ECLI:NL:TGZRZWO:2021:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 206/2020

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2021:28
Datum uitspraak: 15-02-2021
Datum publicatie: 15-02-2021
Zaaknummer(s): 206/2020
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Klager klaagt over door beklaagde geschreven opiniestuk. Geen rechtstreeks belanghebbende. Niet-ontvankelijk.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

Beslissing d.d. 15 februari 2021 naar aanleiding van de op 29 oktober 2020 bij het Regionaal Tuchtcollege te Den Haag ingekomen en naar het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle doorgestuurde klacht van

A , wonende te B,

k l a g e r  

-tegen-

C , gezondheidszorgpsycholoog,

b e k l a a g d e  

1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:

-          het klaagschrift;

-          de brief van de secretaris van 5 januari 2021;

-          de op 20 januari 2021 ontvangen aanvulling van de klacht.

2. DE KLACHT

Klager dient zijn klacht in als lezer van een door beklaagde geschreven opiniestuk, dat hij ondanks een verzoek daartoe niet heeft overgelegd, in het D van E waarin beklaagde – aldus klager – zou hebben geschreven dat meer angst gezaaid moest worden onder de bevolking. Daarbij zou beklaagde uitvoerig hebben beschreven hoe en op wat voor manier de angst vergroot zou kunnen worden.

Klager verwijt beklaagde dat hij zijn eed en expertise volledig misbruikt en dat hij, in plaats van mensen beter in hun vel te laten zitten, het tegenovergestelde doet.

3. DE OVERWEGINGEN

Klager behoort niet tot de kring van klachtgerechtigden als bedoeld in artikel 65, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). Meer in het bijzonder kan niet worden vastgesteld dat klager een rechtstreeks belanghebbende is, zoals bedoeld in dat wetsartikel.

Om aangemerkt te kunnen worden als klachtgerechtigde moet er sprake zijn van een bijzonder eigen belang dat kan worden geplaatst in het kader van de individuele gezondheidszorg, bijvoorbeeld een patiënt-relatie. Klager heeft in het aanvullend klaagschrift aangegeven dat de toegenomen angst hem heeft aangegrepen en processen op gang heeft gebracht waardoor hij minder slaapt, lijdt aan concentratieverlies, toegenomen wantrouwend is geworden naar zijn medemensen (die soms te dichtbij komen) en dat hij minder zin heeft in seks.

Dat klager het niet eens is met het door hem genoemde opiniestuk en dat het opiniestuk bij hem gevoelens van angst heeft aangewakkerd, is onvoldoende om als een bijzonder eigen belang in het kader van de individuele gezondheidszorg te worden aangemerkt. Dat betekent dat klager niet kan worden ontvangen in de klacht en dat daarom geen inhoudelijke behandeling van de zaak zal plaatsvinden.

De voorzitter zal de klacht niet-ontvankelijk verklaren.

4. DE BESLISSING

De voorzitter verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

Aldus gedaan op 15 februari 2021 door P.A.H. Lemaire, voorzitter, in tegenwoordigheid van M. Keukenmeester, secretaris.

secretaris                                                                                               voorzitter

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door:

a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;

b. degene over wie is geklaagd;

c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen. Degene die beroep instelt, is € 50,- griffierecht verschuldigd aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht van het Centraal Tuchtcollege. Als degene die in beroep is gegaan geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht terugbetaald.