ECLI:NL:TADRSHE:2021:163 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-893/DB/OB

ECLI: ECLI:NL:TADRSHE:2021:163
Datum uitspraak: 27-09-2021
Datum publicatie: 29-09-2021
Zaaknummer(s): 20-893/DB/OB
Onderwerp:
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Grievende uitlatingen
  • Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Jegens wederpartij in acht te nemen zorg
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzetbeslissing. Verzetgronden slagen niet. Voorzitter heeft de juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden. Verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort van

‘s-Hertogenbosch

van 27 september 2021

in de zaak 20-893/DB/OB

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 14 januari 2021 op de klacht van:

klager

over:

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Op 9 april 2020 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Oost-Brabant (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.

1.2    Op 24 november 2020 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 48/20/049K van de deken ontvangen.

1.3    Bij beslissing van 14 januari 2021 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op 14 januari 2021 verzonden aan partijen.

1.4    Op 13 februari 2021 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.

1.5    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 19 juli 2021. Daarbij waren aanwezig de heer W. (met volmacht) namens klager en verweerder met zijn gemachtigde.  

1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de door verweerders gemachtigde overgelegde en voorgedragen spreekaantekeningen en van hetgeen overigens ter zitting naar voren is gebracht.

2    VERZET

2.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat klager zich niet met het oordeel van de voorzitter kan verenigen. Anders dan de voorzitter in 4.3 van zijn beslissing heeft geoordeeld, heeft verweerder de belangen van klager wel onnodig en onevenredig geschaad zonder redelijk doel en zich nodeloos grievend over klager uitgelaten, aldus klager. Volgens klager werkt verweerder samen met de heer M.L. en bekokstooft verweerder alle door hem ingenomen standpunten samen met de heer M.L. Verder heeft klager, onder verwijzing naar een aantal voorbeelden, gesteld dat verweerder in zijn e-mail van 24 februari 2020 en in zijn brieven feiten stelt waarvan hij de onwaarheid kent of kan kennen. Tot slot heeft klager gesteld dat verweerder onrechtmatig een screenshot heeft gedeeld.

2.2    Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.

3    FEITEN EN KLACHT

3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

4    BEOORDELING

4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.

4.2    De raad stelt op grond van de voorzittersbeslissing vast dat de verzetgronden over de door klager gestelde samenwerking tussen verweerder en de heer M.L. en over het volgens klager onrechtmatig delen van een screenshot door verweerder geen onderdeel uitmaken van de klacht waarover de voorzitter heeft geoordeeld. Daarom kan de raad daar in verzet niet over oordelen.

4.3    De raad is op grond van het verzetschrift en de ter zitting afgelegde verklaringen van oordeel dat de overige verzetgronden van klager niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klachtonderdelen de juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Ten aanzien van de ter zitting namens klager gestelde vragen over verweerders cliënten en de communicatie van verweerder met zijn cliënten heeft verweerder naar het oordeel van de raad terecht een beroep gedaan op zijn verplichting tot geheimhouding. Daarbij merkt de raad op dat een tuchtprocedure niet bedoeld is om dergelijke vragen beantwoord te krijgen.

4.4    Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING

De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. S.H.L. Baggel, voorzitter, mrs. M.M.C. van de Ven en

R. van den Dungen, leden, bijgestaan door mr. A.E. van Oost als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 september 2021.

Griffier    Voorzitter