ECLI:NL:TAHVD:2022:140 Hof van Discipline 's Gravenhage 220236H

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2022:140
Datum uitspraak: 23-09-2022
Datum publicatie: 29-09-2022
Zaaknummer(s): 220236H
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Herziening
Beslissingen: Beklag
Inhoudsindicatie: Herziening van beslissing op artikel 13 beklag (beklag tegen beslissing van de deken géén advocaat aan te wijzen op verzoek van klager). Ondanks dat herziening van een beslissing van het hof alleen mogelijk is op verzoek van een advocaat aan wie een maatregel is opgelegd, wijst de herzieningskamer het verzoek van verzoekster (particulier) toe. Het hof van discipline heeft namelijk het beginsel van hoor en wederhoor geschonden door niet alle processtukken te betrekken bij de beoordeling van het beklag.  De herzieningskamer ziet aanleiding direct opnieuw te beslissen op het artikel 13-beklag, omdat het beklag ziet op een zaak waarin verzoekster verzocht om een cassatieadvocaat in de procedure waarin een cassatietermijn afloopt op 28 september 2022 (2 dagen na deze beslissing). De herzieningskamer verklaart het beklag gegrond. De deken had het verzoek ten eerste afgewezen, omdat verzoekster niet voldoende afwijzingsreacties van andere cassatieadvocaten had , maar verzoekster heeft die afwijzingen later alsnog aangeleverd. De tweede grond voor de afwijzende beslissing van de deken was dat het aan verzoekster was te wijten dat haar eerdere cassatieadvocaat zich teruggetrokken heeft uit de zaak. Uit de stukken blijkt echter dat verzoekster de lezing rondom de beëindiging van zijn dienstverlening gemotiveerd heeft betwist en dus de stellingen van die eerdere cassatieadvocaat niet gevolgd konden worden door de deken. De deken had dan ook geen grond tot afwijzing van het art. 13-verzoek van verzoekster. Het beklag is gegrond. 

Beslising van 23 september 2022

in de zaak 220236H

naar aanleiding van het verzoek tot herziening van:

verzoekster

1 DE BESLISSING WAARVAN HERZIENING WORDT VERZOCHT

De herzieningskamer van het hof (hierna: de herzieningskamer) verwijst naar de beslissing van 19 september 2022 van het hof van discipline met zaaknummer 220237. Daarin is het beklag ex artikel 13 van verzoekster tegen de beslissingen d.d. 1 en 5 september 2022 van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag (hierna: de deken) ongegrond verklaard. De beslissing is onder [ECLI:NL:TAHVD:2022:139] gepubliceerd op tuchtrecht.nl.

2 HET VERZOEK TOT HERZIENING

2.1 Verzoekster heeft in een e-mailbericht van 20 september 2022, vier e-mailberichten van 21 september 2022 en een e-mailbericht van 22 september 2022 verzocht om herziening van de beslissing van het hof.

2.2 Verder bevat het herzieningsdossier de volgende stukken uit het dossier met kenmerk 220237

-een beklag d.d. 6 september 2022 met bijlagen van verzoekster;

-een verweerschrift d.d. 9 september 2022 met bijlagen van de deken.

2.3 Het herzieningsdossier van het hof bevat verder een e-mailbericht d.d. 13 september 2022 met bijlagen van verzoekster. Dit bericht bevat een reactie van verzoekster op het verweerschrift van de deken.

2.4 Ten slotte bevat het herzieningsdossier een reactie van de deken d.d. 23 september 2022 op het herzieningsverzoek.

2.5 De herzieningskamer heeft de zaak in raadkamer behandeld op basis van bovengenoemde stukken en doet  wegens het spoedeisend belang bij een beslissing thans onderhavige verkorte uitspraak. De motivering van de uitspraak gegeven op 26 september 2022.

3 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

3.1 verklaart het herzieningsverzoek ontvankelijk;

3.2 verklaart het beklag tegen de beslissing van de deken van 5 september 2022 (waarbij het herhaalde verzoek om aanwijzing van een advocaat is afgewezen althans herziening is gevraagd van de afwijzende beslissing van 1 september 2022) gegrond en tegen de beslissingen van de deken van 1 september en 6 september 2022 ongegrond bij gebrek aan belang.

Deze beslissing is gewezen door mr. E.W. de Groot, voorzitter, mrs. J.D. Streefkerk en R.N.E. Visser, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.E. Verwey, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 23 september 2022.

griffier                                                                                      voorzitter    

De beslissing is verzonden op 23 september 2022.