ECLI:NL:TGZRZWO:2020:56 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 293/2019

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2020:56
Datum uitspraak: 17-04-2020
Datum publicatie: 17-04-2020
Zaaknummer(s): 293/2019
Onderwerp: Onvoldoende informatie
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: klacht tegen MDL arts. Geen bewijs dat klaagster niet is gebeld over uitslag onderzoek. Het maken van een afspraak op termijn van 5 dagen is dit geval niet onzorgvuldig. Foutieve vermelding omvang poliep (35 centimeter in plaats van millimeter) is kennelijke verschrijving. Klacht kennelijk ongegrond.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

Beslissing in raadkamer d.d. 17 april 2020 naar aanleiding van de op 1 oktober 2019 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van

A , en B, beiden wonende te C,

k l a g e r s

-tegen-

D , MDL-arts, (destijds) werkzaam te E,

bijgestaan door mr. M.C. Hazenberg, werkzaam bij Stichting VvAA Rechtsbijstand te Utrecht,

b e k l a a g d e

1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:

- het klaagschrift;

- de aanvullende klaagschriften;

- het verweerschrift met 2 producties;

- het proces-verbaal van het op 21 februari 2020 gehouden gehoor in het kader van het vooronderzoek met daaraan gehecht de pleitnoties van klagers.

2. DE FEITEN

Op grond van de stukken dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.

Sinds 2013 is beklaagde als MDL-arts werkzaam in het F te E.

Op 9 mei 2019 heeft beklaagde in het kader van het Bevolkingsonderzoek darmkanker bij klaagster drie kleine poliepen verwijderd en één grote poliep van 35 mm achtergelaten die zich op 15 cm vanaf de anus bevond, aangezien deze poliep aanvullende behandeling nodig had.

Op 4 juli 2019 heeft beklaagde de grote poliep endoscopisch radicaal verwijderd in fragmenten volgens de EMR-methode.

In het medisch dossier heeft beklaagde, voor zover hier van belang, het volgende genoteerd:

“Verslag: Het colon is voorbereid met 2 liter Moviprep. Eenvoudige introductie vindt plaats tot in het sigmoïd. De darm is goed gereinigd.

Rectaal toucher: Geen afwijkingen.

Darm: Het lumen van de darm is normaal.

De eerder beschreven poliep van 35cm is teruggevonden in rectosigmoid op 15 cm vanaf de anus.”

In het voorlopig rapport van de patholoog-anatoom van 10 juli 2019 is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:

“Pathologie (Voorlopige uitslag)

Gefragmenteerde poliep op 35 cm vanaf de anus: villeus adenoom met adenocarcinoom; differentiatiegraad: goed/matig; invasiediepte: voor zover beoordeelbaar submucosa;

(Lymf-)angioinvasie: niet aanwezig.

Snijvlak: niet te beoordelen.

TNM classificatie Colon en Rectum (8e editie UICC): pT1.

Bepaling mismatch repair eiwitten (MMR) is in uitvoering, nader bericht volgt.

Conclusie:

- pT1 carcinoom in verwijderde poliep in rectosigmoid, diepte submucosa, SM stadium niet goed te bepalen.

Beleid:

- verwijzing naar poli heelkunde voor eventuele resectie om de lymfklier stadia te bepalen.”

Op 10 juli 2019 hebben partijen een gesprek met elkaar gehad om de pathologie-uitslag te bespreken en het beleid te bepalen.

Op 12 juli 2019 hebben klagers een gesprek gehad met de coördinerend oncologieverpleegkundige.

Op 26 juli 2019 hebben klagers een gesprek gehad met de chirurg en de coördinerend oncologieverpleegkundige, tegen wie eveneens klachten zijn ingediend, onder de nummers 294 en 213/2019.

Uiteindelijk hebben klagers zich voor een second opinion gewend tot het G te H en hebben zij daarna ervoor gekozen de behandeling van klaagster aldaar voort te zetten.

3. HET STANDPUNT VAN KLAGERS EN DE KLACHT

Zoals nader toegelicht tijdens het vooronderzoek, verwijten klagers beklaagde dat zij –anders dan wordt beweerd – niet op 9 juli 2019 gebeld zijn door de assistente van beklaagde voor het maken van een (vervroegde) afspraak op 10 dan wel 15 juli 2019. Voorts menen klagers dat het plannen van een slecht nieuws gesprek over vijf dagen onzorgvuldig en niet tactisch is.

4. HET STANDPUNT VAN BEKLAAGDE

Beklaagde voert - zakelijk weergegeven - aan dat hij bij zijn beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening en dat hem ter zake geen tuchtrechtelijk verwijt valt te maken.

5. DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

5.1

Het college wijst er allereerst op, dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.

5.2

Hoewel begrijpelijk is dat het klagers gaat om het “totaalplaatje”, volgt uit de hiervoor geformuleerde toetsingsmaatstaf dat beklaagde persoonlijk een tuchtrechtelijk verwijt moet worden gemaakt.

5.3

Allereerst stelt het college vast dat de wijze waarop beklaagde bij klaagster de grote poliep heeft verwijderd niet (langer) ter discussie staat. Klagers hebben desgevraagd tijdens het vooronderzoek bevestigd dat geen behoefte bestaat dat dit nog wordt toegelicht.

5.4

Voor zover de klacht zo zou moeten worden begrepen dat deze mede is gericht tegen de wijze waarop beklaagde verslag heeft gedaan van de ingreep op 4 juli 2019, stelt het college met partijen vast dat met betrekking tot de gedocumenteerde omvang van de poliep (35cm) sprake is van een – in ieder geval voor medici kenbare - kennelijke verschrijving. Letterlijk staat er: “De eerder beschreven poliep van 35cm is teruggevonden in rectosigmoid op 15cm van de anus.” Dit moet zijn: 35 mm. De locatie van de poliep op 15 cm van de anus staat juist vermeld. De foutieve weergave van de locatie van deze poliep in het voorlopige verslag van de patholoog-anatoom (“Gefragmenteerde poliep op 35 cm vanaf de anus”) – dit moet zijn: op 15 cm vanaf de anus – kan beklaagde niet worden verweten. Hij is immers niet de auteur van dit voorlopige verslag.

5.5

Omdat beide partijen geen telefoonhistorie of iets dergelijks hebben overgelegd, kan niet vastgesteld worden of de assistente van beklaagde klagers al dan niet op 9 juli 2019 heeft gebeld voor het maken van een (vervroegde) afspraak. Wat daar (en van het daarmee samenhangende verwijt dat het niet tactvol is om vervolgens pas een afspraak voor over vijf dagen te maken) verder ook van zij, feit is dat partijen elkaar op 10 juli 2019 hebben gesproken teneinde de (slechte) pathologie-uitslag te bespreken en het beleid te bepalen. Of het maken van een dergelijke afspraak over vijf dagen nog zorgvuldig is, hangt af van de omstandigheden van het geval. In dit geval is het echter zo dat beklaagde gehoor heeft gegeven aan het verzoek van klagers op 10 juli 2019 om elkaar diezelfde dag nog te spreken. Beklaagde heeft voldaan aan het in 5.1 weergegeven criterium. De klacht is kennelijk ongegrond.

5.6

Gelet op het voorgaande dient als volgt te worden beslist.

6. DE BESLISSING

Het college:

- verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

Aldus gegeven in raadkamer door P.A.H. Lemaire, voorzitter, P.J. Wahab en

G.J.M. Akkersdijk, leden-beroepsgenoten, in tegenwoordigheid van P. van der Stroom, secretaris.

voorzitter

secretaris

Tegen deze beslissing kan in de volgende gevallen schriftelijk beroep worden ingesteld bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

a. Heeft u de klacht ingediend? Dan kunt u in beroep als

- het college u of uw klacht geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard of

- als de klacht geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard.

Bij een gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring of een gedeeltelijke ongegrondverklaring kan uw beroep alleen betrekking hebben op dat deel van de beslissing.

b. Is de klacht tegen u gericht? Dan kunt u altijd in beroep.

c. Ook de inspecteur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd kan beroep instellen.

U moet het beroepschrift richten aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, maar opsturen naar de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle. Daar moet het zijn ontvangen binnen zes weken nadat de beslissing aan u is verstuurd.

Als u beroep instelt, moet u € 50,- griffierecht betalen aan het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. U ontvangt hierover bericht. Als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, wordt het griffierecht aan u terugbetaald.