ECLI:NL:TNORDHA:2020:12 Kamer voor het notariaat Den Haag 20-31 en 20-32

ECLI: ECLI:NL:TNORDHA:2020:12
Datum uitspraak: 03-08-2020
Datum publicatie: 03-08-2020
Zaaknummer(s): 20-31 en 20-32
Onderwerp: Overig
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Bekrachtiging van de beslissing van de voorzitter van 9 juli 2020 tot benoeming van een stille bewindvoerder.

De Kamer voor het Notariaat in het ressort Den Haag

Beslissing van 3 augustus 2020 op het verzoek van de voorzitter tot bekrachtiging van de door de voorzitter van de Kamer op grond van artikel 25b, van de Wet op het notarisambt (Wna) genomen beslissing van 9 juli 2020, tegen:

[naam kandidaat-notaris],

kandidaat-notaris te [vestigingsplaats] (hierna te noemen: de kandidaat-notaris),

en

[naam notaris],

notaris te [vestigingsplaats] (hierna te noemen: de notaris),

advocaat voor beiden mr. G. van Atten te Heemstede.

1. De voorgeschiedenis

1.1.       Ingevolge artikel 110 lid 1 Wna heeft het Bureau Financieel Toezicht (BFT) op 3 april 2020 een onderzoek ingesteld bij de notaris en kandidaat-notaris. Kort samengevat heeft het onderzoek geleid tot de volgende conclusie:

-        De liquiditeit voldoet niet aan de hiervoor vermelde eisen, er is zelfs sprake van een ernstig tekort. Zonder het treffen van drastische maatregelen is een acuut tekort aan geldmiddelen niet ondenkbaar.

-        Het kantoorvermogen, en indien op geconsolideerd niveau naar [naam kantoor] wordt gekeken het geconsolideerde vermogen, voldoet niet aan de hiervoor vermelde eisen.

1.2.       In verband met deze onderzoeksbevindingen heeft het BFT bij brief van 30 juni 2020 een tuchtklacht tegen de notaris en kandidaat-notaris geformuleerd. Deze brief (met bijlagen) is op 1 juli 2020 ontvangen door de Kamer voor het notariaat (de Kamer). In deze brief heeft het BFT ook een verzoek gedaan tot het benoemen van een stille bewindvoerder als bedoeld in artikel 25b Wna alsdan tot het treffen van een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 106 Wna.

1.3.       Dit verzoek is op 8 juli 2020 mondeling behandeld door de genoemde voorzitter. Daarbij is namens het BFT aanwezig geweest de heer mr. R. Wisse. Ook de notaris en de kandidaat-notaris zijn met hun raadsman mr. G. van Atten verschenen. Het BFT, de notaris en kandidaat-notaris hebben hun standpunten over en weer toegelicht.

1.4.         Vervolgens heeft de voorzitter - samengevat - mr. [naam] bij beslissing van 9 juli 2020 voor de duur van zes maanden benoemd tot stille bewindvoerder naast de notaris en kandidaat-notaris om hen advies en begeleiding te geven bij de bedrijfsvoering, waarbij de stille bewindvoerder bevoegd is om daarover bindende aanwijzingen te geven. Bij deze beslissing is aan de stille bewindvoerder opgedragen zo spoedig mogelijk een rapport uit te brengen over de bevindingen. Verder is een honorarium bepaald en dienen de notaris en de kandidaat-notaris de betalingsprocuratie te wijzigen in een gezamenlijke procuratie met de stille bewindvoerder.

1.5.       Bij e-mailbericht van 16 juli 2020 heeft de stille bewindvoerder bezwaar gemaakt tegen een wijziging van de procuratie bij de banken in een gezamenlijke procuratie met de stille bewindvoerder. Bij e-mailbericht van diezelfde dag heeft de secretaris de stille bewindvoerder het volgende geantwoord:

Geachte heer [naam],

Namens de voorzitter bericht ik u het volgende.

Zo lang de notarissen meewerken en u het niet nodig vindt dat er een gezamenlijke procuratie is, is een gezamenlijke procuratie niet vereist”.

2.          De verdere procedure

2.1.       Ingevolge artikel 27 lid 1 tweede volzin Wna dient een beslissing van de voorzitter als bedoeld in artikel 25b Wna binnen vier weken te worden bekrachtigd door de kamer. 

2.2.       Met toestemming van partijen heeft er geen mondelinge behandeling plaatsgevonden. Zij hebben hun zienswijze kenbaar gemaakt en hebben ingestemd met een schriftelijke afdoening.

3.          De motivering

Tijdens de zitting op 8 juli 2020 hebben het BFT en de notaris en kandidaat-notaris meegedeeld dat zij het eens zijn met de benoeming van mr. [naam] tot stille bewindvoerder naast de notaris en kandidaat-notaris. Kenbaar is geworden dat mr. [naam] inmiddels is begonnen met zijn werkzaamheden als stille bewindvoerder en dat zowel het BFT als de notaris vertrouwen hebben in een goede uitkomst daarvan. De kamer deelt dit vertrouwen.

De Kamer gaat ervan uit dat mr. [naam] controle houdt op de betalingen, zodat het wijzigen van de procuratie bij de banken in een gezamenlijke procuratie met de stille bewindvoerder vooralsnog niet nodig is.

4.          De beslissing

De Kamer voor het notariaat:

bekrachtigt de beslissing van de voorzitter van de kamer van 9 juli 2020, waarbij de heer mr. [naam], verbonden aan [kantoornaam] in [plaatsnaam], met ingang van 13 juli 2020 voor de duur van zes maanden tot stille bewindvoerder is benoemd naast de notaris en kandidaat-notaris onder de voorwaarden en bepalingen die de voorzitter in die beslissing heeft geformuleerd.

Deze beslissing is gegeven door mrs. O. van der Burg, plaatsvervangend voorzitter, R.J. Groenhof en E.S. Voskamp, leden, en in tegenwoordigheid van de secretaris mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 3 augustus 2020.

Tegen deze beslissing staat binnen dertig dagen na de dag van verzending van het afschrift van deze beslissing hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam (postbus 1312, 1000 BH Amsterdam).