RK 21/248 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/713063 / DW RK 22/41 MdV/RH ingesteld door:

[..],

wonende te [..],

klager,

tegen:

[..],

gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde.

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlage, ingekomen op 11 juni 2021, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 27 september 2021, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd.

Bij beslissing van 11 januari 2022 heeft de voorzitter de klacht als niet ontvankelijk afgewezen. Aan klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 13 januari 2022. Bij brief, ingekomen op 20 januari 2022, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 29 april 2022 alwaar klager is verschenen. De gerechtsdeurwaarder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. De uitspraak is bepaald op 10 juni 2022.

1. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          Bij beslissing van 29 januari 2021, geregistreerd onder nummers  

C/13/676963 / DW RK 19/664 en C/13/677141 /DW RK 19/668, is een eerdere klacht gericht tegen de gerechtsdeurwaarder ongegrond verklaard. Klager heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van 29 januari 2021.

3. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder klagers auto ten onrechte niet op internet, zoals onder andere via marktplaats, te koop heeft gezet, met als gevolg dat de auto voor een te lage prijs is verkocht waardoor klager financieel is benadeeld.

4. De beslissing van de voorzitter

4.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

De voorzitter overweegt dat aan de thans geformuleerde klacht hetzelfde feitencomplex ten grondslag ligt, als aan de klacht die in de eerdere procedure (zoals in deze beschikking vermeld onder de feiten) aan de orde is gesteld. Nu klager geen (nieuwe) feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die maken dat deze klacht inhoudelijk een andere beoordeling behoeft, zal de klacht niet-ontvankelijk worden verklaard. 

4.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager niet ontvankelijk verklaard.

5. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager het volgende aangevoerd.

5.1 In de beslissing van 29 januari 2021 is het volgende opgenomen: nu de openbare verkoop plaatsvond in 2018 zijn deze regels niet van toepassing op de verkoop van klagers auto. In het proces-verbaal dat klager heeft ontvangen na de zitting staat opgenomen dat de gerechtsdeurwaarder wel degelijk eerder een auto op Marktplaats, dus on line te koop had gezet, maar dit is in klagers geval niet gebeurd. Door zijn nonchalante gedrag heeft de gerechtsdeurwaarder klager bewust benadeeld.

5.2 Het is noodzakelijk dat klager meerdere klachten heeft ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder aangezien deze gewetenloze gerechtsdeurwaarder een kwalijke praktijk aan de dag legt.

5.3 De gerechtsdeurwaarder heeft klager geen betalingsregeling aangeboden, ook was het onmogelijk de auto zelf te verkopen omdat nog een leasecontract van toepassing was.

5.4 In de beslissing van het gerechtshof van 16 november 2021 is een verhandeling gegeven over de verkoop van klagers auto waarbij dezelfde terminologie is gebruikt als in de beslissing van de kamer en dat alles zonder dat klager dit had genoemd en dat evenmin voorkomt in het verweerschrift van de gerechtsdeurwaarder.

5.5 ten aanzien van de ontvankelijkheid van de klacht heeft klager overtuigend aangetoond wel degelijk een ander feitencomplex van toepassing is. Zowel de kamer als het hof gaat daar niet op in of wil daar niet op ingaan. De inhoud van het proces-verbaal wordt onder het vloerkleed geschoven. Het is onacceptabel dat de vernieuwde klacht niet ontvankelijk is verklaard. Klager is ernstig financieel benadeeld. Gerechtelijke zaken worden immers heropend als nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd.  

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Aangezien de klacht niet ontvankelijk is verklaard wordt verzetgrond 5.5. eerst  behandeld. De inhoudelijke argumenten van klager kunnen immers pas aan bod komen als is beslist over de ontvankelijkheid. Klager heeft gesteld dat een ander feitencomplex van toepassing is dan bij de eerdere beslissing en verwijst daarbij onder andere naar de inhoud van het proces-verbaal van de zitting van 18 december 2020 waarin is opgenomen dat de gerechtsdeurwaarder heeft gezegd dat hij heel soms een auto op Marktplaats heeft gezet, maar dat dat niet is gebeurd met de auto van klager. Nu het proces-verbaal een verslag is van het verhandelde ter terechtzitting van 18 december 2020 waar klagers klacht van 17 februari 2021 werd behandeld kan dit proces-verbaal niet gelden als nieuw feit op grond waarvan de klacht inhoudelijk behandeld had moeten worden. Ook overigens is niet gebleken van nieuwe feiten op grond waarvan de klacht inhoudelijk behandeld had moeten worden, waarbij in aanmerking wordt genomen dat in 2018 het niet verplicht was een inbeslaggenomen voertuig te adverteren op internet.

6.2 De kamer overweegt dat de voorzitter de inleidende klacht op de juiste gronden niet ontvankelijk heeft verklaard. Het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard. Dit betekent dat de andere gronden van het verzet niet behandeld worden.

6.3 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet ongegrond.