ECLI:NL:TGDKG:2021:67 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/685271 / DW RK 20/285

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2021:67
Datum uitspraak: 25-10-2021
Datum publicatie: 24-11-2021
Zaaknummer(s): C/13/685271 / DW RK 20/285
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Het kan de gerechtsdeurwaarder niet worden verweten dat de opdrachtgever klager van verkeerde informatie heeft voorzien. Klacht ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 25 oktober 2021 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/685271 / DW RK 20/285 LvB/WdJ ingesteld door:

[  ],

wonende te [  ],

klager,

gemachtigde: [  ],

tegen:

[  ],

gerechtsdeurwaarder te [  ],

beklaagde,

gemachtigde: [  ].

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij klachtenformulier met bijlagen, ingekomen op 11 juni 2020, heeft klager een klacht ingediend tegen (een medewerker van het kantoor van) beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 2 september 2020, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 13 september 2021, de gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder is verschenen. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen. De gerechtsdeurwaarder is in gelegenheid gesteld om binnen één week na sluiting van de zitting nadere stukken te overleggen. De gerechtsdeurwaarder heeft op 20 september 2021 nadere stukken overgelegd, die tevens aan klager zijn voorgelegd. Klager heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om op die stukken te reageren. De uitspraak is bepaald op 25 oktober 2021.

2. De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-           De gerechtsdeurwaarder is belast met een vordering van [  ] op klager.

-           Bij verstekvonnis van 17 juli 2018 van de kantonrechter te Amsterdam is klager veroordeeld tot het betalen van een geldbedrag.

-           Bij exploot van 17 september 2018 is het vonnis van 17 juli 2018 aan klager betekend met gelijktijdig bevel aan de inhoud te voldoen.

3. De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder een vordering wil incasseren die niet bekend is bij de opdrachtgever.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

5. De beoordeling van de klacht

5.1 Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders en kandidaat-gerechtsdeurwaarders en degene die is toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid bedoelde opleiding, onderworpen aan tuchtrechtspraak ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met die wet of in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend gerechtsdeurwaarder betaamt. Klachten kunnen niet worden gericht tegen medewerkers van een gerechtsdeurwaarderskantoor. De in de aanhef van deze beslissing vermelde gerechtsdeurwaarder wordt als beklaagde aangemerkt, omdat hij in het verweer heeft aangegeven dat hij tuchtrechtelijk verantwoordelijk is voor het doen en nalaten van de bij hem werkzame medewerkers. Ter beoordeling staat of er sprake is van tuchtrechtelijk laakbaar handelen in de zin van artikel 34 van de Gerechtsdeurwaarderswet.

5.2 Op een gerechtsdeurwaarder rust een ministerieplicht indien hem wordt verzocht een titel ten uitvoer te leggen. De gerechtsdeurwaarder heeft dan ook niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door de titel te executeren. Tegen de tenuitvoerlegging van de titel kan klager opkomen door een executiegeschil aan te spannen tegen de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder. Executiegeschillen kunnen onder meer aan de voorzieningenrechter in kort geding worden voorgelegd. Het tuchtrecht is daarvoor niet de geëigende weg.

5.3 Uit de door de gerechtsdeurwaarder na de zitting overgelegde e-mail van [  ] van 16 september 2021 blijkt dat er nog een oude openstaande vordering van  

20 december 2017 met een hoofdsom van € 756,70 openstaat waarvoor diverse aanmaningen aan klager voor zijn gestuurd. Op dit moment is de restschuld

€ 2.117,92, dit is inclusief rente en verdere proceskosten. [  ] heeft in de e-mail aangegeven dat het een oude ‘[  ]’ betreft en dat [  ] later is overgegaan naar een nieuwe structuur. [  ] erkent dat aan de gemachtigde van klager is medegedeeld dat er geen openstaande vorderingen meer open stonden ten laste van klager, maar geeft aan dat de betreffende medewerker helaas heeft verzuimd om in het oude systeem te kijken. [  ] bevestigt dat de vordering wel degelijk nog openstaat en dat de vordering niet is overgenomen of verkocht aan het gerechtsdeurwaarderskantoor. Dat [  ] verkeerde informatie aan (de gemachtigde van) klager heeft gegeven kan niet aan de gerechtsdeurwaarder worden verweten. Een tuchtrechtelijk verwijt kan de gerechtsdeurwaarder niet gemaakt worden.

5.4 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gegeven door mr. L. van Berkum, plaatsvervangend-voorzitter,

mr. C.W.D. Bom en mr. J.M. Wisseborn, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 oktober 2021, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.