ECLI:NL:TGDKG:2022:125 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/709520 / DW RK 21/499 MdV/RH

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2022:125
Datum uitspraak: 10-06-2022
Datum publicatie: 15-07-2022
Zaaknummer(s): C/13/709520 / DW RK 21/499 MdV/RH
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. Oorspronkelijke beslissing over ministerieplicht blijft in stand. 

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 10 juni 2022 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beslissing van 26 oktober 2021 met zaaknummer C/13/701191 / DW RK 21/166 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/709520 / DW RK 21/499 MdV/RH ingesteld door:

[..],

wonende te[..],

klager,

tegen:

[..],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde,

gemachtigde: mr. [..].

Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief met bijlage, ingekomen op 23 april 2021, heeft klager een klacht ingediend tegen (het kantoor van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 3 juni 2021, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. Bij beslissing van 26 oktober 2021 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Aan klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van diezelfde datum. Bij brief, ingekomen op 9 november 2021, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 29 april 2022 alwaar de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klager is telefonisch gehoord. De uitspraak is bepaald op 10 juni 2022.

1. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          Bij vonnis van de kantonrechter te Rotterdam van 22 juli 2011 is klager veroordeeld tot het betalen van een geldbedrag aan de [..].

-          Bij vonnis van de kantonrechter te Rotterdam van 9 december 2011 is klager veroordeeld tot het betalen van een geldbedrag aan [..].

-          Bij vonnis van de kantonrechter te Rotterdam van 20 december 2013 is klager veroordeeld tot het betalen van een geldbedrag aan de [..].

-          Bij vonnis van de kantonrechter te Rotterdam van 15 april 2016 is klager veroordeeld tot het betalen van een geldbedrag aan [..].

-          Op 15 januari 2020 heeft de gerechtsdeurwaarder executoriaal derdenbeslagen gelegd onder de Sociale Verzekeringsbank ten laste van klager.

-          De processen-verbaal van de gelegde beslagen zijn bij exploten van

22 januari 2020 aan klager betekend.

3. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat:

a: de gerechtsdeurwaarder beslagen blijft leggen op iedere bron van inkomsten van klager;

b: onder brieven van het gerechtsdeurwaarderskantoor nooit de naam van de schrijver vermeld staat, alleen de naam van de afdeling waar de brief afkomstig van is.

4. De beslissing van de voorzitter

4.1 De voorzitter heeft als volgt op de klacht overwogen:

4.1 Gerechtsdeurwaarders (waaronder mede wordt begrepen waarnemend gerechts­deur­waar­ders, toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat-gerechtsdeurwaar­ders en degenen die zijn toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid, bedoelde opleiding) zijn ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaar­ders­­wet aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder, waarnemend gerechts­deur­waar­der, toegevoegd gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder niet betaamt.

4.2 Omdat een (medewerker van een) kantoor geen beklaagde kan zijn wordt, gelet op de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 25 juni 2013 (ECLI:NL:GHAMS:2013:2450), de in aanhef vermelde gerechtsdeurwaarder als beklaagde aangemerkt, nu hij een aantal gewraakte derdenbeslagen heeft gelegd. Het dossier van klager kan worden aangemerkt als vallende onder zijn verantwoordelijkheid. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.3 Ten aanzien van klachtonderdeel a stelt de voorzitter voorop dat op een gerechtsdeurwaarder een ministerieplicht rust indien hem wordt verzocht een titel ten uitvoer te leggen. Klager staat op grond van artikel 3:276 van het Burgerlijk Wetboek met zijn hele vermogen in voor de vordering. Het staat de gerechtsdeurwaarder op grond van artikel 435 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vrij om beslag te leggen op alle vermogensobjecten van klager, dus ook op zijn inkomen. Tegen de tenuitvoerlegging van de titels kan klager slechts opkomen door een executiegeschil aan te spannen tegen de opdrachtgevers van de gerechtsdeurwaarder. Het tuchtrecht is daarvoor niet de geëigende weg.

4.4 Ten aanzien van klachtonderdeel b overweegt de voorzitter dat uit de brieven van de gerechtsdeurwaarder duidelijk blijkt van welke afdeling de betreffende brief afkomstig is en op welke vordering de brief betrekking heeft. Indien klager een inhoudelijke vraag over de betreffende brief heeft kan hij contact opnemen met de genoemde afdeling. Er bestaat voor de gerechtsdeurwaarder geen verplichting om de brieven te laten ondertekenen met een naam van een medewerker van de afdeling.

4.2 Op grond hiervan heeft de voorzitter de klacht van klager als kennelijk ongegrond afgewezen.

5. De gronden van het verzet

In verzet heeft klager het volgende aangevoerd.

5.1 [..] heeft zijn vordering ingetrokken en [..] kan dus nooit dit vonnis executeren;

5.2 klagers klachten zijn niet alleen gericht tegen [..], maar tegen het gehele kantoor van [..] en zijn medewerkers;

5.3 [..] opereert als een gerechtsdeurwaarder, maar een besloten vennootschap kan nooit een gerechtsdeurwaarder zijn omdat het geen natuurlijke persoon is. Onder 4.2 van de beslissing wordt gesteld dat een kantoor geen beklaagde kan zijn, maar dat kan klager niet aangerekend worden.

5.4 [..] heeft enkel een aantal beslagen gelegd daarom wordt hij als beklaagde aangemerkt, dit heeft dus weinig met het handelen van het kantoor van [..] te maken;

5.5 gelet op de behandeling van de klachten kan slechts geconstateerd worden dat het een geval is van de slager die zijn eigen vlees keurt.

6. Het verweer in verzet van de gerechtsdeurwaarder

In verzet heeft de gerechtsdeurwaarder de door klager aangevoerde gronden gemotiveerd betwist. Voor zover nodig wordt hierna op dat verweer ingegaan.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 Voor zover klager nieuwe klachten in verzet heeft aangevoerd kan hij daarin niet worden ontvangen. Volgens vaste rechtspraak van het gerechtshof Amsterdam dient de kamer bij de behandeling van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter de oorspronkelijke klacht te toetsen. Dit betekent dat in verzet de oorspronkelijke klacht niet met nieuwe klachten kan worden aangevuld. Klager kan niet worden ontvangen in zijn klacht als vermeld onder 5.1.

6.2 De kamer overweegt dat de voorzitter bij de beoordeling van de inleidende klacht de juiste maatstaf heeft toegepast. De gronden van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter leveren geen nieuwe gezichtspunten op die maken dat de kamer aan een inhoudelijke beoordeling van de klacht toekomt. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

6.3 Het voorgaande leidt tot de navolgende beslissing.

BESLISSING:

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart het verzet ongegrond.