ECLI:NL:TNORARL:2021:21 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/373593 KL RK 20-94

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2021:21
Datum uitspraak: 07-04-2021
Datum publicatie: 17-06-2021
Zaaknummer(s): C/05/373593 KL RK 20-94
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie:   Notaris behaalde 3 opleidingspunten te weinig. Inmiddels maatregelen getroffen om te waarborgen dat notaris zijn opleidingsverplichtingen in de toekomst zonder problemen kan nakomen. Daarom, hoewel klacht gegrond, geen maatregel. De kamer overweegt onder andere dat de opleidingsverplichting hoe dan ook een verantwoordelijkheid van de notaris zelf is, niet van zijn ondersteunend personeel.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:          C/05/373593 / KL RK 20-94

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

Bureau Financieel Toezicht (BFT),

gevestigd te Utrecht,

klager,

tegen

[N.],

notaris.

Partijen worden hierna respectievelijk klager dan wel het BFT en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit

-        de klacht, met bijlagen, van 14 juli 2020

-        het verweer van de notaris van 14 oktober 2020

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 29 januari 2021 behandeld, waarbij van de zijde van klager, het BFT, is verschenen mr. R. Wisse. Van de zijde van het BFT is een pleitnotitie overgelegd en is overeenkomstig het woord gevoerd. De notaris is op zijn verzoek en met goedvinden van het BFT telefonisch gehoord.

2. De feiten

2.1 Bij brief van 12 augustus 2016  heeft het BFT de notaris voor de eerste maal gewaarschuwd omdat de notaris in het tijdvak 2014 - 2015 niet aan zijn opleidingsverplichting heft voldaan. Het BFT heeft daarbij toegelicht dat ingevolge artikel 61 Wna en op grond van het Reglement bevordering vakbekwaamheid (V/RBVB) een tweejaarlijks verplicht aantal studiepunten geldt en dat de notaris deze in genoemd tijdvak niet behaald heeft.

2.2 Bij brief van 19 juli 2018 heeft het BFT de notaris voor de tweede maal gewaarschuwd . Dit maal omdat de notaris in het tijdvak 2016 - 2017 niet het volledig aantal verplichte studiepunten van 53, namelijk 3 punten te weinig, had behaald en dus niet aan zijn opleidingsverplichtingen had voldaan.

2.3 In 2020 heeft het BFT geconstateerd dat de notaris in het tijdvak 2018 - 2019 opnieuw niet aan de opleidingsverplichtingen heeft voldaan aangezien hij nog steeds 3 opleidingspunten tekort kwam.

3. De klacht en het verweer

3.1 BFT verwijt de notaris klachtwaardig handelen door voor de derde maal niet aan de opleidingsverplichtingen te voldoen.

3.2 Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling

4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 Wna zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Artikel 61 Wna bepaalt onder meer dat de koninklijke notariƫle beroepsorganisatie (KNB) tot taak heeft een goede beroepsuitoefening door de leden te bevorderen, alsmede hun vakbekwaamheid.

4.3 Ter bevordering van de goede beroepsuitoefening en vakbekwaamheid heeft de KNB de verordening en het reglement bevordering vakbekwaamheid (V/RBVB) vastgesteld. Uit de V/RBVB volgt dat en op welke wijze een notaris tweejaarlijks een aantal (door de KNB nader vast te stellen) opleidingspunten dient te behalen.

4.4 De notaris heeft erkend dat hij, zoals het BFT stelt, gedurende drie achtereenvolgende tweejaarlijkse periodes, de door hem te behalen opleidingspunten niet volledig heeft behaald. De notaris stelt dat hij vanwege een samenloop van omstandigheden zijn opleidingspunten in bedoelde tijdvakken niet heeft kunnen behalen. In de eerste plaats heeft de notaris in de afgelopen periode veel tijd moeten steken in opleiding van zijn notarieel medewerkers. Zowel vanwege de benodigde uitbreiding van de capaciteit van het kantoor als vanwege onvoorzien personeelsverloop. Daarnaast heeft de notaris, naar zijn zeggen door een nalatigheid van zijn secretaresse, een cursus van 6 opleidingspunten moeten missen omdat deze wel gereserveerd en betaald was, maar niet in de agenda genoteerd stond.

Bovendien stelt de notaris dat hij inmiddels is toegetreden tot een samenwerkingsverband dat hem in de gelegenheid stelt zijn opleidingspunten intern te behalen. De notaris verwacht daarom dat hij in de toekomst zonder problemen aan zijn opleidingsverplichtingen kan voldoen.

4.5 De kamer overweegt dat de notaris volledig erkent hetgeen het BFT hem verwijt. De klacht van het BFT dient daarom gegrond verklaard te worden.

4.6 De kamer zal de klacht evenwel met toepassing van artikel 103 lid 2 Wna gegrond verklaren zonder oplegging van een maatregel.

De redenen hiervoor zijn gelegen in het feit dat de notaris ter zitting aannemelijk heeft weten te maken dat hij zijn kantoororganisatie inmiddels zo heeft ingericht dat hij zijn opleidingsverplichtingen in de toekomst zonder problemen kan nakomen. De notaris heeft er vertrouwen in dat een eventueel dreigend tekort aan opleidingspunten dan eerder gesignaleerd en ingehaald zal worden.

De kamer overweegt in dit verband dat nakoming van de opleidingsverplichting hoe dan ook een verantwoordelijkheid van de notaris zelf is, niet van zijn ondersteunend personeel.

Echter, gezien de relatief beperkte hoeveelheid gemiste opleidingspunten (3 over een tijdvak van 6 jaren in totaal), kan het er vooralsnog voor gehouden worden dat de notaris zich van deze verantwoordelijkheid voldoende bewust is en daar in dit geval vanwege een ongelukkige samenloop van omstandigheden niet volledig aan heeft kunnen voldoen. Nu intussen maateregelen zijn getroffen om herhaling te voorkomen is daarom op dit moment naar het oordeel van de kamer geen aanleiding een maatregel op te leggen.

4.7 Dit leidt tot de volgende beslissing.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:

- verklaart de klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel.

Deze beslissing is gegeven door mr. D.T. Boks, voorzitter, mr. R.C.C. van Leest,

mr. H-J.T. Vos, mr. S.V. Viveen en mr. V. Oostra, leden, en in tegenwoordigheid van

mr. M.J. Derksen, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op

7 april 2021.

De secretaris

De voorzitter

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.