ECLI:NL:TNORDHA:2021:19 Kamer voor het notariaat Den Haag 21-02

ECLI: ECLI:NL:TNORDHA:2021:19
Datum uitspraak: 14-07-2021
Datum publicatie: 05-08-2021
Zaaknummer(s): 21-02
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Klager verwijt de notaris dat hij niet aan de erfgenamen heeft gevraagd of zij daden van beheer hadden verricht.    

Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag

Beslissing d.d. 14 juli 2021 inzake de klacht onder nummer 21-02 van:

[naam klager],

hierna ook te noemen: klager,

tegen

mr. [naam notaris],

notaris te [vestigingsplaats],

hierna ook te noemen: de notaris.

1.     Het procesverloop

1.1           De Kamer heeft kennisgenomen van de klacht, met bijlagen, ingekomen op 12 februari 2021.

1.2           De notaris heeft een verweerschrift, met bijlagen, ingediend.

1.3       Klager heeft schriftelijk gereageerd op het verweer van de notaris.

1.4       De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 juni 2021. Daarbij waren aanwezig klager en de notaris. Van het verhandelde is proces-verbaal opgemaakt met daaraan de door de notaris overgelegde pleitnotities gehecht.

2               De feiten

2.1           Op 30 maart 2020 is de moeder van klager, mevrouw [naam erflaatster] (hierna te noemen: erflaatster) overleden.

2.2           Erflaatster had zes kinderen.

2.3           Bij testament van 16 juni 2017, verleden voor mr. [P], notaris te [vestigingsplaats], heeft erflaatster klager en zijn zuster [O] onterfd. Zij heeft hen een

bedrag gelegateerd dat overeenkomt met de waarde van de legitieme portie.

2.4           Klager heeft de notaris op 26 januari 2021 een mail gestuurd, omdat hij vragen had over de gang van zaken bij de afwikkeling van de nalatenschap.

3               De klacht

3.1           Ter zitting is gebleken dat klager de notaris verwijt dat hij niet aan de erfgenamen heeft gevraagd of zij daden van beheer hadden verricht.

3.2           Op 31 maart 2020 (een dag na het overlijden van erflaatster) hebben de erfgenamen een

bedrag van € 40.000,- (ieder € 10.000,-) van de privé rekening van erflaatster naar zichzelf overgeboekt. Later hebben ze dat weer teruggestort.

3.3           Daarna hebben de erfgenamen een verklaring van beneficiaire aanvaarding getekend.

3.4           Nu de erfgenamen zich geld hadden toegeëigend, konden zij niet meer beneficiair aanvaarden.

Zij hebben dan zuiver aanvaard.

3.5           Hier had de notaris alert op moeten zijn en dit met de erfgenamen moeten bespreken.

4               Het verweer van de notaris

4.1           Op 9 februari 2021 heeft de notaris klager, naar aanleiding van zijn e-mail van 26 januari 2021, op kantoor uitgenodigd om één en ander mondeling toe te

lichten. Klager had enkele vragen over de nalatenschap.

4.2           Een aantal vragen heeft de notaris naar tevredenheid van klager kunnen beantwoorden.

4.3           Wat betreft de beneficiaire aanvaarding het volgende. De opdracht die het notariskantoor ruim

na het overlijden van erflaatster van de erfgenamen kreeg, beperkte zich tot het opstellen en afgeven van een verklaring van executele. Het notariskantoor heeft de verklaring van executele opgesteld en daarbij rekening gehouden met de mogelijkheid dat de executeur geen verklaring als bedoeld in artikel 4:202 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kon afleggen. De verklaring van executele was daarom beperkt tot de hoogst noodzakelijke bevoegdheden, zodat de executeur eerst kon onderzoeken wat de omvang van de nalatenschap was. Ook heeft het notariskantoor de erfgenamen aangeraden om bij de rechtbank een verklaring af te leggen dat de nalatenschap beneficiair aanvaard wordt. In elk dossier is dat het “standaard advies”. De notaris heeft klager uitgelegd dat als hij van mening is dat er al eerder zuiver was aanvaard, hij dit bij de betreffende erfgenaam en eventueel bij de rechter aanhangig moet maken. De rechter beslist of een handeling wel of niet een zuivere daad van aanvaarding is.

4.4           Toen duidelijk was dat de executeur geen “ruimschoots voldoende verklaring” als bedoeld in 4:202 BW kon afgeven, heeft het notariskantoor de

erfgenamen geadviseerd een verklaring van beneficiaire aanvaarding te deponeren bij de rechtbank. Ook heeft het notariskantoor in verband met een zorgvuldige

afwikkeling de erfgenamen geadviseerd een professional aan te wijzen voor de vereffening. De notaris heeft het idee dat het voor klager niet altijd helemaal

duidelijk is wat er tot de werkzaamheden van de vereffenaar en die van het notariskantoor die alleen de verklaring van executele heeft afgegeven, behoort. De

notaris heeft geprobeerd dat klager duidelijk te maken.

4.5           Voor specifieke vragen over de vereffening heeft de notaris klager doorverwezen naar de vereffenaar.

4.6       Door klager uit te nodigen voor een kosteloos gesprek op kantoor en zoveel mogelijk in te gaan op zijn vragen, is de notaris van mening dat hij klager serieus heeft genomen.

5               De beoordeling van de klacht

5.1           Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 93 van de Wet op het notarisambt

(hierna: Wna). Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven

bepaling, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van handelen of

nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt.

5.2           De Kamer overweegt als volgt. Vast is komen te staan dat de notaris ten tijde van het opstellen van de verklaring van executele en het geven van het

standaard advies om de nalatenschap beneficiair te aanvaarden, niet op de hoogte was van de overboeking van de € 40.000,- naar de eigen rekening van de

erfgenamen. Ter zitting heeft de notaris toegelicht dat de erfgenamen een keuzeformulier moesten invullen over de wijze van aanvaarden/verwerpen. Wellicht

hebben de erfgenamen zelf onjuist verklaard toen zij het keuzeformulier invulden. Op het formulier stond duidelijk aangegeven dat zij bij de keuze voor

beneficiaire aanvaarding, geen daden van beheer mochten hebben verricht.

5.3       Verder is vast komen te staan dat de notaris meer werkzaamheden heeft verricht dan nodig was. Immers de opdracht was dat hij alleen een verklaring van executele zou opstellen. Dat hij klager nadien heeft uitgenodigd voor een kosteloos gesprek en dat hij klager een brief heeft gestuurd dat er een verklaring van executele was afgeven en hem heeft gewezen op de negatieve boedel is een onverplichte service geweest. De notaris heeft uitleg gegeven die deugdelijk was en hij heeft onder de omstandigheden zorgvuldig gehandeld. Meer dan de notaris nu heeft gedaan, had hij niet hoeven doen. De klacht is dan ook ongegrond. Voor de resterende vragen die klager over de nalatenschap heeft, dient hij zich te wenden tot anderen.

BESLISSING

De Kamer voor het notariaat:

-        verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. G.P. van Ham voorzitter, J. Snoeijer en J.W.A.P. Michels, en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 14 juli 2021.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam. Het beroepschrift dient binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief door het Hof te zijn ontvangen, waarbij de datum van ontvangst door het Hof bepalend is.