ECLI:NL:TNORARL:2021:20 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/378062 KL RK 20-118

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2021:20
Datum uitspraak: 27-05-2021
Datum publicatie: 08-06-2021
Zaaknummer(s): C/05/378062 KL RK 20-118
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie: Klagers verwijten de notaris dat hij niet heeft gereageerd op de verzoeken van klager sub 1 om contact op te nemen en hen van het afgesproken advies te voorzien ten aanzien van de conceptakte van verdeling. Hierdoor heeft de afwikkeling van de nalatenschap van moeder vertraging opgelopen. De notaris heeft de klacht erkend en de kamer heeft de klacht daarom gegrond verklaard. \   Op de gegrondverklaring van een klacht volgt in beginsel een tuchtrechtelijke maatregel. Vanwege de bijzondere omstandigheden van het geval zal de kamer aan de notaris geen maatregel opleggen. De kamer licht dit als volgt toe. Uit hetgeen de notaris ter zitting heeft verklaard, is de kamer gebleken dat het om een incident gaat waarbij de notaris de uitzonderlijke samenloop van omstandigheden heeft toegelicht. Bij de kamer zijn geen zorgen gerezen over de structurele praktijkvoering van de notaris. Verder heeft de notaris zowel in zijn verweerschrift als ter zitting zijn excuses aangeboden voor zijn gebrek aan reactie op de verzoeken van klager sub 1. De notaris heeft blijk gegeven de verwijtbaarheid van zijn handelen in te zien en hij heeft verbetermaatregelen genomen om dergelijke incidenten in de toekomst te voorkomen. Bovendien heeft de notaris de declaratie voor zijn werkzaamheden, die enkele duizenden euro’s bedroeg, niet aan klagers verstuurd. Tot slot heeft de kamer meegewogen dat aan de notaris niet eerder een tuchtmaatregel is opgelegd.  

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:          C/05/378062 / KL RK 20-118

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[ naam klager sub 1 ] ,

wonende te [ woonplaats klager sub 1 ],

[ naam klager sub 2 ] ,

wonende te [ woonplaats klager sub 2 ],

[ naam klager sub 3 ] ,

wonende te [ woonplaats klager sub 3],

[ naam klager sub 4 ] ,

wonende te [ woonplaats klager sub 4 ],

[ naam klager sub 5 ] ,

wonende te [ woonplaats klager sub 5 ],

klagers,

gemachtigde namens klagers sub 2 tot en met 5: klager sub 1,

tegen

[ naam notaris ] ,

notaris te [ vestigingsplaats notaris ].

Partijen worden hierna respectievelijk klagers en de notaris genoemd.

1.          Het verloop van de procedure

1.1.       Het verloop van de procedure blijkt uit:

-        de klacht, met bijlagen, van 14 oktober 2020;

-        het verweer van de notaris van 14 december 2020.

1.2.       De klachtzaak is ter zitting van 12 april 2021 behandeld. De notaris is in persoon verschenen. Klager sub 1 in zijn hoedanigheid van klager en tevens gemachtigde is, hoewel daartoe deugdelijk te zijn opgeroepen, niet verschenen.

2.          De feiten

2.1.       De moeder van klagers, mevrouw [ naam van moeder ] is overleden.

Klagers zijn haar erfgenamen.

2.2.       Klager sub 1 heeft een akte van verdeling in concept opgesteld. Met de notaris was afgesproken dat hij deze zou beoordelen en klagers hieromtrent zou adviseren.

2.3.       Medio mei 2020 heeft klager sub 1 een conceptakte aangeleverd bij de notaris en deze is kort telefonisch besproken. Naar aanleiding van dat telefoongesprek heeft klager sub 1 de akte aangepast en zijn de bijlagen bij de akte nader uitgewerkt.

2.4.       Op 12 juni 2020 heeft klager sub 1 het uitgewerkte concept met bijlagen naar de notaris gemaild met het verzoek aan de notaris om het concept te beoordelen.

2.5.       Ondanks vele contactpogingen via e-mail en telefoon hebben klagers daarna geen inhoudelijke reactie meer van de notaris ontvangen.

2.6.       Vanwege het uitblijven van een reactie hebben klagers op 14 oktober 2020 per

e-mail de notaris laten weten niet langer gebruik te willen maken van zijn diensten.

3.          De klacht en het verweer

3.1.       Klagers verwijten de notaris dat hij niet heeft gereageerd op de verzoeken van klager sub 1 om contact op te nemen en hen van het afgesproken advies te voorzien ten aanzien van de conceptakte van verdeling. Hierdoor heeft de afwikkeling van de nalatenschap van moeder vertraging opgelopen.

3.2.       De notaris heeft de klacht van klagers erkend. Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, nader ingaan.

4.          De beoordeling

Inhoudelijke beoordeling

4.1.       Op grond van artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (Wna) zijn notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen. De tuchtrechter toetst of het handelen en/of nalaten van een notaris in strijd is met het bepaalde in de Wna en andere toepasselijke bepalingen.

4.2.       De notaris heeft de klacht erkend. De notaris heeft toegelicht dat als gevolg van een bijzonder groot werkaanbod, gecombineerd met onvoorziene onderbezetting op zijn kantoor doordat een klerk en een kandidaat-notaris vlak na elkaar ontslag namen, het niet gelukt is de zaak van klagers naar behoren af te wikkelen. Daarbij heeft ook een ongelukkige communicatiestoornis binnen het kantoor van de notaris gespeeld, waardoor de afwikkeling van de met klager sub 1 besproken werkzaamheden tussen wal en schip zijn geraakt. Gelet op voorgaande heeft de notaris de door hem verrichte werkzaamheden niet gedeclareerd aan klagers.

4.3.       Gelet op het feit dat de notaris de klacht heeft erkend, zal de kamer de klacht gegrond verklaren.

Geen maatregel

4.4.       Op de gegrondverklaring van een klacht volgt in beginsel een tuchtrechtelijke maatregel. Vanwege de bijzondere omstandigheden van het geval zal de kamer aan de notaris geen maatregel opleggen. De kamer licht dit als volgt toe.

4.5.       Uit hetgeen de notaris ter zitting heeft verklaard, is de kamer gebleken dat het om een incident gaat waarbij de notaris de uitzonderlijke samenloop van omstandigheden heeft toegelicht. Bij de kamer zijn geen zorgen gerezen over de structurele praktijkvoering van de notaris.

4.6.       Verder heeft de notaris zowel in zijn verweerschrift als ter zitting zijn excuses aangeboden voor zijn gebrek aan reactie op de verzoeken van klager sub 1. De notaris heeft blijk gegeven de verwijtbaarheid van zijn handelen in te zien en hij heeft verbetermaatregelen genomen om dergelijke incidenten in de toekomst te voorkomen. Bovendien heeft de notaris de declaratie voor zijn werkzaamheden, die enkele duizenden euro’s bedroeg, niet aan klagers verstuurd. Tot slot heeft de kamer meegewogen dat aan de notaris niet eerder een tuchtmaatregel is opgelegd.

Terugbetaling griffierecht

4.7.       Omdat de kamer de klacht gegrond verklaart, dient de notaris op grond van artikel

99 lid 5 Wna het door klagers betaalde griffierecht van € 50 aan hen te vergoeden. De notaris dient dit bedrag binnen vier weken na het onherroepelijk worden van deze beslissing aan klagers te vergoeden. Klagers dienen daarvoor tijdig hun rekeningnummer schriftelijk door te geven aan de notaris.

4.8.       Gelet op voorgaande wordt als volgt beslist.

5.          De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden:

-        verklaart de klacht gegrond;

-        veroordeelt de notaris tot betaling van het griffierecht van € 50 aan klagers op de wijze en binnen de termijn als hiervóór onder 4.7 bepaald.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.J.C. van Leeuwen, voorzitter, mr. F.E.J. Goffin en mr. G. Venema, leden, en in tegenwoordigheid van mr. K.K.H. Wagemaker, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2021.

De secretaris

De voorzitter

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.