ECLI:NL:TGZRAMS:2021:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2021/2180-A2021/272
ECLI: | ECLI:NL:TGZRAMS:2021:106 |
---|---|
Datum uitspraak: | 25-10-2021 |
Datum publicatie: | 17-11-2021 |
Zaaknummer(s): | A2021/2180-A2021/272 |
Onderwerp: | Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose |
Beslissingen: | Ongegrond, kennelijk ongegrond |
Inhoudsindicatie: | Klager verwijt verweerster, tandarts, dat zij een fout heeft gemaakt bij de verwijdering van zijn verstandskies. Volgens klager was er een stukje van de kies achtergebleven en heeft de tandarts dit voor hem verzwegen. Ook is er volgens klager onjuiste informatie verstrekt, nadat hem bekend was geworden dat er een stukje van de verstandskies was achtergebleven. Het college acht alle klachtonderdelen kennelijk ongegrond: Gebleken is dat de behandeling is uitgevoerd door een andere (zelfstandig bevoegde) tandarts. Verweerster is daarvoor niet verantwoordelijk. Klager is na de extracties nog tweemaal door verweerster gezien, maar daarbij is niet gesproken over het achtergebleven stukje wortel in de kaak. Indien de wond goed genezen was en klager geen klachten ondervond in het betreffende gebied van de kaak, was er naar het oordeel van het college ook geen reden voor de tandarts om de extracties weer aan de orde te stellen en/of een foto te maken. De informatie die de tandarts later aan klager heeft verstrekt over het al dan niet verwijderen van een achtergebleven wortelpuntje is correct. |
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG
AMSTERDAM
Beslissing naar aanleiding van de op 9 december 2020 binnengekomen klacht van:
A,
wonende te B,
klager,
tegen
C,
tandarts,
werkzaam te A,
verweerster.
1. De procedure
Het college heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- het klaagschrift met de bijlagen en de aanvulling daarop;
- het verweerschrift met de bijlagen;
- de correspondentie met betrekking tot het vooronderzoek;
- de repliek;
- de dupliek.
Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.
De klacht is in raadkamer behandeld.
2. De feiten
Op grond van de stukken kan van het volgende worden uitgegaan:
2.1 Klager heeft in 2013 enkele malen de tandartsenpraktijk bezocht waar verweerster destijds werkzaam was.
2.2 Op 13 juni 2013 is klager bij verweerster geweest voor een intake consult, waarbij ook enkele röntgenfoto’s zijn gemaakt. Op 18 juni 2013 heeft verweerster klager verdoofd en een drievlaksvulling in element 14 aangebracht. Een collega van verweerster (hierna: de collega) heeft op die dag twee verstandskiezen (de 18 en de 48) verwijderd en van beide extracties in het medisch dossier genoteerd dat het “moeizaam” ging.
2.3 Nadien is klager nog op 12 augustus 2013 voor een vervolgbehandeling (element 47) en op 31 oktober 2013 voor een probleemgericht consult bij verweerster geweest.
2.4 Tussen september 2015 en maart 2016 heeft een e-mailwisseling plaatsgevonden
tussen klager enerzijds en de tandartsenpraktijk anderzijds. Vanuit de tandartsenpraktijk
zijn de e-mails van klager door verschillende personen beantwoord, onder wie verweerster.
Voor zover verweerster bij die e-mailwisseling betrokken was, betreft het de hierna
vermelde
e-mails.
2.5 Klager heeft de praktijk op 15 september 2015 onder meer geschreven (citaten
voor zover van belang en inclusief taal- en typfouten):
“Op dinsdag 18 juni 2013 ben ik bij u geweest voor een interventie waarbij een verstandskies
bij mij is verwijderd. Onlangs is gebleken dat een los, afgebrokkeld stuk van die
verstandskies achter is gebleven in mijn kaak. Mij is verteld dat dat niet goed kan
zijn. Klopt dat?”
Verweerster heeft op 22 september 2013 onder meer aan klager geschreven:
“Ik heb u vandaag geprobeerd te bellen. Een stukje van de verstandskies kan in principe
zo gelaten worden zolang u er geen last van heeft. Als het stukje los zit, dan is
het handig om voor controle bij mij te komen, zodat ik het kan beoordelen.”
2.6 Een volgende e-mail van klager is door een collega van verweerster beantwoord,
waarop klager op 29 september 2015 heeft gereageerd als volgt:
“Ik stuur u bijgaand een x-ray. De desbetreffende brok ziet u in de foto helemaal links
in de onderhoek. Wellicht dat het helpt als ik u deze x-ray stuur zodat u ernaar kunt
kijken. Waarschijnlijk zou het tandvlees helemaal moeten worden opgesneden om de brok
eruit te halen als deze problemen veroorzaakt. Dat kan volgens mij tot complicaties
leiden. Kloppen beide veronderstellingen?”
Dezelfde dag heeft verweerster gereageerd met de volgende e-mail:
“Ik zie dat de laatste keer dat u bij ons bent geweest was in 2013. Hierbij nodig ik
u uit voor een controle, zodat ik naar het plekje rechtsonder kan beoordelen en gelijk
algemene controle doen voor het hele gebit.”
Klager verweerster heeft ook dezelfde dag nog bericht:
“Op dit moment is een controle niet geschikt. Belangrijker zijn op dit moment de vragen:
1. Waarom is die brok achtergelaten bij verwijdering van mijn verstandskies? Waarom
ben ik niet hiervan op de hoogte gesteld?
2. Waarschijnlijk zou het tandvlees helemaal moeten worden opgesneden op de brok eruit
te halen als deze problemen veroorzaakt. Dat kan volgens mij tot complicaties leiden.
Kloppen beide veronderstellingen?
Ik heb u de x-ray toegezonden zodat u hiervan in kennis bent gesteld.”
2.7 Op 1 oktober 2015 heeft verweerster klager geschreven:
“Naar aanleiding van uw mail:
1. Waarom is die brok achtergelaten bij verwijdering van mijn verstandskies? Waarom
ben ik niet hiervan op de hoogte gesteld?
In uw patiëntenkaart staat beschreven dat het om een zeer moeizame extractie ging
van uw verstandskies waarbij de kies in diverse stukjes is verwijderd. De wortelpunten
zaten dichtbij uw zenuw in de onderkaak. Bij gecompliceerde extracties zoals de uwe,
laten we liever een eventueel restantje wortelpunt in situ om beschadiging van uw
zenuw te voorkomen bij verdere manipulatie. Wortelrestjes drijven namelijk vanzelf
naar het kaakbot oppervlakte zodat ze dan eenvoudig zijn te verwijderen zonder in
de buurt te komen van de onderkaakzenuw.
In de hectiek van de behandeling is dit wel of niet aan u toegelicht door uw behandelaar,
of de gegeven informatie is tijdens de mogelijk stressvolle behandeling uw ontgaan.
Helaas kunnen wij u hierop geen duidelijk antwoord geven.
2. Waarschijnlijk zou het tandvlees helemaal moeten worden opgesneden op de brok eruit
te halen als deze problemen veroorzaakt. Dat kan volgens mij tot complicaties leiden.
Kloppen beide veronderstellingen?
Het verwijderen van het wortelrestje is een eenvoudige ingreep, waarbij onder verdoving
inderdaad een kleine incisie wordt gemaakt en de wortelrest wordt verwijderd. Het
tandvlees geneest meestal binnen een week zonder klachten.
Indien u geen last hebt kunt u ook besluiten de wortelrest te laten zitten. Zolang
deze onder het tandvlees verborgen is hoeft dat geen medische complicaties te geven.
Soms drijft zo’n wortelrestje zelfs nog verder naar boven tot aan de oppervlakte van
uw tandvlees. Dan is het zonder chirurgische incisie te verwijderen. lk hoop dat ik
u bij dezen voldoende informatie heb gegeven.
Indien er alsnog vragen zijn dan hoor ik dat graag.
Mocht u nieuwe behandelaar uw oude patiëntenhistorie nodig hebben, dan kunnen wij
de gegevens voor u doorsturen.”
2.8 Op 21 oktober 2015 heeft klager verweerster geschreven als volgt:
“Dank u. Ik heb even een en ander nagekeken. Ik begrijp uit uw bericht dat bewust is
gekozen om een brok kies achter te laten bij de verwijdering van mijn verstandskies.
U noemt “hectiek” en “stressvol”, maar daarvan heb ik niets gemerkt tijdens de verwijdering
van mijn verstandskies, niet bij mij (vanwege de verdoving) en niet bij de behandelaar
(haar kies werd immers niet verwijderd). Bovendien ben ik nadien nog drie keer achter
elkaar bij u langs geweest ter nacontrole, en toen was er uiteraard geen “hectiek”
of “stress”, maar toen is ook niks aan mij verteld. En nadien is me ook niks meer
verteld.
(…)
Als de kiesbrok tot pijn en last veroorzaakt, zal ik die dus moeten laten verwijderen.
Dus nog een ingreep ter correctie van de eerdere. Wat zijn de kosten daarvan?
Mijn dossier kunt u gewoon behouden, want gezien het bovenstaande, kunnen we op dit
moment het uiteraard niet sluiten.”
2.9 Op 22 oktober 2015 heeft verweerster gereageerd als volgt:
“Indien u last heeft van de wortelrest, dan moet er eerst gekeken worden of de behandeling
hier gedaan kan worden of dat de wortelrest bij de kaakchirurg verwijderd moet worden.”
Dezelfde dag heeft klager geschreven:
“Wat zijn de kosten om te kijken of de behandeling bij u kan gedaan worden?
Wat zijn de kosten als de kaakchirurg de wortelrest verwijdert?”
De laatste e-mail van verweerster aan klager is van 8 oktober 2015:
“De kosten voor consult is 20,01 euro (…). De kosten bij de kaakchirurg is bij ons
niet bekend.”
2.10 In 2019 heeft klager bij de tandartsenpraktijk een klacht ingediend en de praktijk aansprakelijk gesteld, waarop onder meer correspondentie met de (tussenpersoon van de) aansprakelijkheidsverzekeraar van de praktijk is gevolgd.
3. De klacht en het standpunt van klager
3.1 Klager verwijt verweerster dat zij:
- fouten heeft gemaakt tijdens een behandeling voor de verwijdering van een verstandskies;
- heeft verzwegen dat zij die fouten heeft gemaakt;
- vervolgens onjuiste informatie daarover heeft verstrekt.
3.2 Ter toelichting op de klacht heeft klager onder meer aangevoerd dat de verstandskies niet goed is verwijderd, maar dat een groot, los stuk, een brok van die kies is achtergebleven zonder dat klager hierover is geïnformeerd. Zowel tijdens als na de behandeling is verzwegen dat de tandarts die brok had achtergelaten. Nadat klager hiermee bekend was geraakt, is hem incorrect advies en onjuiste informatie verstrekt. Klager is hierdoor benadeeld en heeft hiervan letsel ondervonden. In 2019 moest een cyste worden verwijderd doordat de achtergelaten brok een cyste is gaan vormen, zoals blijkt uit de door klager overgelegde röntgenfoto’s.
3.3 Klager betwist dat verweerster niet de behandelend tandarts is geweest bij het trekken van de verstandskies. Zij was daarbij in ieder geval aanwezig, aldus klager, en kan niet collega’s of plaatsvervangers gebruiken om het tuchtrecht te ontduiken. Verweerster heeft zonder meer informatie voor klager verzwegen en hem onjuist geïnformeerd. Verweerster kan anderen laten antwoorden in een gesprek over de brok die zij heeft achtergelaten, maar dat betekent voor klager niet dat zij niet degene is die inhoudelijk reageert. Ook als leidinggevende en medebehandelaar is verweerster verantwoordelijk. Aan de patiëntenkaart mag geen waarde worden gehecht, want die kan achteraf gewijzigd zijn.
4. Het standpunt van verweerster
Verweerster heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden.
Zij heeft – kort weergegeven – aangevoerd, dat zij niet de behandelend tandarts is
geweest, dus de (vermeende) fout niet heeft gemaakt en ook niet heeft verzwegen. Verweerster
is niet verantwoordelijk voor de behandelend tandarts of een van de tandartsen die
in de
e-mailwisseling met klager betrokken zijn geweest. Verweerster betwist onjuiste informatie
aan klager te hebben verstrekt en dat de patiëntenkaart onbetrouwbaar is. Voor zover
nodig wordt hierna verder ingegaan op hetgeen verweerster heeft aangevoerd.
5. De beoordeling
maatstaf
5.1 Het college stelt voorop dat de vraag die het college moet beantwoorden is of verweerster de zorg heeft verleend die van haar mocht worden verwacht. De norm daarvoor is ‘de redelijk bekwame en redelijk handelende’ tandarts. Het gaat er niet om of verweerster, achteraf beschouwd, misschien beter of anders had kunnen handelen maar of zij bij de destijds bekende stand van zaken redelijkerwijs heeft kunnen handelen zoals zij heeft gedaan.
5.2 Het gaat daarbij voorts om persoonlijke verwijtbaarheid van verweerster bij
de behandeling van klager. Verweerster kan geen verwijt worden gemaakt van (tandheelkundig)
handelen of nalaten door anderen.
klachtonderdeel 1: gemaakte fouten bij verwijdering verstandskies
5.3 Het college ziet geen aanleiding om vragen te stellen bij de juistheid van
de patiëntenkaart, waaruit blijkt dat de collega van verweerster op 18 juni 2013 de
beide verstandskiezen van klager heeft getrokken. Voor zover bij die behandeling fouten
zouden zijn gemaakt valt dit buiten de verantwoordelijkheid van verweerster, nu de
behandelend tandarts destijds zelfstandig bevoegd was en iets anders niet is gebleken.
Het feit dat klager diezelfde dag ook door verweerster is behandeld, maakt dit niet
anders. Klachtonderdeel 1 is daarmee kennelijk ongegrond.
klachtonderdeel 2: verzwijging van de gemaakte fout
5.4 Het college heeft op de door klager overgelegde röntgenfoto’s (die dateren
van enige jaren na de verwijdering van de verstandskies) een wortelrestant gezien.
Gelet hierop en op de in 2015 gevoerde e-mailcorrespondentie mag ervan uitgegaan worden
dat bij het trekken van de betreffende verstandskies inderdaad een wortelrestant is
achtergebleven. Dat is niet ongebruikelijk bij het trekken van een kies en de wortelrest
hoeft ook niet altijd (meteen) alsnog te worden verwijderd. Voor zover klager verweerster
verwijt dat zij hem over het achtergebleven wortelrestant niet heeft geïnformeerd,
is het college van oordeel dat dit niet op de weg van verweerster lag, omdat zij bij
de betreffende verrichtingen niet de behandelend tandarts was. Klager is na de extracties
in 2013 nog twee keer door verweerster gezien, maar daarbij is niet gesproken over
het achtergebleven stukje wortel in de kaak. Indien de wond goed genezen was en klager
geen klachten ondervond in het betreffende gebied van zijn kaak, was er naar het oordeel
van het college ook geen reden voor verweerster om de extracties nog weer aan de orde
te stellen en/of een controlefoto te maken. Op grond van het voorgaande is ook klachtonderdeel
2 kennelijk ongegrond.
klachtonderdeel 3:onjuiste informatie verstrekt
5.5 Het college is van oordeel dat de door verweerster in de e-mailwisseling van 2015 verstrekte informatie correct is. Als een wortelpuntje afbreekt bij het trekken van een kies kan overwogen worden om dat te laten zitten. De locatie van de wortelpunt kan daarbij een rol spelen, aangezien het verwijderen van zo’n restant risicovol kan zijn als het dicht bij de door de kaak lopende zenuw ligt. Van de situatie na de extractie in 2013 heeft het college geen foto gezien, zodat de (oorspronkelijke) locatie van de wortelpunt niet is vast te stellen. Het kan zijn dat het afgebroken deel van de wortel in de loop der tijd naar de oppervlakte is gemigreerd, aangezien op de foto van 2019 een wortelrest zichtbaar is die eenvoudig verwijderd zou kunnen worden.
5.6 Het college wijst er in dit kader ook op dat verweerster klager in 2015 uitdrukkelijk heeft uitgenodigd om de situatie te laten beoordelen en te bespreken wat de beste behandeling zou zijn, maar dat klager daar niet op is ingegaan. Het advies om naar de praktijk te komen was correct, want alleen dan kan een bestaande situatie goed worden beoordeeld. Klachtonderdeel 3 is eveneens kennelijk ongegrond.
5.7 Tot slot merkt het college nog op dat uit het dossier, in het bijzonder de
foto’s van 2019, niet blijkt dat er bij klager een cyste is ontstaan. Op de foto’s
is geen cyste zichtbaar, hooguit de wortelrest die eenvoudig verwijderd kon worden.
slotsom
5.8 De conclusie van het voorgaande is dat de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond is.
6. De beslissing
Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
Aldus beslist op 25 oktober 2021 door:
R.A. Dozy, voorzitter,
R. Müller en B.D. Stibbe, leden-beroepsgenoten,
bijgestaan door N.A.M. Sinjorgo, secretaris.
WG WG
secretaris voorzitter