ECLI:NL:TNORARL:2021:40 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/385121 / KL RK 21-35

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2021:40
Datum uitspraak: 27-07-2021
Datum publicatie: 13-09-2021
Zaaknummer(s): C/05/385121 / KL RK 21-35
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Klacht over de beoordeling van de wilsbekwaamheid van een testateur kort voorafgaand en ten tijde van het passeren van zijn testament. De kamer heeft de klacht ongegrond verklaard. De kamer heeft overwogen dat de door klagers aangehaalde omstandigheden niet zonder meer meebrengen dat vader niet in staat was zijn wil te bepalen. Wel gaven zij aanleiding om de wilsbekwaamheid nader te onderzoeken. Hoewel het vanwege de aanwezige indicatoren (gezondheidstoestand vader; ingrijpende afwijking van het eerdere concept) voor de hand had gelegen dat de notaris bewust de stappen uit het Stappenplan zou hebben gevolgd en haar bevindingen in het dossier zou hebben vastgelegd, heeft de notaris dat niet gedaan, zo heeft zij zelf ter zitting verklaard. Uit het verweerschrift van de notaris en hetgeen zij ter zitting verder naar voren heeft gebracht, is het de kamer echter wel gebleken dat de notaris in concreto verschillende stappen uit het Stappenplan heeft toegepast, op basis waarvan de notaris zich een oordeel heeft kunnen vormen over de wilsbekwaamheid van vader. De kamer heeft verder overwogen dat de notaris tijdens haar besprekingen met vader tot de conclusie is gekomen dat hij bekwaam was om zijn wil te bepalen. Het was in eerste instantie aan de notaris om vast te stellen of vader voldoende bekwaam was om de inhoud van de akte te begrijpen. Er was bij de notaris geen sprake van twijfel over de wilsbekwaamheid van vader. Dat de notaris tot een andere conclusie had moeten komen, is niet of onvoldoende gebleken. De notaris heeft meermaals uitgebreid en ook onder vier ogen met vader gesproken waarbij vader duidelijk kon uitleggen wat zijn wens was en wat zijn beweegredenen hiervoor waren. Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris niet onzorgvuldig gehandeld. De notaris kon en mocht in de gegeven omstandigheden concluderen dat vader wilsbekwaam was om zijn testament op te maken  

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:        C/05/385121 / KL RK 21-35

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

1.[ naam klager sub 1 ]

wonende te [ woonplaats klager sub 1 ],

2. [ naam klager sub 2 ] ,

wonende te [ woonplaats klager sub 2 ],

gemachtigde: klager sub 1,

3. [ naam klager sub 3 ] ,

wonende te [ woonplaats klager sub 3],

gemachtigde: klager sub 1,

klagers,

tegen

[ naam notaris ] ,

notaris te [ vestigingsplaats notaris ].

Partijen worden hierna respectievelijk klagers en de notaris genoemd.

1.         Het verloop van de procedure

1.1.      Het verloop van de procedure blijkt uit:

-          de klacht, met bijlagen, van 4 maart 2021;

-          het verweer van de notaris van 20 april 2021.

1.2.      De klachtzaak is ter zitting van 18 juni 2021 behandeld, waarbij zijn verschenen klager sub 1 en klager sub 3 enerzijds en de notaris anderzijds. Klager sub 2 is niet verschenen.

2.         De feiten

2.1.      De heer [ naam van vader ] (hierna: vader), geboren in 1957, is in 1976 getrouwd met mevrouw [ naam van moeder ] (hierna: moeder). Uit dat huwelijk zijn drie kinderen, te weten klagers, geboren.

2.2.      Op 15 juli 2013 is moeder overleden.

2.3.      Op 29 september 2017 is vader hertrouwd met mevrouw [ X ].

2.4.      In maart 2019 is vader gediagnosticeerd met de ziekte van Kahler.

2.5.      In december 2019 heeft een op het kantoor van de notaris werkzame kandidaat-notaris een bespreking gevoerd met vader en mevrouw [ X ] over hun wensen met betrekking tot hun (levens)testamenten. Naar aanleiding van die bespreking zijn concepten opgesteld en aan vader en mevrouw [ X ] verstuurd.

2.6.      Op 26 augustus 2020 heeft de notaris bij vader thuis nogmaals een bespreking gevoerd met vader over zijn wensen voor een testament. Naar aanleiding van die bespreking heeft de notaris een gewijzigd concept opgesteld en aan vader toegestuurd.

2.7.      Op 31 augustus 2020 heeft vader, na een derde bespreking, ten overstaan van de notaris zijn testament opgemaakt. In het testament is mevrouw [ X ] tot enig erfgenaam benoemd.

2.8.      Op 12 september 2020 is vader overleden.

2.9.      Na het overlijden van vader zijn klagers bij de notaris geweest. Tijdens die bespreking hebben klagers een afschrift van het testament van vader ontvangen en werden zij bekend met de (indirecte) onterving door vader.

3.         De klacht en het verweer

3.1.      Klagers stellen in hun klaagschrift kort gezegd dat vader ten tijde van het opstellen van het testament niet meer in staat was zijn wil te bepalen en de gevolgen van zijn handelen te overzien.

3.2.      De notaris heeft de klacht gemotiveerd betwist. Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling van de klacht, nader ingaan.

4.         De beoordeling

4.1.      Op grond van artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen. De tuchtrechter toetst of het handelen en/of nalaten van een notaris in strijd is met het bepaalde in de Wna en andere toepasselijke bepalingen.

4.2.      Ter beoordeling ligt de vraag voor of de notaris voldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van vader kort voorafgaand aan en ten tijde van het passeren van het testament.

Opmerking verdient dat het in deze tuchtprocedure niet gaat over de vraag óf vader ten tijde van het passeren van de akte wilsbekwaam was, maar om de vraag of de notaris in de gegeven omstandigheden voldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van vader.

4.3.       Bij de beantwoording van de vraag wordt vooropgesteld dat als uitgangspunt geldt dat iemand die handelingsbekwaam is, geacht moet worden zijn belangen te kunnen behartigen. Eerst indien er aanleiding bestaat om daar aan te twijfelen, dient een notaris de geestesgesteldheid van zijn cliënt nader te onderzoeken. Door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie is een Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid ten behoeve van de notariële dienstverlening (hierna te noemen: het Stappenplan) opgesteld. Het Stappenplan is ontwikkeld als handvat voor (kandidaat)notarissen bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van een cliënt. In het Stappenplan staan indicatoren vermeld die aanleiding kunnen zijn voor een nadere beoordeling van de wilsbekwaamheid. Indien een (kandidaat)notaris - ook al heeft hij of zij kennis van het bestaan van een of meerdere indicatoren - geen aanleiding ziet om te twijfelen aan de wilsbekwaamheid van de cliënt, hoeft hij het Stappenplan niet (verder) te volgen. Daarbij zal het in belangrijke mate aankomen op zowel de inhoud van de gesprekken die de (kandidaat)notaris met de cliënt voert, als de wijze waarop de cliënt zich daarbij presenteert.

4.4.      Klagers voeren aan dat vader ernstig ziek was en behoorlijk veel medicatie gebruikte. Hierdoor was vader erg verzwakt en was hij niet meer in staat om naar het kantoor van de notaris te gaan. Vader had een bed in de woonkamer staan, omdat hij overdag erg veel sliep. Vanwege zijn verzwakte toestand was vader niet meer in staat een gesprek aan te gaan of weerwoord te geven.

Ter onderbouwing van hun standpunt hebben klagers een verklaring van de huisarts van vader overgelegd. De huisarts heeft verklaard dat vader in de maand voorafgaand aan zijn overlijden in toenemende mate verzwakt raakte. Dat daarbij zijn fysieke, emotionele en geestelijke vermogens hem in toenemende mate hebben verlaten is volgens de huisarts evident.

4.5.      De kamer overweegt dat de door klagers aangehaalde omstandigheden niet zonder meer meebrengen dat vader niet in staat was zijn wil te bepalen. Wel gaven zij aanleiding om de wilsbekwaamheid nader te onderzoeken. Hoewel het vanwege de aanwezige indicatoren (gezondheidstoestand vader; ingrijpende afwijking van het eerdere concept) voor de hand had gelegen dat de notaris bewust de stappen uit het Stappenplan zou hebben gevolgd en haar bevindingen in het dossier zou hebben vastgelegd, heeft de notaris dat niet gedaan, zo heeft zij zelf ter zitting verklaard. Uit het verweerschrift van de notaris en hetgeen zij ter zitting verder naar voren heeft gebracht, is het de kamer echter wel gebleken dat de notaris in concreto verschillende stappen uit het Stappenplan heeft toegepast, op basis waarvan de notaris zich een oordeel heeft kunnen vormen over de wilsbekwaamheid van vader.

4.6.      De notaris heeft aangevoerd dat zij meerdere malen uitgebreid met vader heeft gesproken, waarbij het passeren van de akte onder vier ogen heeft plaatsgevonden. Hoewel vader tijdens de bespreking van 26 augustus 2020 zeer vermoeid was vanwege een eerder bezoek, oogde vader tijdens de bespreking van 31 augustus 2020 een stuk fitter hetgeen ook door vader zelf bevestigd en toegelicht werd, aldus de notaris. Vader was volgens de notaris consistent in zijn standpunt en kon zijn keuzes toelichten. Zijn belangrijkste drijfveer was om zijn echtgenote te beschermen, waarbij vader telkens opmerkte dat klagers inmiddels hun deel hadden gehad. De notaris heeft vader voorgelicht over de consequenties van zijn keuzes. Vader was zich bewust van de impliciete onterving van klagers en hun mogelijke beroep op hun legitieme portie. Tijdens de besprekingen met vader is ook nadrukkelijk de positie van klagers aan bod geweest. De notaris heeft meerdere vragen gesteld om de wil van vader te verifiëren. In de volle overtuiging dat het testament de wil van vader bevatte, heeft de notaris vervolgens het testament gepasseerd.

4.7.      De kamer overweegt dat de notaris tijdens haar besprekingen met vader tot de conclusie is gekomen dat hij bekwaam was om zijn wil te bepalen. Het was in eerste instantie aan de notaris om vast te stellen of vader voldoende bekwaam was om de inhoud van de akte te begrijpen. Er was bij de notaris geen sprake van twijfel over de wilsbekwaamheid van vader. Dat de notaris tot een andere conclusie had moeten komen, is niet of onvoldoende gebleken. De notaris heeft meermaals uitgebreid en ook onder vier ogen met vader gesproken waarbij vader duidelijk kon uitleggen wat zijn wens was en wat zijn beweegredenen hiervoor waren. Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris niet onzorgvuldig gehandeld. De notaris kon en mocht in de gegeven omstandigheden concluderen dat vader wilsbekwaam was om zijn testament op te maken.

4.8.      Gelet op voorgaande zal de kamer de klacht ongegrond verklaren.

5.         De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:

-          verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. D.T. Boks, voorzitter, mr. L.T. de Jonge,

mr. G. Venema, mr. S.V. Viveen en mr. V. Oostra, leden, en in tegenwoordigheid van

mr. K.K.H. Wagemaker, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op

27 juli 2021.

De secretaris

De voorzitter

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.