ECLI:NL:TGDKG:2021:37 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/682249 DW RK 20/149

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2021:37
Datum uitspraak: 09-04-2021
Datum publicatie: 24-05-2021
Zaaknummer(s): C/13/682249 DW RK 20/149
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: Klacht met betrekking tot het maken van een beschrijving in de zin van artikel 1019d Rv. De klacht is gegrond. Naar oordeel van de kamer is d e gerechtsdeurwaarder buiten zijn wettelijke bevoegdheid, zoals bepaald in artikel 1019d Rv getreden. Hij heeft geen beschrijving gemaakt van vermeend inbreukmakende producten en gegevens(dragers), conform het verleende verlof maar heeft een één-op-één kopie gemaakt van delen van de administratie van klager en van andere op de vermeende inbreuk betrekking hebbende bestanden. Ook door deze kopie af te geven aan zijn opdrachtgever is de gerechtsdeurwaarder buiten zijn bevoegdheid op grond van artikel 1019d Rv getreden. Maatregel berisping.  

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 9 april 2021 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/682249 DW RK 20/149 LV/JD ingesteld door:

[ ],

wonende te [ ],

klager,

gemachtigde: [ ],

tegen:

mr. [ ],

gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagde.

Ontstaan en loop van de procedure

Bij e-mail met bijlagen, ingekomen op 7 april 2020, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder. Bij verweerschrift, ingekomen op 20 mei 2020, heeft de gerechtsdeurwaarder op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 26 februari 2021 alwaar klager met zijn gemachtigde en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op heden.

1.          De feiten

Uitgegaan wordt van de volgende feiten en omstandigheden:

-          Op 11 februari 2020 heeft de gerechtsdeurwaarder op het kantoor- tevens woonadres van klager conservatoir beslag gelegd tot bescherming van bewijs, in de zin van artikel 1019b en 1019c van het Burgerlijk Wetboek van Rechtsvordering (Rv).

-          De gerechtsdeurwaarder heeft op 11 februari 2020 tevens een (begin van een) beschrijving gemaakt, in de zin van artikel 1019d Rv, van de wijze waarop en de omvang waarin klager Microsoft software verkrijgt, verveelvoudigt, installeert en/of verder verhandelt.

-          De gerechtsdeurwaarder heeft twee USB-sticks doen opmaken, respectievelijk getiteld “Finance Licentiecodes.nl” en “ICT Licentiecodes.nl”. Op de USB-stick met de titel “Finance Licentiecodes” is de financiële administratie gezet van het bedrijf van klager. Op de USB-stick met opschrift “ICT Licentiecodes” is informatie gezet met betrekking tot vermeend inbreukmakend handelen van klager, in het bijzonder klagers digitale inkoop- en voorraadadministratie en zijn correspondentie met toeleveranciers.

-          Op 13 februari 2020 heeft de gerechtsdeurwaarder aan klager (onder meer) betekend het op 11 februari 2020 opgemaakte proces-verbaal houdende gerechtelijke inbewaringgeving van een roerende zaak ex artikel 1019b en 1019c Rv en houdende (begin van) beschrijving ex artikel 1019d Rv, zoals vastgelegd op twee USB-sticks met opschrift “Finance Licentiecodes.nl”, respectievelijk “ICT Licentiecodes.nl”. In dit proces verbaal staat (voor zover van belang) het volgende.

            “(…)

Tenslotte is:

II . door voormelde ICT deskundigen met behulp van gerequestreerde ex artikel 1019d Rv een (begin van een) beschrijving gemaakt van de wijze waarop en de omvang waarin gerequestreerde de Microsoft software verkrijgt, verveelvoudigt, installeert en/of verder verhandelt.

(…)

In het kader van voormelde beschrijving hebben de ICT-deskundigen de door gerequestreerde verstrekte gegevens ter plekke op een tweede USB-stick geplaatst (met het opschrift ‘ICT Licentiecodes.nl’) – met daarin opgenomen onder meer lijsten van enkele (tien)duizenden productcodes uit het online administratiesysteem – en aan mij, gerechtsdeurwaarder, afgegeven, welke USB-stick aan dit proces-verbaal is gehecht en daarvan onverkort onderdeel uitmaakt.

(…)”

-          De gerechtsdeurwaarder heeft de USB-stick met het opschrift “Finance Licentiecodes.nl” in gerechtelijke bewaring gegeven. De USB-stick met het opschrift “ICT Licentiecodes” is op enig moment door de gerechtsdeurwaarder aan de opdrachtgever ter beschikking gesteld.

2.          De klacht

Klager beklaagt zich er samengevat over dat de gerechtsdeurwaarder:

a: in plaats van een ‘globale’ beschrijving als bedoeld in artikel 1019d Rv, een één-op-één kopie heeft gemaakt van de inkoop- en voorraadadministratie van klager en van de correspondentie tussen klager en zijn toeleveranciers;

b: in strijd met de wet en met het verleende verlof tot conservatoir bewijsbeslag heeft gehandeld door de USB-stick met opschrift “ICT Licentiecodes.nl” aan zijn opdrachtgever te verstrekken.

3.          Het verweer van de gerechtsdeurwaarders

De gerechtsdeurwaarder heeft de klacht gemotiveerd weersproken. Voor zover van belang wordt hierna op dat verweer ingegaan.

4.          Beoordeling van de klacht

4.1 Op grond van artikel 34 lid 1 van de Gerechtsdeurwaarderswet zijn gerechtsdeurwaarders onderworpen aan tuchtrechtspraak voor handelen of nalaten in strijd met de Gerechtsdeurwaarderswet en voor handelen of nalaten dat een behoorlijk gerechtsdeurwaarder niet betaamt. In deze beslissing wordt beoordeeld of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Tussen partijen staat vast dat de gerechtsdeurwaarder op 11 februari 2020 de bevoegdheid heeft uitgeoefend tot het treffen van twee onderscheiden maatregelen ter bescherming van bewijs in de zin van artikel 1019b Rv. Ten eerste heeft de gerechtsdeurwaarder conservatoir beslag tot bescherming van bewijs gelegd (in de zin van artikel 1019c Rv) op de financiële administratie van het bedrijf van klager. De gerechtsdeurwaarder heeft deze administratie doen kopiëren naar een USB-stick met opschrift “Finance Licentiecodes.nl”, welke hij daarna in gerechtelijke bewaring heeft gegeven. Ten tweede heeft de gerechtsdeurwaarder een “(begin van een) beschrijving” gemaakt (in de zin van artikel 1019d Rv) door onder meer klagers digitale inkoop- en voorraadadministratie en zijn correspondentie met toeleveranciers te doen kopiëren naar een USB-stick met opschrift “ICT Licentiecodes”, welke hij vervolgens ter beschikking heeft gesteld aan zijn opdrachtgever. De klacht van klager ziet op deze tweede maatregel. Kort gezegd stelt klager dat de gerechtsdeurwaarder door de genoemde informatie één-op-één te kopiëren en aan zijn opdrachtgever te verstrekken, in strijd met de wet en in strijd met het door de voorzieningenrechter verleende verlof heeft gehandeld..

Het verlof en de wet

4.3 Op 7 februari 2020 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam verlof verleend aan de opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder (voor zover van belang) voor het volgende.

            “(…) ter bewaring van bewijs een beschrijving te doen maken van de zich

onder c.q. onder controle van gerekestreerde bevindende Inbreukmakende producten en alle aldaar beschikbare informatie(dragers) die direct betrekking hebben op de wijze waarop en de omvang waarin gerekestreerde de Microsoft software verkrijgt, verveelvoudigt, installeert en/of verder verhandelt (zoals interne handleidingen voor medewerkers en “documenten” met productcodes), een en ander zoals hiervoor onder punten 35 en 36 omschreven.

Uit de punten 35 en 36 van het verzoekschrift van de opdrachtgever van gelijke datum, waarnaar de voorzieningenrechter verwijst, blijkt dat het gaat om een beschrijving op de voet van artikel 1019d Rv.

4.4 Een voorzieningenrechter kan ter bescherming van bewijs verlof verlenen tot het maken van een beschrijving van vermeend inbreukmakende roerende zaken (in de zin van artikel 1019b Rv). De beschrijving is bedoeld als lichtere variant van het conservatoire beslag tot afgifte en dient om bewijs zeker te stellen (Kamerstukken II 2005-2005, 30 392, nr 6). Een beschrijving op de voet van artikel 1019d Rv geschiedt door een gerechtsdeurwaarder, op de plek waar deze zaken zich bevinden. De gerechtsdeurwaarder dient deze zaken nauwkeurig te beschrijven in een op te maken proces-verbaal, met opgave van hun beweerdelijk inbreukmakende kenmerken, getal, gewicht en maat overeenkomstig hun aard. Tot deze beschrijving kan ook behoren het vastleggen van deze zaken op beeld- of geluidsdragers. Het behoort niet tot de mogelijkheden van de beschrijving om de administratie of andere op de inbreuk betrekking hebbende documenten te kopiëren. Het maken van een beschrijving is iets anders dan het maken van een één-op-één kopie.

Het kopiëren van de inkoop- en voorraadadministratie en correspondentie

4.5 De gerechtsdeurwaarder heeft op 11 februari 2020 op de USB-stick met opschrift “ICT Licentiecodes.nl”, lijsten met enkele (tien)duizenden productcodes uit het online administratiesysteem doen kopiëren, evenals bestanden die zien op Skype gesprekken van klager met toeleveranciers en Excel-overzichten die zien op de voorraadadministratie van klager. De gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting toegelicht dat hij voor dit werk een deskundige had meegenomen die bedreven is in het vinden van de juiste gegevens. Die heeft na instructie van de gerechtsdeurwaarder zelfstandig de bestanden in de systemen van klager opgezocht en naar de USB-stick gekopieerd. De gerechtsdeurwaarder heeft aangevoerd dat hij heeft gekozen voor deze handelwijze, omdat het ging om grote hoeveelheden informatie, waardoor het niet mogelijk was ter plekke een beschrijving te maken.

4.6 Naar oordeel van de kamer blijkt uit het voorgaande dat de gerechtsdeurwaarder buiten zijn op artikel 1019d Rv gegronde bevoegdheid heeft gehandeld. De gerechtsdeurwaarder heeft geen beschrijving gemaakt van vermeend inbreukmakende producten en gegevens(dragers), conform het verleende verlof, (ook niet later, nadat hij de USB-stick had meegenomen) maar heeft een één-op-één kopie gemaakt van delen van de administratie van klager en van andere op de vermeende inbreuk betrekking hebbende bestanden. Aldus heeft de gerechtsdeurwaarder zijn bevoegdheid niet zorgvuldig uitgeoefend. Naar oordeel van de kamer is klachtonderdeel a om die reden terecht voorgesteld.

Het afgeven van de USB-stick met opschrift “ICT Licentiecodes.nl” aan de opdrachtgever

4.7 Op vragen van de kamer heeft de gerechtsdeurwaarder ter zitting toegelicht dat hij de inhoud van de USB-stick met opschrift “ICT Licentiecodes.nl”, zonder deze nader te bestuderen of te wijzigen, aan het proces-verbaal heeft gehecht en ter beschikking heeft gesteld aan de opdrachtgever. Hij heeft aangevoerd dat de voorzieningenrechter alleen een gerechtelijk bewaarder had aangewezen voor de zaken waarop conservatoir beslag mocht worden gelegd. Daarbij heeft de voorzieningenrechter de beschrijving niet genoemd, waaruit de gerechtsdeurwaarder afleidt dat de verzamelde gegevens uit hoofde van de beschrijving ter vrije beschikking van de opdrachtgever staan. Dit gaat niet op. De bevoegdheid op grond van artikel 1019d Rv strekt zich niet uit tot het verzamelen van gegevens en het ter vrije beschikking stellen aan de opdrachtgever van deze gegevens, maar tot het maken van een beschrijving. In zijn uitleg maakt de gerechtsdeurwaarder geen onderscheid tussen de beschrijving (een lichtere maatregel ter bescherming van bewijs) en het conservatoire beslag tot afgifte. Door de USB-stick met opschrift “ICT-licentiecodes.nl” af te geven aan de opdrachtgever, zonder zich rekenschap te geven van de reikwijdte van artikel 1019d Rv en het verleende verlof, heeft de gerechtsdeurwaarder naar oordeel van de kamer ernstig onzorgvuldig gehandeld. Klachtonderdeel b om die reden gegrond.

4.8 De kamer overweegt dat het verlof tot het treffen van voorlopige maatregelen ter bescherming van bewijs vergaande bevoegdheden impliceert, op grond waarvan de gerechtsdeurwaarder zich de toegang tot een plaats verschaft voor de vervulling van zijn taak (in dit geval de woning van klager) en bewijs in beslag neemt dan wel beschrijft, die van invloed is op de rechtspositie van de justitiabele in een in te stellen inbreukprocedure. Deze bevoegdheden zijn verleend zonder dat klager door de voorzieningenrechter is gehoord. In deze ‘conservatoire fase’ wordt van de gerechtsdeurwaarder - gelet op de vergaande inmenging in de privésfeer van klager door de uitoefening van deze bevoegdheden en de beperking van het beginsel van hoor en wederhoor - een hoge mate van zorgvuldigheid verwacht. Uit het voorgaande volgt dat de gerechtsdeurwaarder deze zorgvuldigheid niet in acht heeft genomen bij het uitoefenen van zijn bevoegdheid tot beschrijving. Gezien de vergaande impact daarvan op de procespositie van klager acht de kamer dit ernstig verwijtbaar. De kamer acht daarom de maatrelen van berisping passend en geboden.

5. Kosten

5.1 Per 1 januari 2018 is de Gerechtsdeurwaarderswet gewijzigd (Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen). In verband daarmee heeft de kamer de Tijdelijke Richtlijn kostenveroordeling kamer voor gerechtsdeurwaarders vastgesteld (Staatscourant 1 februari 2018, nr. 5882).

5.2 Nu de kamer de gerechtsdeurwaarder een maatregel oplegt, zal de kamer de gerechtsdeurwaarder op grond van artikel 43a lid 1 Gdw en de Richtlijn daarnaast veroordelen tot betaling van de kosten van behandeling van de klacht door de kamer, begroot op € 1.500,00. Er zijn geen bijzondere omstandigheden gebleken die aanleiding geven tot een andere beslissing.

5.3 Omdat de kamer de klacht gegrond verklaart, stelt de kamer vast dat de gerechtsdeurwaarder op grond van artikel 37 lid 7 Gdw het door klager betaalde griffierecht (€ 50,00) aan hem dient te vergoeden. Ook dient de gerechtsdeurwaarder aan klager de forfaitaire proceskosten van € 50,= te vergoeden.

5.4 Dit alles leidt tot de volgende beslissing.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-       verklaart de klacht gegrond,

-       legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op,

-       veroordeelt de gerechtsdeurwaarder in de proceskosten van klager, te

begroten op € 50,00, nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden,

-           veroordeelt de gerechtsdeurwaarder om het door klager betaalde

griffierecht te vergoeden, zijnde € 50,00, nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden;

-       veroordeelt de gerechtsdeurwaarder tot betaling van de kosten van behandeling van de klacht door de kamer ad € 1.500,00, te betalen aan het LDCR op de wijze en binnen de termijn als door het LDCR aan de gerechtsdeurwaarder wordt meegedeeld, nadat de uitspraak onherroepelijk is geworden.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, voorzitter, mr. L. Voetelink en mr. A.W. Veth, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 april 2021, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.