ECLI:NL:TGZRGRO:2020:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen 2014c

ECLI: ECLI:NL:TGZRGRO:2020:11
Datum uitspraak: 25-11-2020
Datum publicatie: 25-11-2020
Zaaknummer(s): 2014c
Onderwerp: Overige klachten
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: 2014c Kno-arts wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig en bewust misleidend titelmisbruik door zich in huis-aan-huis verspreide folders ten onrechte uit te geven als plastisch chirurg. Kno-arts erkent dat (de eigenaren van) de kliniek huis-aan-huis hebben laten verspreiden, waarbij hij ten onrechte is geafficheerd als plastisch chirurg, maar was daarvan niet op de hoogte. Ongegrond.

Uitspraak: 25 november 2020

 

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 11 februari 2020 ingekomen klacht van:

[A]

wonende te [B]

klager

tegen:

[C]

kno-arts

werkzaam te [D]

BIG-registratienummer [E]

verweerder

gemachtigde mr. K. Mous te Nijmegen

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-       het klaagschrift en de aanvulling daarop

-       het verweerschrift.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van het aangeboden mondelinge vooronderzoek.

De klacht gericht tegen verweerder is, samen met identieke klachten gericht tegen vier andere verweerders (bekend onder nummers 2014a-b, en 2014d-e), op de openbare zitting van 14 oktober 2020 behandeld. Partijen waren aanwezig. Verweerder is bijgestaan door zijn gemachtigde mr. K. Mous. Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht, waarbij namens verweerder een pleitnota is voorgedragen en overhandigd.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende.

Klager is plastisch chirurg. Verweerder en vier andere verweerders (in de zaken 2014a-b en d-e), hierna gezamenlijk te noemen verweerders, zijn allen KNO-arts en hebben geen erkende titel als chirurg of als plastisch chirurg. Een van de andere verweerders (in de zaak 2014a) is samen met twee anderen, waaronder de bedrijfsvoerder, eigenaar van een kliniek gespecialiseerd in ooglidcorrecties. De kliniek is onder meer gevestigd in de regio [F]. Verweerder en drie andere verweerders (2014b en 2014d-e) zijn als ZZP-ers aan deze kliniek verbonden. Ter promotie van de nieuwe kliniek in [F] heeft de bedrijfsvoerder folders laten maken waarop verweerders met foto zijn afgebeeld en waarin de volgende tekst is opgenomen:

op de voorkant:

“BIG-geregistreerde chirurgen”

op de achterkant:

“Ooglidcorrectie

Een ooglidcorrectie kan u helpen indien:

* u een vermoeid of verouderd uiterlijk heeft

* last heeft van hoofdpijn

* minder zicht (door overhangende oogleden)

* vermoeid raken van het gevoel de ogen steeds open te moeten houden

* u wallen onder de ogen heeft

Onze plastisch chirurgen zijn BIG geregistreerd en aangesloten bij de European Academy for Facial Plastic Surgery”.

Deze folders zijn in de maand januari 2020 in een oplage van circa 100.000 huis-aan-huis verspreid in de regio [F]-[G] en omstreken. Verweerder in de zaak 2014a was als mede-eigenaar van de kliniek ervan op de hoogte dat de bedrijfsvoerder marketingactiviteiten zou gaan ondernemen. Hij heeft het budget hiervoor vooraf goedgekeurd. Hij heeft de tekst in de folder niet vooraf bekeken en de inhoud pas veel later gelezen. De klacht, die op 11 februari 2020 bij het college is ingekomen, is vervolgens doorgezonden naar het adres van de kliniek waar onder meer verweerder werkt. Toen heeft het nog enige tijd geduurd voordat verweerders kennis namen van de klacht, omdat de kliniek op dat moment in verband met de maatregelen tegen de uitbraak van het Coronavirus gesloten was.

Rondom de periode dat verweerders het verweerschrift hebben verzonden (15 mei 2020) is op de homepage van de website van de kliniek het volgende rectificatiebericht verschenen:

“Onlangs is in één van onze folders melding gemaakt van plastisch chirurgen maar dat berust op een misverstand, onze artsen zijn allemaal opgeleid tot KNO-arts gespecialiseerd in plastische aangezichtschirurgie en staan voor u klaar voor het uitvoeren van complete ooglidcorrecties”.

Deze rectificatie staat nog steeds op de website. Verweerders hebben niet overwogen de rectificatie ook via een huis-aan-huis folder te doen omdat de eerder verspreide folder naar de website verwijst.

3. Het standpunt van klager

Klager, plastisch chirurg, verwijt verweerders dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan ernstig en bewust misleidend titelmisbruik. Verweerders geven zich in huis-aan-huis verspreide folders ten onrechte uit als plastisch chirurg, terwijl zij die erkende titel niet hebben. Klager heeft via twee kanalen kennis genomen van deze folders, via zijn zus en via zijn secretaresse die in [H] woont. Daarna heeft klager de website geraadpleegd waarop verweerders vermeld worden als plastisch chirurg bij de onderneming [I]. Volgens klager staan in de folders misleidende titels en op de website staan bewust misleidende teksten en wordt er een niet erkende opleiding aangegeven als plastische aangezicht chirurgie. Door dit titelmisbruik ontstaat er verwarring bij patiënten wanneer deze achteraf of bij een second opinion door klager zouden worden gezien. Dit ondermijnt het vertrouwen bij de patiënt terwijl klager specialist is op dit gebied met een officiële titel. Vele plastisch chirurgen lopen regelmatig tegen problemen aan veroorzaakt door cosmetisch chirurgen. Volgens de Governance code dienen plastisch chirurgen dit soort misstanden te voorkomen en aan te geven. Plastisch chirurgen volgen een door de minister van volksgezondheid erkende opleiding met verplichte visitatie en nascholing om deze titel te kunnen behouden. Als het zo eenvoudig is om een andere titel te nemen kan klager zich de moeite besparen om deze nascholing en visitaties te volgen.

Op de website is moeilijk terug te vinden dat verweerders KNO-artsen zijn, maar het gaat klager vooral om de huis-aan-huis verspreide folder waarin staat “plastisch chirurg” en “chirurgen” en dat is twee maal fout. De titel “(plastisch) chirurg” staat alleen in de folder en niet op de website.

4. Het standpunt van verweerder

Verweerder voert aan dat het door klager aangehaalde promotiemateriaal is opgesteld door de bedrijfsvoerder van de kliniek waarbij verweerders werkzaam zijn. Dit promotiemateriaal is opgesteld en verspreid zonder dat verweerders hiervan op de hoogte waren. De bedrijfsvoerder heeft, kennelijk uit onbekendheid met de specifieke voorgeschiedenis en regelgeving m.b.t. het voeren van medische titels, in het promotiemateriaal de verkeerde (specialisten)titels gebruikt. Nadat verweerder in de zaak 2014a en de andere mede-eigenaar hiermee bekend raakten, hebben zij namens alle verweerders de bedrijfsvoerder verzocht om alle communicatie-uitlatingen per direct aan te passen en hebben zij de bedrijfsvoerder verzocht een rectificatie te plaatsen op de home page van de website van de kliniek. Verweerder treft geen blaam want hij is niet betrokken geweest bij de totstandkoming of formulering van de tekst in de betreffende folders. Verweerders hebben in het verleden richting de bedrijfsvoerder juist altijd benadrukt dat zij géén chirurg of plastisch chirurg zijn en ook niet als zodanig kunnen worden aangeduid.

De inhoud van de folders is pas bekend geworden toen hij kennis nam van de klacht van klager. Verweerder draagt geen tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid voor onjuiste uitingen door derden. Verweerder heeft zelf geen handelingen verricht in strijd met art. 17 BIG en in een tuchtprocedure kan enkel het persoonlijke handelen of nalaten van een BIG-geregistreerde worden getoetst.

Verweerder heeft begrip voor het standpunt van klager dat de gebruikte bewoordingen in de folder ten onrechte de indruk kunnen wekken dat sprake is van specialisten die in het BIG-register opgenomen zijn als “plastisch chirurg”, in plaats van “KNO-artsen, gespecialiseerd in/gecertificeerd in aangezichtschirurgie”. Dit misverstand is ontstaan doordat verweerders allen een aanvullende opleiding plastische aangezichtschirurgie hebben gevolgd en als zodanig geregistreerd staan bij de Nederlandse Vereniging voor KNO-heelkunde en Hoofd-Hals-chirurgie. Het gaat hier om een vervolgopleiding (fellowship) dat bovenop een bestaande opleiding tot medisch specialist gevolgd wordt.

De aanduiding als “KNO-arts, gespecialiseerd in aangezichtschirurgie” is in lijn met het door prof. mr. J. Legemaate van de KNMG uitgebracht advies (zoals geaccordeerd door de IGJ).

Binnen de Nederlandse Vereniging voor KNO-heelkunde en Hoofd-Hals-chirurgie is een apart register voor KNO-artsen die gespecialiseerd zijn in plastische aangezichtschirurgie zodat voldaan is aan de randvoorwaarde dat sprake moet zijn van een “aanvaard en erkend” expertisegebied binnen de KNO-heelkunde. Hier zit ook een herregistratie aan vast, opgesteld door de beroepsvereniging

Het gebruik van de bewoording “(plastisch chirurg)” is slechts eenmalig voorgekomen. In de overige communicatie (waaronder de website) werd al specifiek vermeld dat sprake is van KNO-artsen met een specifiek aandachtsgebied. Een en ander is intern direct besproken en rechtgezet om te voorkomen dat dit opnieuw zou kunnen voorkomen. In alle toekomstige communicatie zal de term “KNO-arts, gecertificeerd (of gespecialiseerd) in Plastische Aangezichtschirurgie” worden gebruikt.

5. De overwegingen van het college

Het college toetst ambtshalve allereerst of klager, die beroepsbeoefenaar is, een klachtrecht toekomt. Beroepsbeoefenaren hebben een bijzonder, aan het doel van het tuchtrecht gerelateerd, belang bij tuchtrechtelijke toetsing. De gedragingen van collega-beroepsbeoefenaren worden binnen het tuchtrecht immers primair getoetst aan de (specifieke) beroepsnormen, die zijn vastgesteld door de beroepsgroep zelf. Beroepsbeoefenaren zijn dus gebaat bij de handhaving daarvan, daar dit de kwaliteit, de integriteit en de discipline van de beroepsgroep waarborgt. In het verlengde daarvan moeten beroepsbeoefenaren elkaar daar ook op aan kunnen spreken. Zij hebben immers allen een belang bij het hoog houden van het niveau van de beroepsuitoefening. Dit algemene belang is echter niet voldoende om gekwalificeerd te kunnen worden als rechtstreeks belanghebbende in de zin van artikel 65 lid 1 sub a Wet BIG. Daarvoor is een concreet (eigen) belang vereist dat kan worden geplaatst in het kader van de individuele gezondheidszorg.

Nu klager ook stelt dat hij als plastisch chirurg in de arts/patiënt relatie met zijn patiënten schade ondervindt door het handelen van de arts omdat door dat handelen het vertrouwen van de patiënt in de plastische chirurgie wordt ondermijnd, kan klager worden aangemerkt als klachtgerechtigd.

De titel “(plastisch) chirurg” is een door de Wet BIG erkende specialistentitel, die aangeeft dat degene die de bevoegdheid heeft om die titel te voeren als zodanig een bijzondere deskundigheid bezit die de algemene vakbekwaamheid van een basisarts te boven gaat en die is verkregen door het volgen van een jarenlange opleiding en scholing. Art. 17, tweede lid, van de Wet BIG verbiedt degene die het recht om een krachtens de Wet BIG erkende specialistentitel niet toekomt, niet alleen het gebruik van die titel maar ook van een op die specialistentitel gelijkende benaming.

Verweerder erkent dat (de eigenaren van) de kliniek huis-aan-huis op grote schaal folders in de regio hebben laten verspreiden, waarbij onder meer verweerder ten onrechte is geafficheerd als “plastisch chirurg”. Hij voert aan daarvan geen weet te hebben gehad en hier eerst kennis van te hebben genomen toen hij de klacht ontving en op dat moment had de kliniek al een rectificatiebericht op de homepage van de eigen website geplaatst. De juistheid daarvan is door klager niet bestreden.

Naar het oordeel van het college valt niet in te zien welk tuchtrechtelijk en dus persoonlijk verwijt hem op dit punt gemaakt zou kunnen worden zodat dit onderdeel van klacht ongegrond is.

Voor zover klager ook heeft willen klagen over misleidende informatie op de website van de kliniek waar verweerder werkzaam is, de duiding van “KNO-arts, gespecialiseerd in aangezichtschirurgie” en de daarmee gemoeid gaande opleidingsvereisten, is dit onderdeel van de klacht ook ongegrond. Klager heeft niet nader geconcretiseerd om welke misleidende teksten op de website het dan zou gaan en verweerder heeft genoegzaam toegelicht dat de genoemde duiding algemeen aanvaard is en dat hieraan een verplichte opleiding, registratie, nascholing en herregistratie via de beroepsvereniging zijn verbonden.

6. De beslissing

Het college:

-       verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond.

Aldus beslist door T. Zuidema, voorzitter, P. Vlaardingerbroek, lid-jurist, A.W.M. van Milligen De Wit, A.L.M. Mulder en R.A. Scheeren, leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van I.H.M. van Rijn, secretaris en uitgesproken door N.B. Verkleij op 25 november 2020 in aanwezigheid van de secretaris.