ECLI:NL:TNORDHA:2021:13 Kamer voor het notariaat Den Haag 20-46

ECLI: ECLI:NL:TNORDHA:2021:13
Datum uitspraak: 26-05-2021
Datum publicatie: 22-06-2021
Zaaknummer(s): 20-46
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Klagers verwijten de notaris dat hij bij het opstellen en passeren van het testament in 2013 niet de zorgvuldigheid in acht heeft genomen die van een notaris verwacht mag worden.    

Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag

Beslissing d.d. 26 mei 2021 inzake de klacht onder nummer 20-46 van:

[klagers],

hierna ook te noemen: klagers,

tegen

[notaris] ,

notaris te [vestigingsplaats],

hierna ook te noemen: de notaris.

1.     Het procesverloop

1.1       De Kamer heeft kennisgenomen van de klacht, met bijlagen, ingekomen op 19 oktober 2020.

1.2       De notaris heeft verweer ingediend.

1.3       De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 21 april 2021. Daarbij waren via skypeverbinding aanwezig klagers bijgestaan door mr. P. Klaassen, en de notaris. Van het verhandelde is proces-verbaal opgemaakt. Klagers hebben een pleitnota overgelegd.

2.     De feiten

2.1       Op 3 oktober 2017 is de heer [erflater] (hierna te noemen: erflater) overleden.

2.2       Erflater is de (peet)oom van klagers.

2.3       Eind jaren negentig heeft erflater [naam partner] (hierna te noemen: partner) ontmoet en zij kregen een relatie.

2.4       Erflater heeft op 7 februari 2006 een testament gemaakt, verleden voor mr. [naam notaris], notaris te [vestigingsplaats]. In het testament heeft hij de families [klagers] (ongeveer 60%) en [partner erflater] (ongeveer 40%) benoemd tot zijn erfgenamen. Klagers waren benoemd tot executeurs.

2.5       Bij notariële volmacht, verleden op diezelfde dag voor mr. [naam notaris], zijn klagers tezamen benoemd tot gevolmachtigden van erflater.

2.6       In het voorjaar van 2013 kondigde erflater aan dat hij en de partner voornemens waren in het huwelijk te treden. Erflater was toen 82 jaar.

2.7       Op 17 mei 2013 heeft erflater een nieuw testament gemaakt, verleden voor de notaris. Eerder gemaakte uiterste wilsbeschikkingen zijn herroepen. In dit nieuwe testament is de partner benoemd tot enig erfgenaam. Indien zij is vooroverleden zijn haar drie kinderen benoemd tot erfgenamen. Klagers en hun familie worden in dit testament niet meer genoemd. De zoon van de partner, [zoon partner erflater] (hierna te noemen: executeur), is benoemd tot executeur.

3.     De klacht

3.1       In de jaren na 2006 ging de mentale gezondheid van erflater achteruit. Hij kreeg de eerste verschijnselen van dementie. De zoon van de partner (executeur) had de financiële administratie overgenomen. Hij was gemachtigd over de bankrekeningen van erflater. Uiteindelijk is erflater opgenomen in een verzorgingstehuis.

3.2       Klagers verwijten de notaris dat hij bij het opstellen en passeren van het testament in 2013 niet de zorgvuldigheid in acht heeft genomen die van een notaris verwacht mag worden.

3.3       Begin 2019 hebben klagers navraag gedaan bij de executeur wat de stand van zaken was met betrekking tot de afwikkeling van de nalatenschap van erflater. Klagers hebben toen per e-mail het testament ontvangen.

3.4       Omdat de inhoud van het testament in 2013 erg afwijkt van het eerdere testament uit 2006 hebben klagers de indruk dat er sprake is geweest van beïnvloeding door derden.

3.5       Bij brief van 21 juli 2019 hebben klagers de notaris gevraagd of hij het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid ten behoeve van notariële dienstverlening (hierna te noemen: Stappenplan) heeft toegepast. Ook hebben zij gevraagd welk ander onderzoek de notaris heeft verricht om te kunnen concluderen dat er geen beïnvloeding door derden was.

3.6       De notaris heeft in zijn antwoord op de brief van klagers geen duidelijkheid gegeven of hij in voldoende mate heeft vastgesteld of er al dan niet sprake was van beïnvloeding door derden. In het eerdere testament was de partner ook al benoemd tot (mede) erfgenaam, zodat er toen ook al invulling werd gegeven aan de “verzorgingsgedachte”. Het nieuwe testament wijkt zeer sterk af van het eerdere, omdat alleen de familieleden van de partner zijn benoemd tot erfgenamen en executeur. De familie van klagers komen niet meer voor. Dit alles had de notaris toch moeten opmerken. Hij had nader onderzoek moeten doen.

3.7       Op grond van de volgende indicatoren uit het Stappenplan had de notaris nader onderzoek moeten verrichten: erflater was op hoge leeftijd, erflater had zijn administratie niet in eigen beheer, hij had een medische indicatie, het testament week ingrijpend af van de inhoud van het eerder opgemaakte testament en de inhoud was ongebruikelijk.

3.8       Na het overlijden van erflater heeft zijn enige nog in leven zijnde broer alle banden met de familie van de partner verbroken, omdat voor hem duidelijk werd dat zij zijn broer hadden beïnvloed en in het geheim de gehele erfenis naar zich toe hadden getrokken.

3.9       Op 7 april 2020 hebben klagers de notaris nogmaals gevraagd waarom hij geen nader onderzoek heeft ingesteld. Klagers hebben geen afdoende antwoord gekregen of er sprake was van beïnvloeding door derden. Voor zover zij kunnen nagaan is er in het dossier niets opgenomen hierover.

4.     Het verweer van de notaris

4.1       Erflater en zijn partner zijn in 2013 op kantoor geweest. Zij vertelden toen dat zij voornemens waren met elkaar in het huwelijk te treden. Zij gaven aan dat zij al gedurende een langere periode een relatie hadden en zij wensten elkaar bij overlijden over en weer verzorgd achter te laten, waarbij ook het financiële aspect niet onbelangrijk was.

4.2       Het testament waar klagers over klagen stond niet op zich en maakte deel uit van een uitgebreidere dienstverlening. Erflater en de partner hadden ook huwelijksvoorwaarden en levenstestamenten gemaakt.

4.3       Alle werkzaamheden pasten in de op dat moment actuele levenssituatie van erflater.

4.4       In het testament van 2013 heeft erflater in eerste aanleg zijn partner benoemd tot erfgename en bij haar overlijden haar drie kinderen. Bij de bespreking is ook het bestaande testament aan de orde geweest. Erflater was echter duidelijk over wat hij wilde. Alles moest uiteindelijk via de partner bij haar kinderen terecht komen.

4.5       Niemand kan rechten ontlenen aan eerder gepasseerde testamenten die herroepen zijn. Een executeursbenoeming wordt na het overlijden aanvaard. De executeursbenoeming van klagers in het herroepen testament mist elke rechtskracht.

4.6       Dat erflater zich tussen zijn eerder gemaakte testament in 2006 en het testament van 2013 in een andere levenscontext bevond, maakt hetgeen dat is opgenomen in het testament van 2013 niet ongebruikelijk.

4.7       Dat erflater de complexe situatie van drie akten overzag, gaf – als leeftijd al een zelfstandig diskwalificerende factor zou zijn – geen aanleiding om verdere stappen uit het Stappenplan toe te passen.

4.8       Erflater was inderdaad op hoge leeftijd, woonde nog zelfstandig, zijn vermogen was niet onder bewind gesteld, hij had geruime tijd een relatie met de partner, hij was heel duidelijk in wat hij wilde, zijn verzoek om dienstverlening was niet vreemd en het feit dat het op te stellen testament afweek van het eerdere testament was in het kader van het voorgenomen huwelijk en de verzorgingsgedachte zeker niet ongebruikelijk.           

5.     De beoordeling van de klacht

5.1       Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 93 Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt.

5.2       Als uitgangspunt geldt dat iedereen aan wie op grond van de wet de bekwaamheid daartoe niet is ontzegd, bij testament uiterste wilsbeschikkingen kan maken. Een notaris dient daaraan in beginsel zijn ministerie te verlenen en moet op verlangen van een testateur doen wat is vereist om diens uiterste wilsbeschikkingen in een testament vast te leggen. Zoals bij elke akte moet de notaris de wilsbekwaamheid van de betrokkene beoordelen. Het komt daarbij in eerste instantie aan op de eigen waarneming van de notaris, die daarvoor een redelijke beoordelingsvrijheid toekomt. Bij gerede twijfel aan de wilsbekwaamheid is in het algemeen verder onderzoek aangewezen. Het Stappenplan biedt hiervoor een handreiking.

In het Stappenplan staan indicatoren vermeld die aanleiding kunnen zijn voor een nadere beoordeling van de wilsbekwaamheid. Indien een notaris – ook al heeft hij kennis van het bestaan van één of meer indicatoren – geen aanleiding behoeft te hebben om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van een cliënt, dan hoeft hij het Stappenplan niet te volgen. Van belang hierbij is onder meer de indruk die een cliënt in een gesprek maakt. Ook als achteraf uit een rapport van een deskundige of getuigenverklaring valt af te leiden dat een cliënt op het moment van de bespreking of passeren van de akte (mogelijk) niet als wilsbekwaam kon worden aangemerkt, betekent dit nog niet zonder meer dat dit ook aan de notaris duidelijk had moeten zijn geweest. Of dit zo is, hangt af van de omstandigheden van het geval.

5.3       De Kamer overweegt het volgende. Vast is komen te staan dat erflater en de partner in 2013 bij de notaris op kantoor hebben gesproken over hun voorgenomen huwelijk. In het kader daarvan hebben zij huwelijksvoorwaarden en levenstestamenten opgesteld. Ook hebben zij over en weer testamenten gemaakt om elkaar na overlijden verzorgd achter te laten. De notaris heeft aangevoerd dat hij geen twijfel had over de wilsbekwaamheid van erflater. Klagers hebben aan de Kamer geen medische gegevens overgelegd waaruit blijkt dat erflater leed aan Alzheimer en de notaris dus had moeten twijfelen. Of er sprake was van beïnvloeding door derden hoefde de notaris in de gegeven omstandigheden niet in twijfel te trekken. Immers erflater en de partner hadden aangegeven dat zij geruime tijd een relatie hadden en erflater had zelf geen kinderen. De inhoud van het testament paste in de leefsituatie van erflater waarin hij zich op dat moment bevond. De klacht is derhalve ongegrond.

5.4       De Kamer merkt tot slot wel op dat de notaris onvoldoende heeft gereageerd/ gecommuniceerd aan klagers op de door hen begrijpelijke gerezen vragen, hetgeen de Kamer niet klachtwaardig acht.

BESLISSING

De kamer voor het notariaat:

-        verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. G.P. van Ham voorzitter, R.J. Groenhof en J.T.A. van der Stok, en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 26 mei 2021.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam. Het beroepschrift dient binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief door het Hof te zijn ontvangen, waarbij de datum van ontvangst door het Hof bepalend is.