ECLI:NL:TADRAMS:2021:268 Raad van Discipline Amsterdam 21-270/A/A

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2021:268
Datum uitspraak: 25-11-2021
Datum publicatie: 30-11-2021
Zaaknummer(s): 21-270/A/A
Onderwerp:
  • Grenzen van het tuchtrecht, subonderwerp: Advocaat in hoedanigheid van faillissementscurator
  • Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Ongegrond verzet

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam
van 22 november 2021
in de zaak 21-270/A/A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 26 april 2021 op de klacht van:

klager

over:

verweerster
gemachtigde: mr. S.I.P. Schouten


1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1    Op 11 september 2020 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerster.
1.2    Op 16 maart 2021 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk 1245838/EJH/KV van de deken ontvangen. 
1.3    Bij beslissing van 26 april 2021 heeft de voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4    Op 26 april 2021 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op dezelfde datum ontvangen.
1.5    Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 8 november 2021. Daarbij waren klager, vergezeld door zijn zoon, en verweerster, bijgestaan door haar gemachtigde, aanwezig. 
1.6    De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van de e-mails (met bijlage(n)) van klager aan de raad van 16 mei 2021 en 27 oktober 2021.

2    VERZET
2.1    De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:
2.2    De voorzitter is geheel voorbij gegaan aan de klacht. Klager klaagt erover dat verweerster hem ervan beschuldigt te kwader trouw een partij fitnessapparatuur te hebben gekocht. Klager heeft de fitnessapparatuur gekocht van de deurwaarder. Mochten er onregelmatigheden hebben plaatsgevonden bij de veiling, dan is de deurwaarder daarvoor verantwoordelijk. Klager is door de rechter van alle beschuldigingen vrijgesproken.
2.3    In de bodemprocedure heeft verweerster bewust zeer belangrijke dingen achterwege gelaten. Zij wist dat en zij heeft daarom de bodemprocedure ingetrokken.
2.4    Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.

3    FEITEN EN KLACHT
3.1    Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. 

4    BEOORDELING

4.1    Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2    De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen; de voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Zij heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden. 
4.3    Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren. 

BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. C. Kraak, voorzitter, mrs. H.B. de Regt en K. Straathof, leden, bijgestaan door mr. S. el Bouazzati-van Excel als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 22 november 2021.


Griffier    Voorzitter

Verzonden op 22 november 2021