ECLI:NL:TAHVD:2021:240 Hof van Discipline 's Gravenhage 210180

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2021:240
Datum uitspraak: 22-06-2021
Datum publicatie: 16-01-2024
Zaaknummer(s): 210180
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Verwijzing
Beslissingen: Verwijzing
Inhoudsindicatie: Klacht niet verwezen.

Beslissing van de voorzitter van

het Hof van Discipline

van 22 juni 2021

in de zaak met nummer 210180

in de zaak van:

klaagster

tegen:

verweerster

1 HET VERZOEK 

1.1 De voorzitter van het hof verwijst naar het e-mailbericht van 14 juni 2021 met bijlagen van mr. K., stafjurist van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant. Hierin verzoekt mr. K de voorzitter van het hof een klacht over verweerster te verwijzen naar een andere deken voor onderzoek en behandeling, omdat verweerster voormalig deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant is.

2 DE BEOORDELING

2.1 Op grond van het bepaalde in artikel 46c lid 5 Advocatenwet kunnen klachten tegen dekens worden verwezen naar een deken van een andere orde voor onderzoek en behandeling.

2.2 De klacht is tegen verweerster als oud advocaat tevens oud deken gericht en is ingediend bij brief van 28 mei 2021. Verweerster is per 1 juli 2017 afgetreden als deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Zeeland-West-Brabant. Voor verwijzing naar een andere deken ontbreekt derhalve een wettelijke grondslag zelfs wanneer rekening gehouden zou worden met een afkoelingstermijn van twee jaar na beƫindiging van het dekenaat. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

3 BESLISSING

De voorzitter van het Hof van Discipline:

3.1 wijst het verzoek om verwijzing af.



Deze beslissing is gewezen op 22 juni 2021 door mr. T. Zuidema, voorzitter.

Voorzitter

De beslissing is verzonden op 23 juni 2021.