ECLI:NL:TGDKG:2022:124 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/702748 / DW RK 21/231 MdV/RH

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2022:124
Datum uitspraak: 10-06-2022
Datum publicatie: 15-07-2022
Zaaknummer(s): C/13/702748 / DW RK 21/231 MdV/RH
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Een gerechtsdeurwaarder die ten onrechte een beslag legt maakt zich in het algemeen daarmee niet zonder meer schuldig aan handelen dat tuchtrechtelijk dient te worden bestraft. Dit kan anders zijn wanneer de vergissing of fout klaarblijkelijk gevolg is van grote onzorgvuldigheden of van handelen tegen beter weten in. Hiervan is in deze zaak niet gebleken.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 10 juni 2022 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/702748 / DW RK 21/231 MdV/RH ingesteld door:

[..],

wonende te [..],

klager,

tegen:

[..],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde,

gemachtigde: mr. [..].

Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 2 juni 2021, heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 9 augustus 2021, heeft de gerechtsdeurwaarder gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 29 april 2022 alwaar klager en de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op 10 juni 2022.

1. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          klager is op 10 maart 2010 veroordeeld door de kantonrechter een vordering te voldoen van [..];

-          op 22 juli 2015 is de schuldsanering van klager door middel van een schone lei verklaring beĆ«indigd;

-          op 30 april 2021 heeft de gerechtsdeurwaarder klager op een oud adres een sommatie verzonden waarin klager wordt meegedeeld dat een restant vordering openstaat;

-          op 26 mei 2021, betekend aan klager op 31 mei 2021, heeft een gerechtsdeurwaarder executoriaal derdenbeslag gelegd op loonbetalingen van klager; 

-          op 31 mei 2021 heeft klager een e-mail verzonden aan het kantoor van de gerechtsdeurwaarder waarin hij heeft geklaagd over het gelegde beslag;

-          op 1 juni 2021 heeft een medewerker van het gerechtsdeurwaarderskantoor  meegedeeld dat het beslag wordt opgeheven, dat de kosten worden tegengeboekt en het dossier wordt gesloten.

2. De klacht

Klager beklaagt zich samengevat over het volgende.

Op grond van de schone lei verklaring mocht de gerechtsdeurwaarder geen beslag leggen inzake een vonnis uit 2010. Dit moet bekend zijn bij de gerechtsdeurwaarder. Klager beklaagt zich over het gehele proces, de gerechtsdeurwaarder heeft klager opgespoord, de werkgever van klager is benaderd en de gerechtsdeurwaarder is op klagers adres geweest. Dit terwijl de vordering van [..] op de lijst stond van vorderingen waarover een schone lei is uitgesproken.   

3. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken en aangevoerd dat de sommatie naar het oude adres van klager is verzonden omdat de BRP alleen geraadpleegd kan worden wanneer een ambtshandeling wordt uitgevoerd. Aangezien klager niet reageerde op de sommatie is beslag gelegd. De gerechtsdeurwaarder heeft op 11 mei 2021 het Centraal Insolventieregister geraadpleegd. Klager bleek daar niet in voor te komen, waardoor de gerechtsdeurwaarder niet op de hoogte was van het feit dat aan klager een schone lei verklaring was verleend. De vordering van [..] is samen met een aantal andere vorderingen van [..] op andere debiteuren bij de gerechtsdeurwaarder ingediend. [..] heeft het dossier ten tijde van toelating tot de WSNP van klager en de schone lei verlening het dossier niet in behandeling gehad. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4. De beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en toegevoegd gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

4.2 De kamer overweegt als volgt. Gebleken is dat klagers gegevens niet voorkomen in het Centraal Insolventieregister, zoals door de gerechtsdeurwaarder is vastgesteld. De stelling van klager dat de gerechtsdeurwaarder meer had moeten doen om de vordering van [..] op klager te onderzoeken wordt door de kamer niet gevolgd, omdat daarvoor voor de gerechtsdeurwaarder geen aanleiding bestond. De gerechtsdeurwaarder had de vordering ten tijde van het WSNP traject van klager niet in behandeling en had daarom geen aanknopingspunt voor een nader onderzoek. Nadat klager op 31 mei 2021 over het gelegde beslag had geklaagd bij de gerechtsdeurwaarder heeft de gerechtsdeurwaarder de dag erna het beslag onder de werkgever opgeheven en de kosten van het beslag gecrediteerd. Naar het oordeel van de kamer heeft de gerechtsdeurwaarder daarmee alert gereageerd. Een gerechtsdeurwaarder die ten onrechte een beslag legt maakt zich in het algemeen daarmee niet zonder meer schuldig aan handelen dat tuchtrechtelijk dient te worden bestraft. Dit kan anders zijn wanneer de vergissing of fout klaarblijkelijk gevolg is van grote onzorgvuldigheden of van handelen tegen beter weten in. Hiervan is in deze zaak niet gebleken.

4.3 Ten overvloede overweegt de kamer het volgende. De gerechtsdeurwaarder heeft gesteld dat de sommatie naar het oude adres van klager is gezonden, omdat de BRP niet geraadpleegd mocht worden. Omdat klager niet reageerde bestond het voornemen beslag te leggen. Op grond van dit voornemen heeft de gerechtsdeurwaarder de BRP geraadpleegd en kunnen constateren dat de sommatie naar een oud adres was verzonden. De kamer kan zich voorstellen dat de gerechtsdeurwaarder de sommatie alvorens het beslag te leggen naar klagers huidige adres had gestuurd. Hiermee was de beslaglegging en daarmee de benadering van klagers werkgever wellicht te voorkomen geweest.

4.4 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart de klacht ongegrond.