ECLI:NL:TGZRAMS:2021:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2021/2070-2020/170

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2021:88
Datum uitspraak: 07-09-2021
Datum publicatie: 07-09-2021
Zaaknummer(s): A2021/2070-2020/170
Onderwerp: Geen of onvoldoende zorg
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Klaagsters dienen een klacht in tegen een internist over de behandeling van wijlen hun vader met het verwijt dat zij zonder overleg met hun vader het behandelplan heeft gewijzigd met betrekking tot de total bodyscans. Verweerster betwist de klacht; zij stelt dat het laten maken van een scan van het gehele skelet niet als zinvolle diagnostiek wordt beschouwd, maar dat zij vanwege omstandigheden begrip had voor deze wens van de vader van klaagsters en in overleg met de radioloog bereid is geweest tot het maken van scans van het gehele skelet, die ook daadwerkelijk zijn gemaakt. Bij de laatste twee keer is echter geen total body scan gemaakt . Verweerster heeft de vader van klaagsters geprobeerd uit te leggen hoe dat heeft kunnen gebeuren; zij heeft niet het behandelplan gewijzigd, aldus verweerster. Zij betwist dat haar van het niet maken van een total bodyscan een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Het college verklaart de klacht (kennelijk) ongegrond.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

AMSTERDAM

Beslissing naar aanleiding van de op 16 juli 2020 binnengekomen klacht van:

A en B,

wonende te C,

k l a a g s t e r s,

gemachtigde: mr. M.H.M. Mook, werkzaam te Utrecht;

tegen

D,

internist,

werkzaam te C,

v e r w e e r s t e r,

gemachtigde: mr. D. Benamari, werkzaam te Utrecht.          

1.         De procedure

Het college heeft kennisgenomen van de volgende stukken:

-                      het klaagschrift met de bijlagen;

-                      het verweerschrift;

-                      het proces-verbaal van het op 15 april 2021 gehouden vooronderzoek;

-                      de brief van de gemachtigde van verweerster van 5 mei 2021.

De klacht is in raadkamer behandeld.

2.         De feiten

Op grond van de stukken kan van het volgende worden uitgegaan:

2.1       Klaagsters zijn de dochters van de heer D (hierna: de patiënt of de vader), overleden juli 2020. De klacht is nog door de patiënt gezamenlijk met zijn dochters ingediend.

Op 14 augustus 2017 is de patiënt in verband met bloed in de urine door de huisarts verwezen naar de uroloog. Op 11 september 2017 is een CT-scan van de buik (abdomen) gemaakt. Er werd een tumor van 4,5 cm in de bovenpool van de rechternier gezien. De radioloog zag geen aanwijzingen voor lymfekliervergroting of uitzaaiingen op afstand.

Op 14 november 2017 is de tumor in de rechternier operatief verwijderd (partiële nefrectomie).

2.2       In februari 2018 ontstond bij de patiënt een zwelling ter hoogte van het linker sleutelbeen, waarvoor hij nader onderzoek heeft ondergaan. Op 8 maart 2018 is een CT-scan van borstkas (thorax) en buik gemaakt. Naast een uitzaaiing in het linker sleutelbeen (niet zichtbaar op de scan-beelden van 11 september 2017) werden toen ook uitzaaiingen gezien in de overgang van rib naar wervel (costovertebrale overgang TH10) aan de rechterzijde en links in het bekken (os ischium). Retrospectief bleken de twee laatste metastasen ook zichtbaar te zijn op de CT-scan van 11 september 2017. In verband daarmee heeft een calamiteitenonderzoek plaatsgevonden.

2.3       De patiënt is in vervolg op de bevindingen van de CT-scan van 8 maart 2018 verwezen naar de oncoloog en naar de radioloog voor radiotherapie. Hij was in die periode onder behandeling bij een collega van verweerster. Rond het beoogde vertrek van deze collega kwam de patiënt bij verweerster in behandeling. Zij is van 2 juli 2018 tot en met 11 december 2019 als behandelend internist-oncoloog betrokken geweest bij de behandeling van de patiënt. Op 3 juli 2018 heeft de collega van verweerster telefonisch de uitslag van een röntgenfoto van de linkerarm en op 4 juli 2018 in een consult de uitslag van een CT-skelet met de patiënt besproken. Uit de röntgenfoto bleken nieuwe uitzaaiingen in de linkerbovenarm en uit het CT-skelet kwamen uitgebreide skelethaarden naar voren, onder andere in een rib, beide bovenarmen, het bekken en het rechterdijbeen.

2.4       Verweerster heeft de navolgende notities in het medisch dossier gemaakt (alle citaten voor zover relevant voor de beoordeling van de klacht en inclusief eventuele typfouten):

op 2 juli 2018

Decursus        TC

                        Patient heeft met poli gebeld, verzoek aan mij om hem zsm te bellen.

                        Hoewel ik hem niet ken, toch maar gedaan. Blijkt dat hij naar mij gevraagd                            heeft, omdat hij in aug een afspraak bij mij heeft.

                        Vanmorgen in ziekenhuis geweest voor gesprek met twee radiologen +

                        klachtenfunctionaris, vanwege gemiste ossale metastase vorig jaar.

                        Daarbij hebben zij hem ook zijn scans laten zien. Tot zijn verrassing stonden                          daar zijn armen en benen niet op, terwijl hem verteld was dat zijn hele lijf                         gescand was. En dat is van belang omdat hij nu pijn in zijn linkerschouder                                    heeft.

                        > morgen X-foto van linker bovenarm/schouder

                        > afhankelijk daarvan verder beleid (evt verdere beeldvorming)

Omdat ik hem verder nog niet ken, verzoek aan coll [naam] om hem te bellen, dat vindt hij ook goed.”

op 9 juli 2018

Decursus        TC

                        Vrijdag bij [collega verweerster] geweest, daar gehoord dat er in de linker                              bovenarm nieuwe meta’s zitten.

                        Slaapt niet door de pijn. Vrijdag gesproken over morfine, toen wilde hij nog                           niet. Nu wel.

Oxycontin 2dd5mg

op 6 augustus 2018

Oncologische samenvatting

                        2017 nov: niercelcarcinoom pT1b; partiele nefrectomie (heldercellig

                        niercelcarcinoom Fuhrmann graad 2)

                        2018 april: ossale metastase clavicula links, Th10 en os ischium;

                        radiotherapie 3 ossale loacalisaties. Nog geen systeemtherapie gestart.

                        2018 juni: uitgebreid ossaal gemetastaseerde ziekte. Verwijzing naar RTx                              ivm pijnlijke humerus links.-> plan operatie.

                        2018 juli: spontane fractuur rechts.

(…)

Decursus          TC nav opname en vraag patient of scan en poli uitgesteld kan

                        worden.

                        Inmiddels weer veel vervelende ontwikkelingen. Wil wel optimistisch blijven,                          hoopt uit rolstoel te komen.

                        Blijft toch het gevoel dat dit voorkomen had kunnen worden en wil daarom                            niet meer achter de feiten aanlopen. Daarom wil hij echt een scan van zijn                                   hele lijf/skelet.

                        (…)

Plan van aanpak

                        - Inplannen voor CT-thor/abd en MRI wervelkolom

                        Hij wil gezien de recente ontwikkelingen graag zijn gehele skelet afbeelden                             en ik kan daar wel in meegaan. Of dat met Ct-scan moet of op een andere                         manier, dat vraag ik me af. Daarom overleg radioloog hierover.

                        Afspraak met patient dat we in ieder geval zijn armen en benen ook

                        afbeelden, maar de wijze waarop laten we over aan de deskundigheid van de             radioloog. Daarnaast iig CT en MRI zoals eerder afgesproken.

                        (…)

                        > overleg [naam] (dd radioloog): CT niet zo geschikt om gehele skelet af te                           beelden. Wel voor detailopnames van evt laesies die met andere modaliteit                            gevonden worden.

> overleg [naam] (Nucl gnk): skeletscintigram in het algemeen sensitief bij mRCC. We kunnen vergelijken met MRI en CT of we inderdaad de bekende lokalisaties zien, dus daarmee ook kijken of het een goed diagnosticum is voor deze man.

                        Dus: CT, MRI en skeletscan aangevraagd.

op 3 september 2018

Decursus        (…)                  

                        C/

                        1. progressie ossale metastasen, met nieuwe metastase os ileum links

                        2. skeletscintigram blijkt niet sensitief, derhalve nog wens patient om verdere                        skelet af te beelden

Plan van aanpak

                        - gezien progressie en toenemende ziektelast wat mij betreft nu wel indicatie                         voor start systeemtherapie.

                        - voorstel pazopanib (…) Hij is akkoord.

                        - nog CT-skelet, vanwege (invoelbare) wens patiënt om gehele skelet af te                             beelden

                        (…)”

op 11 september 2018

“Decursus         Komt voor uitslag CT-skelet > omgezet in TC (…)

Uitslag CT-scan met hem besproken

Hij concludeert dat er eigenlijk alleen in clavicula rechts een nieuwe laesie is (die nog niet bedreigend is), omdat alle andere plekken bestraald zijn. Dat klopt.

Dan stelt hij voor om de clavicula te bestralen en over 3mnd te controleren en dan pas bij progressie te starten met pazopanib. Ik begrijp zijn redenatie, maar vind anderzijds gezien de recente problematiek ook wel spannend om af te wachten.

CT-skelet

Conclusie: Progressie van de metastasen in het appendiculaire skelet en een nieuwe metastase mediaal in de clavicula rechts. De overige metastasen zijn stabiel.

Plan van aanpak

- Ter overweging nog radiotherapie op femur rechts vanwege fractuurrisico

- Advies start pazopanib. Hij stelt nu voor om de clavicula te bestralen en dan 3mnd af te wachten en nog zonder de pazopanib te kunnen. > Ik zal met collega’s overleggen of dit voldoende veilig is. Begrijp zijn redenatie, maar ben toch bang voor problemen in de tussentijd.

2.5       Verweerster heeft hierna een collega geraadpleegd met specifieke expertise op het gebied van niercelcarcinoom. Zij heeft er daarna mee ingestemd om de patiënt eerst verder te bestralen. Begin oktober 2018 wordt in overleg met de patiënt gestart met systeemtherapie (pazopanib). Zij schrijft verder in het dossier:

op 11 november 2018

Decursus        (…)

                        Hij wil erg graag bij iedere scan ook de CT-skelet erbij. Had van mij niet

                        gehoeven, maar ik begrijp zijn wens wel.

                        (…)

Plan van aanpak

                        - Beeldvorming herhalen (dateert van aug/sep), omdat responsevaluatie

                        anders niet mogelijk is. ip MRI wervelkolom en CT-thorax/abdomen, CT-                                skelet zou van mij nu niet hoeven, omdat dit recent is gedaan en het doel is                                    vastleggen uitgangssituatie, niet zoeken naar progressie. Hij wil dat gezien                                  de ervaringen in het verleden wel graag. Dat is akkoord.”

2.6       Vanaf dat moment schrijft verweerster in het dossier steeds dat de evaluatie van de ziekte met een MRI-wervelkolom en CT-skelet wordt verricht en een CT-thorax/abdomen op indicatie. Op 14 december 2018 en 4 april 2019 zijn ook CT’s van het skelet uitgevoerd en verweerster heeft die met de patiënt besproken. Ook op 19 juni 2019 noteert zij in het dossier dat evaluatie zal plaatsvinden aan de hand van een CT-skelet, MRI-wervelkolom, CT-thorax/abdomen op indicatie en röntgenfoto’s van het dijbeen en de schouders/bovenarmen. Op 20 augustus 2019 hebben een MRI-wervelkolom en een CT-thorax/abdomen plaatsgevonden en is een röntgenfoto van de ellebogen gemaakt. Een CT-skelet heeft toen niet plaatsgevonden. In een consult op 27 augustus 2019, waarin de uitslagen met de patiënt werden besproken, heeft verweerster geconstateerd dat de systeemtherapie bij het voortschrijden van de ziekte minder goed leek te werken en hem verwezen naar een academisch ziekenhuis voor immunotherapie. In verband met hartproblemen heeft zij hem ook verwezen naar de cardioloog.

2.7       Voor zover relevant heeft verweerster voorts nog in het dossier genoteerd:

op 16 november 2019

“Decursus        Controle bij mRCCC (opm. college: niercelcarcinoom) . Eerder al progressief.

Toch nog door met pazopanib vanwege onvoldoende cardiale reserve voor immunotherapie. (…)

Hij heeft pijn in het linkerbeen (…). Het bovenbeen is pijnlijk. (…)

CT thorax/abdomen dd 14-11-2019

(…)

Voor de skeletstatus verwijs ik naar het MRI wervelkolom/bekken onderzoek van vandaag.

MRI wervelkolom/bekken dd 14-11-2019

Conclusie

Ten opzichte van augustus van dit jaar een stabiele ziekte met alleen minimale progressie van de metastasen in het os ilium links.

Evaluatie          CT skelet

MRI wervelkolom

CT-thor/abd op indicatie

X-femur

X-schouders/bovenarmen”

op 22 november 2019

Memo             (…)

                        NB op verzoek patient gisteren ook VIM geschreven vanwege opnieuw niet                             afbeelden van de benen .

Decursus          TC op verzoek patient, hij stond al bij de balie.

                        (…)

                        2. Hij had gedacht dat mijn VIM vandaan wel een uitkomst had opgeleverd.                           Uitleg dat hier verschillende mensen in samenspraak naar kijken. Dat heeft                          echt veel meer tijd nodig.

                        (…)

                        Eigenlijk komt het dus weer neer op het feit dat de scan niet van het

                        volledige skelet gemaakt worden, ondanks aanvragen daartoe.

                        Hij zegt dat hij het zelf ook niet steeds gevraagd heeft, met als argument dat                         hij dacht dat het steeds wel op de scan heeft gestaan. En als wij dus zeggen                               dat alles stabiel is, neemt hij begrijpelijk aan dat dat ook voor dat been geldt.

                        Voor zijn gevoel worden er duidelijke afspraken gemaakt over wat er

                        gecontroleerd wordt. Het is voor hem daarom onbegrijpelijk dat dat niet

                        gehonoreerd wordt. Ik probeer hem uit te leggen dat weliswaar de controle                            van het linkerbovenbeen zinvol is, maar een volledige CT-skelet is niet

                        standaard en ook niet per se bijdragend. Op zijn verzoek vraag ik het steeds                          aan, maar de radioloog zegt dat om in en CT van de romp en schedel. Daar                                   kan ik dan achteraf niets meer aan veranderen, behalve foto van het

                        bovenbeen maken, zoals ik nu gedaan heb.

                        Hij is erg boos, zegt dat wij zijn leven vernielen en dat ook zijn dochter

                        woedend is.

                        Als ik benoem dat ik zijn vraag begrijp, maar dat ik een ondertoon hoor                                 waarin hij zegt dat hij er geen vertrouwen in heeft dat ik mijn uiterste best                           voor hem doe, dan ontkent hij dat. Anders was hij immers al naar een ander                         ziekenhuis gegaan, zegt hij. Hij wil het gesprek nu niet telefonisch

                        voortzetten, omdat het hem te boos maakt. Hij zal een afspraak maken op                             mijn spreekuur, waarbij hij zijn dochter meeneemt. Hij geeft mij nu alvast                         aan dat daarbij harde taal zal vallen.

                        Zie overigens instructie bij mijn aanvraag van CT en MRI !!!:

                        NB gezien ook eerder bedreigde laesies in armen en benen naast MRI

                        wervelkolom en CT-thor/abd ook volledig CT-skelet (skeletcintigram bleek                              niet op te komen, dus geen alternatief)

op 26 november 2019

Memo             Contact gehad met [naam], klachtenfunctionaris.

                        Verzoek patient om gesprek met haar en mij.

                        Uiteraard akkoord. Maar omdat hiervoor rustig moment moet zijn niet nu aan                        bed.

                        (…)

op 27 november 2019

Memo             Zaalarts orthopedie [naam] belt:

                        Patient heeft hem laten weten dat hij er geen prijs op stelt als ik tijdens

                        opname bij hem langskom.

                        Hij zegt nu (itt tot gesprek vrijdag) geen vertrouwen in mij te hebben.

                        (…)

Ø  bij klachtenfunctionaris aangegeven dat het mij zinvol lijkt om het gesprek met (…), patient/dochters en mij alsnog wel te plannen.

2.8       Medio december 2019 heeft verweerster de zorg voor de patiënt overgedragen aan een oncoloog van een ander ziekenhuis.

3.         De klacht en het standpunt van klaagsters

3.1       Zakelijk weergegeven verwijten klaagsters verweerster dat zij zonder overleg met de patiënt het behandelplan heeft gewijzigd met betrekking tot de total bodyscans.

3.2       Ter toelichting hebben klaagsters onder meer aangevoerd dat de patiënt bij het maken van de scan in november 2019 het gevoel had dat (opnieuw) de benen niet werden meegenomen. De laborante bevestigde dat. Op 21 november 2019 bleken de benen bij het bekijken van de scans inderdaad niet op de scan te staan. Van de benen is toen meteen een röntgenfoto gemaakt en het bot was zo dun dat er een pen in moest om dit te verstevigen. In het telefoongesprek van 22 november 2019 heeft verweerster tegen de patiënt gezegd dat zij de afspraken met de patiënt mag wijzigen zonder dat zij de patiënt daarvan op de hoogte hoeft te stellen en dat zij die afspraken heeft veranderd.

Verweerster heeft in oktober 2019 tegen de patiënt gezegd dat hij stabiel was en zich geen zorgen hoefde te maken over een voorgenomen reis naar Italië. Achteraf vragen klaagsters zich af hoe verweerster dit heeft kunnen constateren, nu is gebleken dat er geen scans van de benen zijn gemaakt.  

4.         Het standpunt van verweerster

4.1       Verweerster heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden.

4.2       Zij heeft in dat kader onder meer aangevoerd dat de patiënt door zijn eerdere ervaringen nadrukkelijk de wens had om periodiek een scan te laten maken van het gehele skelet. Dit wordt niet als zinvolle diagnostiek beschouwd. In het algemeen worden bij botmetastasen alleen de wervelkolom en het bekkenskelet afgebeeld. Verweerster had echter – gelet op het feit dat retrospectief twee metastasen zichtbaar waren op de CT-scan van 11 september 2017, maar toen niet zijn opgemerkt – begrip voor de wens van de patiënt. Zij heeft aangegeven – in overleg met de radioloog – bereid te zijn tot het maken van scans van het hele skelet.

4.3       Er zijn in de periode van verweersters betrokkenheid periodiek CT-scans van het skelet gemaakt. Tijdens het consult van 21 november 2019 gaf de patiënt aan last te hebben van zijn bovenbeen links. Er bleek sprake te zijn van twee lytische laesies met een ernstige cortexversmalling. Op dat moment is het verweerster en de patiënt ook gebleken dat er bij de laatste twee CT-scans van 20 augustus 2019 en 14 november 2019 geen scan was gemaakt van het hele skelet. Bij de bespreking van de CT-scan van 20 augustus 2019 was dat verweerster niet opgevallen. De patiënt had toen geen pijn in zijn been, zodat verweerster geen reden had om daarnaar te kijken. Verweerster heeft de patiënt geprobeerd uit te leggen hoe het ondanks de nadrukkelijke wens van de patiënt en de instructie van verweerster heeft kunnen gebeuren dat er toch geen CT-skelet is gemaakt.

Verweerster heeft het behandelplan niet gewijzigd. Zij heeft steeds de bedoeling gehad periodiek een CT-scan van het hele skelet te laten maken. Dat is twee keer niet gebeurd en dat hebben de patiënt en verweerster samen geconcludeerd bij de bespreking van de scans op 21 november 2019.

4.4       Verweerster betreurt het dat het haar in augustus 2019 is ontgaan dat de benen op de toen gemaakte scan niet volledig zijn afgebeeld, maar is van mening dat dit haar niet tuchtrechtelijk te verwijten is. Volgens de radioloog was op die scan te zien dat enkele uitzaaiingen (in de wervelkolom en het bekkenskelet) progressief waren en dat de overige uitzaaiingen stabiel waren. In verband met de progressieve uitzaaiingen heeft zij de patiënt verwezen naar een academisch ziekenhuis voor immunotherapie. Vanwege de door de radioloog gerapporteerde stabiliteit van de overige metastasen had verweerster ook geen bezwaar tegen een vakantie van de patiënt in Italië.

4.5       De afbeelding van het gehele skelet is ook geen zinvolle medische zorg, aldus verweerster. In het algemeen kennen alle metastasen eenzelfde respons op een behandeling (alles wordt groter of alles wordt kleiner) en daarom is het niet noodzakelijk om alle plekken altijd af te beelden. Wel worden plekken afgebeeld die pijn doen, omdat dit een aanleiding kan zijn voor een specifieke behandeling. Verweerster heeft dit verschillende malen uitgelegd aan de patiënt, maar omdat zijn emotie hierover invoelbaar was heeft zij wel met zijn wens voor total bodyscans ingestemd. Dit betekende dat verweerster voorafgaand aan iedere scan een telefoontje moest plegen met de radioloog, omdat de radioloog het geen zinvolle diagnostiek vindt. Verweerster heeft de patiënt bij ieder consult gevraagd naar zijn klachten en pijn, zodat zij waar nodig een foto of scan van een verdachte plek kon maken.

Verweerster herkent zich niet in de weergave van de patiënt van het telefoongesprek van 22 november 2019. Zij heeft het wel als een uitermate onprettig gesprek ervaren en wellicht heeft zij haar woorden in dat gesprek onder invloed van haar eigen emoties niet zorgvuldig genoeg gekozen. Verweerster heeft haar excuses aangeboden voor wat er gebeurd is, was graag het gesprek met de patiënt en de klachtenfunctionaris aangegaan en heeft de zorg deugdelijk overgedragen. Ook heeft verweerster direct een VIM-melding gedaan.

5.         De beoordeling

5.1       Het is heel verdrietig voor klaagsters dat hun vader ernstig ziek is geworden en inmiddels is overleden, terwijl – zo blijkt uit de correspondentie – niet lang daarvoor ook hun moeder is overleden. Dit moet voor klaagsters, die zelf nog jong zijn, zeer aangrijpend zijn geweest. Zij zullen het gemis nog dagelijks voelen.

Uitgangspunten

5.2       Het college moet beoordelen of verweerder bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening. Daarbij wordt rekening gehouden met de stand van de wetenschap ten tijde van het door klager klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen in de beroepsgroep ter zake als norm was aanvaard. Voorts wijst het college erop dat de toetsing van het handelen van verweerder moet plaatsvinden in het licht van wat hem op dat moment bekend was en bekend kon zijn en dat die toetsing niet gaat om de vraag of het handelen beter had gekund, maar of het voldoet aan de hiervoor geformuleerde norm. Tot slot gaat het om persoonlijk handelen of nalaten van verweerster en is zij niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor het handelen of nalaten van anderen.

De beoordeling van de klacht moet met inachtneming van deze uitgangspunten plaatsvinden.

Beoordeling van de klacht

5.3       Het college overweegt als volgt. Uit de aantekeningen van verweerster in het medisch dossier en de door haar in haar verweerschrift daarop gegeven toelichting blijkt dat verweerster alle begrip had voor de wens van de patiënt om bij de periodieke controles een scan van het gehele lichaam te laten maken. Verweerster heeft ook aan die wens gehoor gegeven en met een radioloog en een nucleair geneeskundige overleg gevoerd over de wijze waarop dit het beste kon worden gerealiseerd. In het dossier heeft verweerster ook steeds aangegeven dat ter evaluatie beeldvorming werd aangevraagd met een CT-skelet, een MRI-wervelkolom en zo nodig een CT-thorax/abdomen. Dergelijke uitgebreide beeldvorming bij een uitgezaaid carcinoom is niet gebruikelijk en in de regel ook niet nodig. Meestal wordt de evaluatie van uitgezaaide ziekte afgebeeld door middel van een CT-thorax/abdomen, omdat de thorax en het abdomen inclusief de thoracolumbale wervelkolom en het bekkenskelet de voorkeurslocaties zijn voor metastasen. Extra onderzoek is alleen op indicatie (meestal pijn ter plaatse) aangewezen, omdat daarvoor een specifieke behandeling kan worden ingezet, zoals dat later bij de patiënt ook is gebeurd met het pijnlijke dijbeen. Dat de ziekte voortschrijdt en zich uitbreidt is naar de aard ervan al duidelijk. In zoverre is een CT van het skelet dus in het algemeen niet zinvol.

5.4       Toch heeft verweerster met de patiënt de afspraak gemaakt dat de evaluatie steeds mede zou plaatsvinden aan de hand van een CT-skelet. Naar achteraf is gebleken heeft de radioloog de aanvragen van verweerster tot het maken van een CT-skelet echter twee keer niet gehonoreerd, namelijk in augustus 2019 en in november 2019. In augustus 2019 is het verweerster niet opgevallen. Het zou uiteraard, gelet op de met de patiënt gemaakte afspraak, beter zijn geweest als verweerster zich ervan had vergewist of de door haar aangevraagde CT-skelet daadwerkelijk was verricht en uitdrukkelijk met hem zou hebben besproken dat, ondanks de aanvraag, niet het volledige skelet was afgebeeld. Dat zij dit niet heeft gedaan is echter niet ernstig genoeg om haar hiervan een tuchtrechtelijk verwijt te maken, omdat er niet voldoende is gebleken van klachten bij de patiënt op dat moment op plaatsen die niet waren afgebeeld. Er was daarom geen reden voor verweerster om de scans nader te (laten) bekijken op andere plaatsen. Dat betekent ook dat er op dat moment – afgezien van de gemaakte afspraak – geen reden zou zijn geweest om alsnog een CT-skelet aan te vragen, als verweerster zich wel bewust was geweest van de beperktere beeldvorming. Gelet op de ziekteprogressie, het feit dat verweerster de patiënt heeft verwezen voor immunotherapie en extra aanvullend onderzoek niet zinvol was, valt verweerster er geen tuchtrechtelijk verwijt van te maken dat het haar niet is opgevallen dat de CT-skelet niet was gemaakt en dat zij niet alsnog nader onderzoek heeft laten verrichten. Daarom kan het haar ook niet worden verweten dat zij de patiënt heeft gerustgesteld ten aanzien van zijn reis naar Italië.

5.5       Bij het bespreken van de scans van november 2019 gaf klager pijn in het linkerbeen aan, wat wel reden was om die plek nader te bekijken. Daarbij bleek toen dat de radioloog (wederom) het verzoek van verweerster tot het maken van een CT-skelet niet had gehonoreerd. Verweerster heeft daarop een röntgenfoto van het been laten maken en de patiënt op basis van de uitslag daarvan verwezen naar de orthopeed. Daarmee heeft zij adequaat gehandeld. Nu verweerster de gemaakte afspraken met de patiënt niet heeft gewijzigd, maar steeds overeenkomstig die afspraken een CT-skelet is blijven aanvragen, kan de klacht niet gegrond worden verklaard. Dat wordt niet anders doordat de radioloog de aanvragen van verweerster twee maal niet heeft gehonoreerd.

5.6       Verder heeft verweerster naar het oordeel van het college voldoende zorgvuldig gehandeld door met de patiënt in gesprek te gaan over de gang van zaken, een poging te doen om uit te leggen wat er gebeurd was en een VIM-melding te doen. Mogelijk heeft zij zich in het telefoongesprek met de patiënt onvoldoende zorgvuldig uitgedrukt, maar ook dit levert geen tuchtrechtelijk verwijt op, gelet op wat zij daarna nog heeft gedaan. Zij heeft excuses aangeboden voor de gang van zaken en zich ook bereid verklaard tot een vervolggesprek met de patiënt, al dan niet in aanwezigheid van de klachtenfunctionaris. Zij heeft voorts zorg gedragen voor een goede overdracht van de behandeling naar een collega in een ander ziekenhuis.

5.7       De conclusie van het voorgaande is dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beslissing

De klacht is kennelijk ongegrond.

Aldus beslist op 7 september 2021 door:

N.B. Verkleij, voorzitter,

J.W.B. de Groot en J.I. van der Spoel, leden-beroepsgenoten,

bijgestaan door N.A.M. Sinjorgo, secretaris.

   WG                                                                                                    WG

secretaris                                                                                       voorzitter