ECLI:NL:TAHVD:2021:122 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200269

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2021:122
Datum uitspraak: 21-06-2021
Datum publicatie: 28-07-2021
Zaaknummer(s): 200269
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Financiën
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht tegen eigen advocaat. Klager klaagt over de informatieverstrekking door verweerster, de kwaliteit van de dienstverlening en de kosten. Ongegrond. Verkorte bekrachtiging. 

BESLISSING

van 21 juni 2021

in de zaak 200269

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klager

tegen:

verweerster

1        DE PROCEDURE BIJ DE RAAD

1.1        Het hof verwijst naar de beslissing van 30 oktober 2020 van de Raad van Discipline (hierna: de raad) in het ressort ’s-Hertogenbosch (zaaknummer: 20-001/DB/ZWB). In de beslissing is de klacht van klager gedeeltelijk niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond verklaard.

1.2        Deze beslissing is onder ECLI:NL:TADRSHE:2020:89 op tuchtrecht.nl gepubliceerd.

2        DE PROCEDURE BIJ HET HOF

2.1        Het hoger beroepschrift van klager is op 27 november 2020 per e-mail ontvangen door de griffie van het hof.

2.2        Verder bevat het dossier van het hof:

-        de stukken van de raad;

-        het verweerschrift van verweerster;

-        een brief van verweerster van 16 april 2021.

2.3        Het hof heeft de zaak mondeling behandeld tijdens de openbare zitting van 26 april 2021. Daar zijn klager, zijn gemachtigde en verweerster verschenen. Partijen hebben hun standpunt toegelicht aan de hand van spreekaantekeningen, die ook onderdeel uitmaken van het dossier van het hof.

3        FEITEN

3.1        In de beslissing van de raad zijn onder randnummer 2 de feiten vastgesteld. Er is in hoger beroep geen aanleiding deze feitenvaststelling te wijzigen. De door de raad vastgestelde feiten vormen dus ook in hoger beroep het uitgangspunt bij de beoordeling van de klacht.

4        KLACHT

4.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Klager verwijt verweerster het volgende:

1.    Met betrekking tot de gegeven informatie:

-    Klager is onvoldoende geïnformeerd over zijn kansen, mogelijkheden en beperkingen in de diverse procedures;

-    Klager is onvoldoende geïnformeerd over de te verwachten kosten.

2.    Met betrekking tot de kwaliteit van de dienstverlening:

-    Er is onnodig geprocedeerd;

-    Er is niet doelmatig gewerkt.

3.    Met betrekking tot de kosten:

-    Er is excessief gedeclareerd;

-    De kosten staan niet in verhouding tot het resultaat;

-    De kosten staan niet in verhouding tot de verrichte werkzaamheden.

4.    Met betrekking tot het geven van onjuiste informatie:

-    De kantonrechter is onjuist geïnformeerd;

-    De deken is onjuist geïnformeerd.

5        BEOORDELING

inhoudelijk

5.1        Het hof ziet op basis van het onderzoek in hoger beroep geen aanleiding om tot een andere beoordeling van de klacht te komen dan die van de raad. Het hof sluit zich aan bij de beoordeling van de raad en neemt die over. Hetgeen in hoger beroep nog (aanvullend) naar voren is gebracht, leidt niet tot een ander oordeel. Het hof verwerpt de beroepsgronden van klager en zal de beslissing van de raad bekrachtigen.

6        BESLISSING

Het Hof van Discipline:

6.1        bekrachtigt de beslissing van 30 oktober 2020 van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch, gewezen onder nummer 20-001/DB/ZWB.

Deze beslissing is gewezen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. R.H. Broekhuijsen en G. Creutzberg, leden, in tegenwoordigheid van mr. V.H. Wagner, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 21 juni 2021.

griffier        voorzitter     

De beslissing is verzonden op 21 juni 2021.