ECLI:NL:TNORARL:2021:61 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/389752 / KL RK 21-106

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2021:61
Datum uitspraak: 19-11-2021
Datum publicatie: 24-01-2022
Zaaknummer(s): C/05/389752 / KL RK 21-106
Onderwerp: Personen- en Familierecht, subonderwerp: Testamenten
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Notaris had niet meer onderzoek hoeven te doen naar geestelijke gesteldheid vader dan hij heeft gedaan. Klacht ongegrond.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:         C/05/389752 / KL RK 21-106

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[naam],

wonende te [woonplaats],

en

[naam],

wonende te [woonplaats],

klagers,

gemachtigde: mr. [naam] te [woonplaats],

tegen

[naam],

notaris te [vestigingsplaats].

Partijen worden hierna respectievelijk klagers en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • de klacht met bijlagen, van 17 mei 2021;
  • het verweer van de notaris van 22 juli 2021.

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 11 oktober 2021 behandeld, waarbij zijn verschenen            mr. [naam] namens klagers enerzijds en de notaris anderzijds.

2. De feiten

2.1 De vader van klagers, [naam], is op 22 januari 2016 en 26 januari 2016, samen met zijn partner mevrouw [naam], bij de notaris op kantoor geweest om zijn testament van 19 december 2002 te laten wijzigen. In dat testament van 19 december 2002 had de vader klagers tot zijn erfgenamen benoemd en had hij aan zijn partner het vruchtgebruik van zijn gehele zuivere nalatenschap gelegateerd. Daarnaast had de vader aan zijn partner, klagers, twee stiefzonen en vier vrienden een beeldje gelegateerd, en had hij zijn partner tot executeur genoemd en zijn boekhouder tot alternatief executeur.

2.2 Het testament van 19 december 2002 is vervolgens op twee punten gewijzigd. Bij het legaat van de beeldjes zijn twee van de vier vrienden niet meer in het testament opgenomen en daarnaast heeft de vader het kantoor van de notaris tot alternatief executeur benoemd. De erfstelling en het vruchtgebruik legaat zijn ongewijzigd gebleven.

2.3 De vader heeft op 9 februari 2016 het gewijzigde testament ondertekend.

2.4 In juli 2016 is de vader opgenomen in een gesloten instelling in [woonplaats].

2.5 De vader is op [datum] overleden.

3. De klacht en het verweer

3.1 Klagers verwijten de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door onvoldoende onderzoek te doen naar de geestelijke gesteldheid van de vader. Klagers stellen dat bij de vader op het moment van het passeren van het gewijzigde testament op 9 februari 2016 sprake was van ver gevorderde dementie van het Alzheimer-type. De notaris heeft verzuimd na te gaan of de vader in de betreffende periode zelfstandig en zonder beïnvloeding van derden in staat was om zich een rechtens relevante wil te vormen. Klagers concluderen dat de vader op het moment van wijziging van het testament op 9 februari 2016 niet wilsbekwaam was.

3.2 Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling

4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris

of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 De kamer oordeelt als volgt.

4.3 Klagers stellen dat de notaris niet aan zijn onderzoeksplicht heeft voldaan. De notaris had moeten weten dat het voor de vader onmogelijk was om zijn wil te bepalen op het moment dat het testament werd gewijzigd. De notaris heeft tegen deze stelling gemotiveerd verweer gevoerd. Hij is van mening dat de vader op het moment van passeren wel goed in staat was om zijn wil te bepalen. Ter onderbouwing daarvan heeft de notaris naar voren gebracht dat hij de vader voorafgaand aan het passeren twee keer uitgebreid heeft gesproken; de vader had zich goed voorbereid op deze gesprekken met de notaris en hij was consistent in zijn uitlatingen. De notaris stelt dat er geen enkele indicatie was dat de vader op dat moment zijn wil niet kon bepalen en dat daarom verder onderzoek nodig was. Bovendien ging het slechts om een geringe wijziging van het testament van 19 december 2002.

4.4 De kamer is van oordeel dat klagers, in het licht van het vorenstaande en gelet op de gemotiveerde betwisting door de notaris, meer naar voren hadden moeten brengen ter onderbouwing van hun standpunt dat de vader niet wilsbekwaam zou zijn en dat meer onderzoek door de notaris nodig was geweest. Klagers hebben ter onderbouwing van hun standpunt enkel een verklaring van een medisch adviseur, [naam], van 23 februari 2021 overgelegd die concludeert dat de vader niet wilsbekwaam was op 9 februari 2016, maar het is de kamer gebleken dat deze verklaring pas achteraf, na het overlijden van de vader, is opgemaakt en volledig is gebaseerd op het medisch dossier van de vader. [naam] heeft de vader nimmer zelf gesproken. Vaststaat dat de notaris wel meerdere keren met de vader heeft gesproken, voorafgaand aan het verlijden van het gewijzigde testament. De notaris heeft uitgebreid verklaard over deze gesprekken en de kamer heeft geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de verklaring. Daarbij speelt mede een rol dat het om geringe wijzigingen ging. Verder is als niet weersproken komen vast te staan dat de notaris op het moment van wijziging van het testament niet over informatie over de geestelijke gesteldheid van de vader beschikte. Dit alles leidt tot de conclusie dat van de notaris niet meer onderzoek had hoeven te worden verwacht dan hij heeft gedaan. Nu naar het oordeel van de kamer niet is gebleken dat de notaris onzorgvuldig heeft gehandeld, zal de kamer de klacht hieromtrent ongegrond verklaren.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

  • verklaart de klacht op alle onderdelen ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. D.T. Boks, voorzitter, mr. C.J.M. Hendriks,                   mr. G. Venema,  mr. M.R.H. Goossens en mr. V. Oostra, leden, en in tegenwoordigheid van mr. A. de Wijse - Hageman LLB, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 19 november 2021.

De secretaris

 

De voorzitter

 
 

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.