ECLI:NL:TNORARL:2021:17 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/379663 KL RK 20-136

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2021:17
Datum uitspraak: 02-06-2021
Datum publicatie: 08-06-2021
Zaaknummer(s): C/05/379663 KL RK 20-136
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Klacht met betrekking tot de beoordeling van de wilsbekwaamheid van testateurs kort voorafgaand en ten tijde van het passeren van twee levenstestamenten. Klager is de zoon van testateurs. In lijn met de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 16 april 2019 (ECLI:NL:GHAMS:2019:1383) heeft de kamer geoordeeld dat klager geen redelijk belang heeft bij zijn klacht ten aanzien van de levenstestamenten van zijn ouders. De enkele omstandigheid dat klager nauw betrokken is bij de zorg voor vader en moeder maakt dit niet anders. Het feit dat klager zich als familielid emotioneel verbonden voelt met zijn vader en moeder, is – hoe belangrijk en invoelbaar ook – onvoldoende om in tuchtrechtelijke zin aangemerkt te worden als belanghebbende

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:          C/05/379663 / KL RK 20-136

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[ naam klager ],

wonende te [ woonplaats klager ],

klager,

tegen

[ naam notaris ] ,

notaris te [ vestigingsplaats notaris ].

Partijen worden hierna respectievelijk klager en de notaris genoemd.

1.          Het verloop van de procedure

1.1.       Het verloop van de procedure blijkt uit:

-        de klacht, met bijlage, van 12 november 2020;

-        de brief van de secretaris van de kamer aan klager van 8 december 2020;

-        de aanvulling op de klacht van 9 december 2020;

-        het verweer, met bijlagen, van de notaris van 5 januari 2021.

1.2.       De zaak is behandeld op de mondelinge behandeling van 15 maart 2021, waarbij zijn verschenen klager enerzijds en de notaris anderzijds.

 

2.          De feiten

2.1.       De heer [ naam vader ] (hierna: vader) is geboren in 1927 en gehuwd met mevrouw [ naam moeder ] (hierna: moeder), geboren in 1934. Zij hebben twee kinderen: klager en mevrouw [ naam van de zus ] (hierna: de zus). De zus heeft een dochter, mevrouw [ naam van de nicht ] (hierna: de nicht).

2.2.       In de (na)zomer van 2020 zijn vader en moeder verhuisd naar een zorginstelling.

2.3.       Op 29 september 2020 is de notaris bij vader en moeder thuis geweest. In dat gesprek heeft de notaris, in het bijzijn van de zus en de nicht, voorlichting gegeven over de mogelijkheden van een levenstestament. Verder zijn de wensen van vader en moeder voor een levenstestament besproken.

2.4.       Naar aanleiding van die bespreking heeft de notaris voor zowel vader als moeder een concept-levenstestament opgesteld. De concepten zijn op 30 september 2020 per post aan vader en moeder toegestuurd.

2.5.       Na een tweede bespreking met de notaris op 5 oktober 2020, hebben zowel vader als moeder hun levenstestament opgemaakt ten overstaan van de notaris. In de levenstestamenten zijn de zus en de nicht tot algemeen gevolmachtigden benoemd.

3.          De klacht en het verweer

3.1.       De klacht van klager valt uiteen in de volgende onderdelen:

1)     Onvoldoende zorgvuldigheid bij beoordeling wilsbekwaamheid

De notaris had eerst een VIA-arts moeten raadplegen om te controleren of vader en moeder nog wilsbekwaam waren om een levenstestament op te laten stellen of hij had toestemming/medeweten van klager nodig.

Als indicatoren voor de wilsonbekwaamheid voert klager aan dat zowel vader als moeder op hoge leeftijd zijn en niet meer zelfstandig wonen. De opdracht voor de levenstestamenten kwam ook van een ander, namelijk van de nicht. Moeder heeft in mei 2020 een herseninfarct gehad. Hierdoor weet moeder niet altijd wat ze zegt en heeft ze lange(re) tijd nodig om te kunnen reageren op vragen. Vader is ernstig doof, heeft geen verstand van bankzaken en was door de verhuizing gedesoriënteerd.

2)     Belangenverstrengeling

Volgens klager was sprake van belangenverstrengeling omdat de nicht de volmachten voor haarzelf van haar schoonmoeder ook bij de notaris heeft geregeld.

Klager eist dat de notaris de levenstestamenten ongedaan maakt en dat er een onafhankelijke bewindvoerder wordt aangesteld, al dan niet door de rechtbank.

3.2.       Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4.          De beoordeling

4.1.       Voorafgaande aan de verdere beoordeling overweegt de kamer dat zij niet de bevoegdheid heeft om de levenstestamenten te vernietigen dan wel de notaris hiertoe te verplichten, nog daargelaten de vraag of de notaris daartoe gehouden zijn en die mogelijkheid zou hebben. Op dit punt is de klacht niet-ontvankelijk.

4.2.       Op grond van artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen. De tuchtrechter toetst of het handelen en/of nalaten van een notaris in strijd is met het bepaalde in de Wna en andere toepasselijke bepalingen. Artikel 99 lid 1 Wna bepaalt dat een ieder die daarbij enig redelijk belang heeft een klacht kan indienen.

Het begrip ‘enig redelijk belang’ moet ruim worden opgevat, zo blijkt uit de jurisprudentie en de wetsgeschiedenis. Een rechtstreeks belang bij de klacht is niet zonder meer vereist, ook een indirect of een afgeleid belang van de klager kan grond zijn voor ontvankelijkheid. De wetgever heeft een ruime toegang tot de tuchtrechtelijke klachtprocedure beoogd.

4.3.       Klager stelt dat hij belang heeft bij de klacht, omdat hij niet wil worden buitengesloten bij deze kwestie binnen de familie. Hij stelt net zoveel rechten te hebben als de zus. Klager is nauw betrokken bij de praktische zorg voor zijn ouders, maar dit wordt nu geheel terzijde geschoven. Daar komt nog bij dat moeder veel spijt heeft van het levenstestament, zeker wat betreft de machtiging aan de nicht. Moeder wilde het levenstestament intrekken, maar dit heeft de zus tegengehouden.

4.4.       In lijn met de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 16 april 2019 (ECLI:NL:GHAMS:2019:1383) is de kamer van oordeel dat klager geen redelijk belang heeft bij zijn klacht ten aanzien van de levenstestamenten van zijn ouders. De enkele omstandigheid dat klager nauw betrokken is bij de zorg voor vader en moeder maakt dit niet anders. Het feit dat klager zich als familielid emotioneel verbonden voelt met zijn vader en moeder, is – hoe belangrijk en invoelbaar ook – onvoldoende om in tuchtrechtelijke zin aangemerkt te worden als belanghebbende.

4.5.       De kamer heeft begrip voor het feit dat vorenstaande conclusie mogelijk onbevredigend is voor klager. Daarom overweegt de kamer ten overvloede als volgt. Zelfs als klager ontvankelijk zou zijn in zijn klacht, dan is de kamer niet gebleken dat de notaris onzorgvuldig is geweest in zijn beoordeling van de wilsbekwaamheid van vader en moeder kort voorafgaand aan en ten tijde van het passeren van de levenstestamenten. Iemand die handelingsbekwaam is, moet geacht worden zijn belangen te kunnen behartigen. Eerst indien er aanleiding bestaat om daaraan te twijfelen, dient een notaris de geestesgesteldheid van zijn cliënt nader te onderzoeken. De door klager aangedragen omstandigheden brengen niet zonder meer mee dat vader en moeder niet in staat waren hun wil te bepalen. Wel gaven zij aanleiding om hun wilsbekwaamheid nader te onderzoeken. Uit het verweer van de notaris blijkt dat hij op de hoogte was van de door klager genoemde indicatoren en dat hij daarom in zijn gesprekken met vader en moeder hun wilsbekwaamheid nader heeft onderzocht. Naar aanleiding van de besprekingen met vader en moeder is de notaris tot de conclusie gekomen dat zij beiden bekwaam waren om hun wil te bepalen. Dat de notaris tot een andere conclusie had moeten komen, is niet of onvoldoende gebleken. Omdat klager geen partij is bij de levenstestamenten, kon en mocht de notaris vanwege zijn geheimhoudingsplicht klager hierover niet informeren. Evenmin was de toestemming van klager vereist.

4.6.       Ook van de door klager gestelde belangenverstrengeling is de kamer niet gebleken, nu de notaris onbetwist heeft gesteld dat het opmaken van de levenstestamenten van vader en moeder pas het eerste contact met de familie was.

4.7.       Gelet op voorgaande zal de kamer de klacht niet-ontvankelijk verklaren.

5.          De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

-        verklaart de klacht niet-ontvankelijk.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.J.C. van Leeuwen, voorzitter, mr. H.J.T. Vos en

mr. V. Oostra, leden, en in tegenwoordigheid van mr. K.K.H. Wagemaker, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 2 juni 2021.

De secretaris

De voorzitter

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.