ECLI:NL:TGDKG:2021:137 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/679796 DW RK 20/69

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2021:137
Datum uitspraak: 04-10-2021
Datum publicatie: 22-06-2022
Zaaknummer(s): C/13/679796 DW RK 20/69
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Het betaamt een gerechtsdeurwaarder om te reageren op een verzoek van de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders daartoe. De klacht ziet gedeeltelijk op handelen of nalaten van de gerechtsdeurwaarder van meer dan drie jaren geleden en is daarom voor dat gedeelte niet-ontvankelijk. Voor het overige is de klacht ongegrond vanwege gebrek aan onderbouwing. 

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 4 oktober 2021 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met nummer C/13/679796 DW RK 20/69 LvB/JD ingesteld door:

[ ],

zonder vaste woon-/verblijfplaats,

klager,

tegen:

1. [ ],

gerechtsdeurwaarder te [ ],

2. [ ],

toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [ ],

beklaagden.

1. Ontstaan en loop van de procedure

Bij brief, ingekomen op 17 februari 2020, heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagden, hierna: de gerechtsdeurwaarders. De gerechtsdeurwaarders hebben niet op de klacht gereageerd. De klacht is behandeld ter openbare terechtzitting van 23 augustus 2021 alwaar klager en de gerechtsdeurwaarders, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet zijn verschenen. De uitspraak is bepaald op heden 2021.

2. De feiten

Omdat klager geen producties heeft toegevoegd aan zijn ingediende klachtbrief en de gerechtsdeurwaarders geen verweerschrift hebben ingediend, zijn de kamer in het kader van deze klacht geen feiten of omstandigheden bekend.

3. De klacht

Klager beklaagt zich over de opvoering van excessieve en ongespecificeerde executie- en nakosten. Klager beklaagt zich verder over ten onrechte in rekening gebrachte betekening- en bevelkosten ad € 365,76, nu de exploten pas per 11 december 2014 openbaar zijn betekend. Klager beklaagt zich tevens over de diverse beslagen die op 24 januari 2020 op zijn vastgoed zijn gelegd en pas onder druk van zijn advocaat op 28 januari 2020 zijn opgeheven.

4. Het verweer van de gerechtsdeurwaarder

Het verweer van de gerechtsdeurwaarders is bij de kamer niet bekend. De gerechtsdeurwaarders hebben geen verweer gevoerd., hoewel zij daartoe door de kamer voldoende in de gelegenheid zijn gesteld.

5. De beoordeling van de klacht

5.1 Gerechtsdeurwaarders (waaronder mede wordt begrepen toegevoegd gerechtsdeurwaarders) zijn ingevolge artikel 34 van de Gerechtsdeurwaar­ders­­wet aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk (toegevoegd) gerechtsdeurwaarder niet betaamt. Ter beoordeling staat of de handelwijze van de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.2 Op grond van het bepaalde in artikel 37 lid 2 van de Gerechtsdeurwaarderswet wordt, indien de klacht wordt ingediend na verloop van drie jaren na de dag waarop de klager heeft kennisgenomen of redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen van het handelen of nalaten van de gerechtsdeurwaarder waarop de klacht betrekking heeft, de klacht niet-ontvankelijk verklaard. De klacht ten aanzien van de betekeningskosten ad € 365,76 betreffende de openbare betekening van exploten in december 2014 betreft een periode van langer dan drie jaar geleden. Dit klachtonderdeel dient dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard. Ten overvloede overweegt de kamer dat niet is gebleken dat de gevolgen van het handelen of nalaten van de gerechtsdeurwaarders redelijkerwijs pas nadien bekend zijn geworden, waardoor de termijn voor het indienen van de klacht later zou verlopen.

5.3 Ten aanzien van de overige klachten overweegt de kamer als volgt. Klager verwijst naar “diverse beslagen” op zijn vastgoed, naar opheffing door de gerechtsdeurwaarders na druk van zijn advocaat en naar zijn hypotheektraject dat daardoor  ernstig in gevaar werd gebracht. Geen van deze elementen zijn nader toegelicht of met stukken onderbouwd, waardoor tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen niet kan worden vastgesteld. Deze klachtonderdelen zullen dan ook ongegrond worden verklaard.

5.4 Tot slot geldt dat het een gerechtsdeurwaarder betaamt om te reageren op een verzoek van de kamer tot het indienen van een verweerschrift. In dit geval is de gerechtsdeurwaarder bij brieven van 10 maart 2020 en 17 juni 2020 verzocht om dit te doen. Na telefonisch contact heeft de kamer de gerechtsdeurwaarders op 19 februari 2021 nogmaals de klacht van klager toegestuurd. Ook op de oproeping om te verschijnen ter zitting van 23 augustus 2021, verstuurd per e-mail van 30 juli 2021, hebben de gerechtsdeurwaarders niet gereageerd. Dit is geen reden om de klacht gegrond te achten, maar de kamer gaat ervan uit dat gerechtsdeurwaarders in de toekomst adequaat zullen reageren op verzoeken van de kamer en zo niet zal dat worden gemeld bij de KBvG.

5.5 Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

  • verklaart de klacht niet-ontvankelijk, voor zover deze ziet op het in rekening brengen van executie- en nakosten en betekenings- en bevelkosten betreffende een periode van meer dan drie jaar geleden;
  • verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Aldus gegeven door mr. L. van Berkum, plaatsvervangend-voorzitter, mr. L. Voetelink en M.F.A. Driesenaar, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 oktober 2021, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.