ECLI:NL:TNORARL:2021:3 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/367797 / KL RK 20-34

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2021:3
Datum uitspraak: 03-02-2021
Datum publicatie: 12-02-2021
Zaaknummer(s): C/05/367797 / KL RK 20-34
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie:   Klager verwijt de notaris dat hij de tussen de erfgenamen gesloten vaststellingsovereenkomst op een aantal punten onvoldoende voortvarend en niet juist heeft nageleefd. De notaris heeft een deel van zijn bestede tijd rechtstreeks en zonder vooraankondiging bij klager in rekening gebracht. De kamer is van oordeel dat de tijd die de notaris heeft besteed aan contacten met erfgenamen als boedelkosten gedeclareerd diende te worden. Uitzonderingen hierop dienden zeer uitdrukkelijk en tijdig aan klager/de erfgenamen te worden medegedeeld. De notaris heeft klachtwaardig gehandeld door zonder uitdrukkelijke aankondiging en onderbouwing vooraf een deel van zijn werkzaamheden plotsklaps enkel bij klager in rekening te brengen. Daar komt nog bij dat de onderbouwing voor het in rekening gebrachte bedrag van ontbreekt. De kamer heeft de klacht op dit punt gegrond verklaard en voor het overige de klacht ongegrond verklaard. Gelet op de voorgeschiedenis tussen klager en de notaris en de aard van het gegrond verklaarde feit heeft de kamer aan de notaris geen maatregel opgelegd.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:        C/05/367797 / KL RK 20-34

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[ naam klager ],

wonende te [ woonplaats klager ],

klager,

tegen

[ naam notaris ],

notaris te [ vestigingsplaats notaris ].

Partijen worden hierna respectievelijk klager en de notaris genoemd.

1.         Het verloop van de procedure

1.1.      Het verloop van de procedure blijkt uit:

-          de klacht, met bijlagen, ingekomen via de Kamer voor het notariaat in het ressort Amsterdam op 16 maart 2020;

-          het verweer, met bijlagen, van de notaris van 26 mei 2020.

1.2.      De klachtzaak is ter zitting van 11 november 2020 behandeld, waarbij zijn verschenen klager enerzijds en de notaris anderzijds. Beiden hebben het woord gevoerd aan de hand van door hen overgelegde spreekaantekeningen.

2.         De feiten

2.1.      De heer [ naam vader ] (hierna: vader) was in gemeenschap van goederen getrouwd met mevrouw [ naam moeder ] (hierna: moeder). Uit het huwelijk tussen vader en moeder zijn vier kinderen geboren: [ A ], [ B ], [ C ] en klager.

2.2.      Vader heeft bij testament van 15 april 1982 beschikt over zijn nalatenschap. Ten gevolge van zijn overlijden in 1991 is de toen bestaande gemeenschap van goederen ontbonden. De ontbonden huwelijksgoederengemeenschap is niet verdeeld. Tot de nalatenschap van vader behoorde de helft van de huwelijksgoederengemeenschap.

2.3.      Moeder heeft bij testament, verleden ten overstaan van de notaris, over haar nalatenschap beschikt op 30 november 2012. In het testament is klager tot zijn legitieme onterfd en de notaris is tot executeur benoemd.

2.4.      Op 21 juli 2013 is [ C ] overleden.

2.5.      Op 10 oktober 2014 is moeder overleden.

2.6.      Tussen klager enerzijds en de andere erfgenamen en de notaris anderzijds is een gerechtelijke procedure gevoerd over, samengevat, de verdeling van de nalatenschappen van vader en moeder. Dat heeft geleid tot de vaststellingsovereenkomst tussen de erfgenamen en de notaris van 17 april 2018. In de vaststellingsovereenkomst hebben die partijen onder meer de volgende afspraken gemaakt:

-          De woning aan de [ adres van de woning ] (hierna: de woning) werd toebedeeld aan klager tegen betaling van een bedrag van € 925.000. De kosten van de akte van verdeling werden als boedelkosten in aanmerking genomen;

-          Partijen stelden vast dat de notaris na het overlijden van moeder een bedrag van

€ 27.625,30 had voldaan aan (de erfgenamen van) [ C ] in verband met kosten die [ C ] bij leven ten behoeve van moeder had voorgeschoten in verband met juridische begeleiding en advisering voor de procedures met betrekking tot het bestemmingsplan [ X ]. Partijen kwamen overeen dat de notaris binnen een maand na ondertekening van de overeenkomst kopieën van de facturen die ten grondslag lagen aan deze betaling per mail aan klager zou sturen;

-          Partijen zouden de in de nalatenschap aanwezige fotoboeken onderling verdelen;

-          Partijen zouden de sieraden uit de nalatenschappen in onderling overleg verdelen, waarbij de sieraden van moeder die zij van een van de erfgenamen had gekregen aan de betreffende erfgenaam zouden worden toegedeeld zonder nadere verrekening van de waarde.

2.7.      Op 22 juni 2018 heeft de notaris klager per e-mail de bescheiden met betrekking tot de gemaakte kosten van [ C ] toegestuurd.

2.8.      Voorafgaand aan het passeren van de akte van verdeling van de woning hebben de notaris en klager meerdere malen contact gehad, onder andere over klagers aandeel in de boedelkosten alsmede zijn aandeel in de (begrote) advocaatkosten. In de e-mail van 27 juni 2018 aan klager schreef de notaris onder meer:

“Ik ben wel een beetje klaar met uw insteek/optreden in dit dossier. Deze “bewegingen” kosten ook allemaal weer tijd en geld. Het eerder beschreven bedrag van € 2.500 verhoog ik nu met € 500,00, ik zie vooralsnog geheel niet in waarom de andere erven in de kosten van vandaag zouden moeten bijdragen.”

2.9.      Naast het verschuldigde bedrag voor de woning heeft klager voorafgaand aan de aktepassering tweemaal een bedrag van € 2.500 en een bedrag van € 500 aan de notaris voldaan. Vervolgens is de akte van verdeling op 28 juni 2018 ten overstaan van de notaris gepasseerd.

2.10.     Op 10 april 2019 heeft klager verklaard akkoord te zijn met de door de notaris afgelegde rekening en verantwoording. Klager heeft de notaris volledige kwijting en decharge verleend.

3.         De klacht en het verweer

3.1.      Ter zitting heeft klager bevestigd dat de kamer zijn klacht als volgt dient te begrijpen. Klager verwijt de notaris dat hij de vaststellingsovereenkomst onvoldoende voortvarend en niet juist heeft nageleefd wat betreft:

-          de onderbouwing van de kosten van [ C ];

-          de verdeling van de fotoboeken en sieraden;

-          de akte van verdeling van de woning.

3.2.      Op de toelichting op de klacht door klager en het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover van belang voor de beoordeling, nader ingaan.

4.         De beoordeling

4.1.      Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

Onderbouwing kosten [ C ]

4.2.      Klager verwijt de notaris dat hij de toegezegde onderbouwing van de kosten van [ C ] pas na twee maanden, in plaats van de afgesproken termijn van een maand, heeft aangeleverd. Ook stelt klager dat de notaris niet het juiste bedrag heeft aangetoond. Volgens klager was een deel van het bedrag van € 27.625,30 reeds aan (de erfgenamen van) [ C ] betaald, zodat het reeds betaalde bedrag in mindering diende te strekken. Ook stelt klager dat een deel van de kosten is betaald door de vennootschap van [ C ]. Die kosten dienden volgens klager afgetrokken te worden van het aan (de erven van) [ C ] uitbetaalde bedrag.

4.3.      De notaris heeft aangevoerd dat de afgesproken termijn voor het aanleveren van de onderbouwing van de kosten weliswaar iets is overschreden, maar dat de prioriteit lag bij de overdracht van de woning. Daarnaast merkt de notaris op dat het merendeel van de kosten al in 2008 bij klager bekend was en dat hij toen geen bezwaren heeft aangevoerd.

4.4.      De kamer overweegt dat het enkele feit dat de notaris de afgesproken termijn voor de onderbouwing van de kosten met enkele weken heeft overschreden niet van zodanige aard is dat dit een tuchtrechtelijk verwijt oplevert. Niet gesteld en gebleken is dat klager hierdoor in zijn belangen is geschaad. Verder overweegt de kamer dat op basis van de stukken de kamer niet kan beoordelen of de aangevoerde kosten gerechtvaardigd zijn. Hierbij merkt de kamer op dat de enkele omstandigheid dat kosten door de vennootschap van [ C ] zijn betaald, niet zonder meer met zich brengt dat [ C ] deze kosten niet heeft gemaakt. Voorts merkt de kamer op dat de kosten van (de erfgenamen van) [ C ] zijn opgenomen in de door de notaris opgestelde rekening en verantwoording, welke klager voor akkoord heeft ondertekend. De klacht is op dit punt ongegrond.

Verdeling fotoboeken en sieraden

4.5.      Verder verwijt klager de notaris dat hij de verdeling van de fotoboeken en sieraden ten onrechte naar zich toe heeft getrokken en vervolgens onnodig lang heeft gerekt.

4.6.      De notaris heeft aangevoerd dat hij de verdeling van de fotoboeken en sieraden alsnog ter hand heeft genomen, omdat de erfgenamen er na meerdere pogingen niet uitkwamen. Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris hierdoor niet klachtwaardig gehandeld, omdat het tot zijn taak behoorde de nalatenschap van moeder af te wikkelen. Dat de notaris de afwikkeling van de nalatenschap onnodig lang heeft gerekt, heeft klager niet verder onderbouwd en is ook niet gebleken. Voor zover klager ter zitting heeft aangevoerd dat hij bij de verdeling van de sieraden ten onrechte een onderbouwing moest aanleveren voor sieraden die hij moeder had gegeven, merkt de kamer op dat de notaris niet kan worden verweten dat hierover kennelijk een geschil bestond tussen de erfgenamen. De klacht is op dit punt ongegrond.

Akte van verdeling

4.7.      Klager stelt dat hij volgens de vaststellingsovereenkomst de woning toegedeeld zou krijgen voor een bedrag van € 751.562,50. De notaris heeft in strijd met de vaststellingsovereenkomst dit bedrag daags voor de aktepassering verhoogd met bedragen van in totaal € 5.500. Volgens klager werden de bedragen van € 2.500 en € 500 alleen bij hem in rekening gebracht, omdat hij opmerkingen had gemaakt over de kostenvergoeding en daardoor onder protest een betaling had verricht. De notaris dreigde dat hij de akte van verdeling niet zou passeren als klager de bedragen niet tijdig zou voldoen. Hierbij is de notaris niet alleen voorbij gegaan aan de reeds vastgelegde afspraken, hij heeft ook op onoorbare wijze misbruik gemaakt van zijn macht, aldus klager.

4.8.      De kamer overweegt dat uit de toelichting van de notaris blijkt dat hij klager ter wille heeft willen zijn door het door klager verschuldigde bedrag voor de woning van € 925.000 te verrekenen met het erfdeel van klager. Derhalve diende klager nog een bedrag van

€ 751.562,50 te voldoen. De kamer acht het redelijk dat de notaris als voorwaarde heeft gesteld dat klagers aandeel in de boedelkosten, zijnde een bedrag van € 2.500, alsmede klagers (begrote) aandeel in de advocaatkosten, zijnde eveneens een bedrag van € 2.500, voorafgaand aan de akte van verdeling betaald diende te worden door klager. Dit om te voorkomen dat deze kosten in een later stadium alsnog op klager verhaald moesten worden. Van klachtwaardig handelen op dit punt is geen sprake.

4.9.      Anders is dit ten aanzien van het bedrag van € 500 dat de notaris te elfder ure bij klager in rekening heeft gebracht. De kamer is van oordeel dat de tijd die de notaris heeft besteed aan contacten met erfgenamen als boedelkosten gedeclareerd diende te worden. Uitzonderingen hierop dienden zeer uitdrukkelijk en tijdig aan klager/de erfgenamen te worden medegedeeld. De notaris heeft klachtwaardig gehandeld door zonder uitdrukkelijke aankondiging en onderbouwing vooraf een deel van zijn werkzaamheden plotsklaps enkel bij klager in rekening te brengen. Daar komt nog bij dat de onderbouwing voor het bedrag van

€ 500 ontbreekt. Het verwijt van klager op dit punt is terecht.

Geen maatregel

4.10.     Gelet op de voorgeschiedenis tussen klager en de notaris en de aard van het gegrond verklaarde feit zal de kamer aan de notaris geen maatregel opleggen.

Terugbetaling griffierecht

4.11.     Omdat de kamer de klacht gegrond verklaart, dient de notaris op grond van artikel

99 lid 5 Wna het door klager betaalde griffierecht van € 50 aan hem te vergoeden.

De notaris dient dit bedrag binnen vier weken na het onherroepelijk worden van deze beslissing aan klager te vergoeden. Klager dient daarvoor tijdig zijn rekeningnummer schriftelijk door te geven aan de notaris.

5.         De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:

-          verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond en voor het overige ongegrond;

-          veroordeelt de notaris tot betaling van het griffierecht van € 50 aan klager op de wijze en binnen de termijn als hiervóór onder 4.11 bepaald.

Deze beslissing is gegeven door mr. I.C.J.I.M. van Dorp, voorzitter, mr. H.J.T. Vos en

mr. V. Oostra, leden, en in tegenwoordigheid van mr. K.K.H. Wagemaker, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 3 februari 2021.

De secretaris                                        De voorzitter

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.