ECLI:NL:TNORAMS:2020:10 Kamer voor het notariaat Amsterdam 681589 / NT 20-10

ECLI: ECLI:NL:TNORAMS:2020:10
Datum uitspraak: 18-06-2020
Datum publicatie: 09-03-2021
Zaaknummer(s): 681589 / NT 20-10
Onderwerp: Overig
Beslissingen: Klacht niet-ontvankelijk
Inhoudsindicatie: Aan tuchtrechtelijke beoordeling kan pas worden toegekomen indien het onderhavige handelen van de notaris als partner van [X] voldoende verband houdt met zijn hoedanigheid van notaris in relatie tot het daarbij passende gedragsniveau. Dat is naar het oordeel van de voorzitter hier niet het geval. Naast dat, zoals reeds overwogen, geen sprake is van notariële werkzaamheden, is bij het onderhavige handelen in strikt besloten kring ook geen sprake van enig naar buiten toe optreden ten behoeve van het publiek, of andere voor derden waarneembare gedragingen waardoor de eer en het aanzien van het notarisambt kunnen worden geschaad. Zoals klager zelf stelt, komt het aan op schending van maatschappelijk vertrouwen in de notaris, maar niet valt in te zien dat dit hier in het geding is geweest. Anders dan klager stelt, is evenmin sprake van mogelijke verwarring over de rol en de hoedanigheid waarin de notaris optrad. De voorzitter zal daarom de klacht niet-ontvankelijk verklaren. Daarbij wordt ten overvloede opgemerkt, dat ook indien de klacht wel ontvankelijk zou zijn, klager onvoldoende concreet heeft duidelijk gemaakt in welk(e) opzicht(en) de notaris zich met zijn optreden tijdens de AVL heeft gedragen zoals het een behoorlijk notaris niet betaamt of dat hij daardoor de eer en de aanzien van het notariaat heeft geschonden.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT AMSTERDAM

Beslissing van de voorzitter als bedoeld in artikel 99 lid 11 van de Wet op het notarisambt (Wna) in de zaak met nummer 681589 / NT 20-10 van:

[naam klager],

gemachtigden: mrs. R. Sanders en V. Balvers, advocaten te Leiden,

hierna: klager,

tegen:

[naam notaris],                                                                     

notaris te [plaats],

gemachtigde: mr. J. Mencke, advocaat te Amsterdam,

hierna: de notaris.

1. Verloop van de procedure

De kamer is uitgegaan van de volgende stukken:

- klaagschrift met bijlagen van 19 maart 2020;

- verweerschrift met bijlagen van 2 juni 2020.

2. De feiten

2.1 Klager heeft zich op 1 januari 2018 met zijn praktijkvennootschap, werkzaam als fiscalist, aangesloten bij [naam advocaten- en notariskantoor] (hierna: [X]).    

2.2 Het bestuur van [X] heeft op 8 januari 2020 besloten tot schorsing van de voortzetting van de werkzaamheden van klager en diens praktijkvennootschap. Naast problemen in de personele sfeer, gaf het bestuur als belangrijkste reden daarvoor de constatering dat klager op meerdere momenten cruciale informatie aan onder meer de Compliance Officer van [X] had onthouden en daarover later leugenachtige verklaringen had afgelegd.

2.3 Op 13 januari 2020 heeft het bestuur opgeroepen tot een Algemene Vergadering van Leden (AVL) op 28 januari 2020, om de volgende voorstellen voor besluit ter goedkeuring aan de AVL voor te leggen:

(i) het met onmiddellijke ingang beëindigen van de aansluitingsovereenkomst van klager en zijn praktijkvennootschap met [X] en

(ii) het met onmiddellijke ingang opzeggen van het lidmaatschap van de praktijkvennootschap van klager van [X].

2.4 Nadat op de AVL zowel het bestuur als klager en zijn advocaat het woord hadden gevoerd over het voorliggende besluit, heeft de secretaris de stembriefjes uitgedeeld.

De voorzitter van de vergadering had twee leden, de notaris en een andere aan het kantoor van [X] verbonden notaris, mr. [A] (hierna: [A]), gevraagd om de stembriefjes op te halen, de uitgebrachte stemmen te tellen en de uitslag aan de voorzitter mee te delen. De twee notarissen hebben de stembriefjes samen in een andere ruimte geteld, eerst ieder hun eigen stapeltje, vervolgens de stapeltjes omgewisseld en elkaars telling gecontroleerd. Hun briefje met de uitslag hebben zij vervolgens aan de voorzitter overhandigd. Alleen klager stemde tegen, de rest (45 leden) stemde vóór het besluit.

2.5 Klager meent dat de opzegging onrechtmatig is. Klager heeft - onder andere - tegen [X] een gerechtelijke procedure aanhangig gemaakt waarin hij, naast vernietiging van het bestuursbesluit tot beëindigen van de aansluitingsovereenkomst en opzegging van het lidmaatschap van zijn praktijkvennootschap, ook  schadevergoeding heeft gevorderd. Ook heeft klager een klacht ingediend bij de kamer voor het notariaat te [plaats] tegen het optreden van notaris [A] tijdens de AVL.

3. De klacht

3.1 De klacht ziet - kort samengevat - op het optreden van de notaris tijdens de AVL. Klager verwijt de notaris dat hij ten onrechte deel heeft uitgemaakt van het stembureau tijdens de AVL en bovendien zelf nog heeft meegestemd. Daarmee heeft hij volgens klager gehandeld in strijd met de voor hem geldende beroeps- en gedragsregels dan wel niet gehandeld zoals een behoorlijk notaris betaamt.

3.2 Hoewel het bemannen van een stembureau tijdens een AVL in beginsel geen specifiek aan een notaris op te dragen taak betreft, lijkt het er volgens klager ten minste op dat door het bemannen van het stembureau door twee notarissen het bestuur wilde laten uitschijnen dat de uitslag van de stemming correct en rechtsgeldig werd uitgevoerd. In dat geval heeft de notaris de stemming dus opgenomen in zijn hoedanigheid van notaris.

Indien het optreden als lid van het stembureau heeft plaatsgevonden in de hoedanigheid van de notaris, dan heeft de notaris gehandeld in strijd met artikel 17 lid 1 Wna, waarin is bepaald dat de notaris zijn ambt in onafhankelijkheid uitoefent. In dat geval had de notaris immers een eigen belang bij de uitkomst van de stemming, als lid (via zijn praktijkrechtspersoon) van de coöperatie.

3.3 Als de notaris moet worden geacht niet in de hoedanigheid van notaris te hebben opgetreden, dan had hij op grond van artikel 6 lid 3 Verordening beroeps- en gedragsregels 2011 ervoor moeten waken dat er geen verwarring kon ontstaan over de rol en de hoedanigheid waarin hij optrad.

Door het stembureau te bemannen met twee notarissen werd naar buiten toe een bepaalde waarborg gegeven aan de stemming en het verloop daarvan. Op de AVL waren ook anderen dan de leden aanwezig, namelijk de advocaat van klager, de advocaten van het bestuur en de notulist. Bovendien was de uitkomst van de stemming onderdeel van een bestuursbesluit dat in de openbaarheid in rechte kan worden aangevochten. Het optreden van de notaris bleef daarmee niet beperkt tot een besloten kring. De notaris had dus dienen te onderzoeken of de deelnemers op een juiste wijze werden geïnformeerd over de aard en reikwijdte van zijn medewerking.

Dat is volgens klager des te meer van belang omdat klager een rechtstreeks eigen financieel/zakelijk belang had bij de uitkomst van de stemming.

Door op te treden als stemopnemer in een kwestie waarin hij ook een eigen belang had, heeft de notaris het vertrouwen in het notariaat geschaad (en in strijd gehandeld met artikel 2 Verordening beroeps- en gedragsregels 2011).

3.4 De notaris had zich dus moeten terugtrekken als lid van het stembureau, in welk geval hij had kunnen meestemmen. Of hij was wel onderdeel blijven uitmaken van het stembureau, in welk geval hij niet had mogen meestemmen over het besluit.

3.5 Als lid van het stembureau heeft de notaris in zijn hoedanigheid van notaris ten onrechte zijn legitimatie verleend aan het bestuursbesluit van [X]. Volgens klager is de besluitvorming onzorgvuldig en vrijwel uitsluitend gebaseerd op conceptrapportages, hetgeen zou blijken uit het feitenrelaas. De notaris had daarom zijn medewerking aan de stemming dienen te onthouden. Daarnaast had de notaris inzicht moeten geven in het verloop van het stemproces, temeer omdat ook met volmachten werd gestemd en de leden van het [andere] kantoor niet fysiek aanwezig konden zijn bij de vergadering in [plaats] en het feitelijk opnemen van de stemmen aan het zicht werd onttrokken.

4. Het verweer

4.1 De notaris heeft verweer gevoerd, voor zover van belang hierna besproken. 

4.2 De notaris stelt zich op het standpunt dat klager in zijn klacht niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat het notariële tuchtrecht niet ziet op beslechting van interne conflicten tussen kantoorgenoten. De stemming betrof immers een zuiver interne aangelegenheid die onvoldoende verband houdt met de publieke taak van een notaris, zodat niet valt in te zien dat het handelen nog onder het bereik van het tuchtrecht valt.

De aanwezigheid van de notaris bij de AVL was uitsluitend een gevolg van het feit dat hij partner is van [X] en via zijn praktijkvennootschap lid is van de coöperatie. Het is bij [X] gebruikelijk dat over personen met stembriefjes wordt gestemd, daarvan is klager op de hoogte. Dat ook doorgaans de notarissen van [X] de stembriefjes innemen en de stemmen tellen wil nog niet zeggen dat zij op dat moment niet meer als partner van [X] handelen.

De notaris nam deel aan de AVL als statutaire vertegenwoordiger van zijn praktijkvennootschap en dus niet in de hoedanigheid van notaris. Dat was voor alle aanwezigen kenbaar en over die hoedanigheid kon dus geen onduidelijkheid of verwarring bestaan; dat geldt ook voor de bij de stemming aanwezige externen, de advocaat van klager, de advocaten van het bestuur en de notulist. Het enkele feit dat klager dit besluit door een rechter zou willen laten toetsen, maakt ook niet dat de AVL daarmee een openbaar karakter krijgt of dat het optreden van de notaris als stemmenteller een openbaar karakter krijgt.

5. De beoordeling

5.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat- notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens de Wna gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij als notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris behoren te betrachten ten opzichte van diegenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.

5.2 Op grond van artikel 99 lid 11 Wna kan de voorzitter een klacht over hiervoor bedoeld handelen of nalaten terstond bij met redenen omklede beslissing afwijzen indien hij van oordeel is dat de klacht kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of van onvoldoende gewicht is.

5.3  Een notaris kan tuchtrechtelijk aansprakelijk zijn voor het handelen in een andere hoedanigheid dan notaris dat voldoende verband houdt met zijn hoedanigheid van notaris in relatie tot het daarbij passende gedragsniveau, zonder dat het handelen uitsluitend aan een notaris is voorbehouden. Dat is vaste rechtspraak van de notariskamer van het hof Amsterdam (zie laatstelijk de uitspraak van het hof Amsterdam van 28 april 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:1165). Naarmate dat handelen in een andere hoedanigheid minder verband houdt met de hoedanigheid van notaris, moet het van grotere ernst zijn om nog de conclusie te kunnen rechtvaardigen dat de notaris daardoor de eer en aanzien van het notaris ambt schaadt of dat zijn handelen een notaris niet betaamt.

5.4 In deze zaak heeft de notaris naar het oordeel van de voorzitter niet gehandeld in de hoedanigheid van notaris, maar in de hoedanigheid van partner van het kantoor ([X]) waar hij als notaris werkzaam is (en via zijn praktijkvennootschap lid is van de coöperatie). In die hoedanigheid is hij door het bestuur van [X] opgeroepen voor de AVL op 28 januari 2020 en is hem, samen met [A] (tevens notaris-partner bij [X]), gevraagd om op de AVL de stembriefjes in te nemen, de stemmen te tellen, en de uitslag van de stemming mee te delen aan de voorzitter.

Van notariële werkzaamheden is geen sprake. Aannemelijk is dat klager, die zelf als partner bij [X] werkzaam was, wist dat het gebruikelijk is dat een stemming over personen op een AVL op deze wijze plaatsvindt. Met de notaris is de voorzitter van oordeel dat het feit dat doorgaans de notarissen van [X] de stemmen tellen, niet wil zeggen dat zij op dat moment niet meer als partner handelen, maar het ambt van notaris uitoefenen.

5.5 Aan tuchtrechtelijke beoordeling kan pas worden toegekomen indien het onderhavige handelen van de notaris als partner van [X] voldoende verband houdt met zijn hoedanigheid van notaris in relatie tot het daarbij passende gedragsniveau. Dat is naar het oordeel van de voorzitter hier niet het geval. Naast dat, zoals reeds overwogen, geen sprake is van notariële werkzaamheden, is bij het onderhavige handelen in strikt besloten kring ook geen sprake van enig naar buiten toe optreden ten behoeve van het publiek, of andere voor derden waarneembare gedragingen waardoor de eer en het aanzien van het notarisambt kunnen worden geschaad. Zoals klager zelf stelt, komt het aan op schending van maatschappelijk vertrouwen in de notaris, maar niet valt in te zien dat dit hier in het geding is geweest. Anders dan klager stelt, is evenmin sprake van mogelijke verwarring over de rol en de hoedanigheid waarin de notaris optrad. De voorzitter zal daarom de klacht niet-ontvankelijk verklaren. Daarbij wordt ten overvloede opgemerkt, dat ook indien de klacht wel ontvankelijk zou zijn, klager onvoldoende concreet heeft duidelijk gemaakt in welk(e) opzicht(en) de notaris zich met zijn optreden tijdens de AVL heeft gedragen zoals het een behoorlijk notaris niet betaamt of dat hij daardoor de eer en de aanzien van het notariaat heeft geschonden.

5.6 Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, kan buiten beschouwing blijven omdat het niet van belang is voor de beslissing in deze zaak.

 

BESLISSING 

De voorzitter:

-                   wijst de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk af.

Deze beslissing is op 18 juni 2020 gegeven door mr. O.J. van Leeuwen, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. E.B.T. Kienhuis , secretaris.

Tegen deze beslissing kan klager binnen veertien dagen na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing schriftelijk in verzet gaan bij de kamer voor het notariaat.