ECLI:NL:TGZRZWO:2021:14 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 064/2020

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2021:14
Datum uitspraak: 18-01-2021
Datum publicatie: 18-01-2021
Zaaknummer(s): 064/2020
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Klacht tegen huisarts betreffende consult dat is uitgevoerd door zijn derde jaars AIOS. In dat stadium opleiding is AIOS bekwaam om zelfstandig consulten te doen. Klacht tegen beklaagde kennelijk ongegrond

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

Beslissing in raadkamer d.d. 18 januari 2021 naar aanleiding van de op 1 mei 2020 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van

A , wonende te B,

k l a a g s t e r

-tegen-

C , huisarts, (destijds) werkzaam te B,

bijgestaan door mr. M.H.M. Mook, verbonden aan A|RAG-rechtsbijstand te Leusden,

b e k l a a g d e

1.    HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:

- het klaagschrift;

- het aanvullende klaagschrift;

- het verweerschrift met de bijlage.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid om te worden gehoord in het kader van het vooronderzoek.

2.    DE FEITEN

Op grond van de stukken (waaronder huisartsenjournaal) dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.

Beklaagde is huisarts in een huisartsenpraktijk. Beklaagde is ook huisartsenopleider. De klacht betreft de zorg voor de echtgenoot van klaagster, D, geboren in 1967 en overleden in mei 2019, verder patiënt te noemen.

Op 14 mei 2019 heeft klaagster gebeld met de praktijk van beklaagde voor een spoedconsult in verband met een wegraking. De huisarts in opleiding (AIOS) die op dat moment in de praktijk van beklaagde werkte en in het derde jaar van haar opleiding was, heeft het consult gedaan.

De AIOS noteerde in het dossier;

“S: Zat op bank Giro te kijken. was iets misselijk.

vrouw zag dhr plots opzij naar L vallen.

trekkingen Li arm en been, gorgelende ademhaling,

open ogen. Reageerde niet, duurde ca 1.5min.

tongbeet-, incont-, weet niets meer van. geen palpitaties of pob klachten. geen dysartrie. Hoofdpijn onveranderd.

O RR 140/100 p 78, sat99-100%

ECG geen afwijkingen

nu geen neurologische afwijkingen

E collaps eci

P DD collaps vasovagaal/ritmestoornis?? Advies via eha holter. Indien nogmaals 112 bellen”

De AIOS heeft het consult zelfstandig afgehandeld en heeft niet overlegd met beklaagde.

3.    HET STANDPUNT VAN KLAAGSTER EN DE KLACHT

Klaagster verwijt beklaagde -zakelijk weergegeven- dat hij:

-      de klachten onvoldoende serieus heeft genomen;

-      geen lichamelijk onderzoek of aanvullende diagnostiek heeft verricht.

4.    HET STANDPUNT VAN BEKLAAGDE

Beklaagde voert -zakelijk weergegeven- aan dat hij het betreffende consult niet heeft gedaan maar dat een AIOS in het derde jaar van de opleiding het consult heeft gedaan en dat een AIOS in het derde jaar van de opleiding zelfstandig beslissingen mag nemen. De opleider hoeft in dat stadium van de opleiding de beslissingen van de AIOS niet meer te fiatteren. Wel kan de AIOS te allen tijde advies kan vragen van de huisarts opleider. De AIOS heeft het consult bij patiënt volledig zelfstandig afgehandeld. Beklaagde is daarom niet betrokken geweest bij het consult bij patiënt.

5.    DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

5.1          

Het college wijst er allereerst op, dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard. Daarbij wijst het college erop dat het college bij de beoordeling uitgaat van de feiten die op het moment van het te beoordelen handelen aan beklaagde bekend waren of die beklaagde bekend hadden kunnen zijn.

5.2

Op grond van de stukken volgt het college beklaagde in zijn stellingen. Het consult bij patiënt is, zoals blijkt uit de bij het verweerschrift overgelegde rapportage, niet door beklaagde uitgevoerd. Het college volgt beklaagde in zijn stellingen, bij gebrek aan andere aanwijzingen, dat het consult door een AIOS is uitgevoerd en dat de AIOS in een stadium van de opleiding was (het derde jaar) dat deze bekwaam was om dat te doen. Beklaagde kan wat betreft dat consult dan ook geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Daarbij overweegt het college nog het volgende. Uit de aantekeningen van de AIOS volgt dat er anamnese is afgenomen en dat patiënt lichamelijk is onderzocht inclusief het maken van een ECG. Het college acht de door de AIOS opgestelde differentiaal diagnose van zorgvuldigheid getuigen, evenals de gegeven adviezen, zoals die blijken uit de hierboven weergegeven consultnotities. Het college heeft daarom ook op grond van de inhoud van het consult geen indicatie dat beklaagde zijn derdejaars AIOS niet zelfstandig consulten kon laten doen. Dat patiënt enkele dagen later is overleden, is verschrikkelijk maar valt beklaagde niet te verwijten.

5.3

Gelet op het voorgaande dient als volgt te worden beslist.

6.    DE BESLISSING

Het college verklaart dat de klacht kennelijk ongegrond is.

Aldus gegeven door A.A.A.M. Schreuder, voorzitter en P.A.H. Lemaire, lid-jurist,

M.D. Klein Leugemors, G.A. Hoffland en R.B. van Leeuwen, leden-beroepsgenoten, in tegenwoordigheid van H. van der Poel-Berkovits, secretaris.

                                                                                                                 voorzitter

                                                                                                                 secretaris

 

Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

a.         Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als

- het college u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard of

- als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op dat deel van de beslissing.

b.         Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.

c.         Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.

U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verstuurd.

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.