ECLI:NL:TADRARL:2020:321 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-769/AL/MN

ECLI: ECLI:NL:TADRARL:2020:321
Datum uitspraak: 21-12-2020
Datum publicatie: 06-07-2022
Zaaknummer(s): 19-769/AL/MN
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Beslissing op verzet
Inhoudsindicatie: Verzetbeslissing. De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 21 december 2020
in de zaak 19-769/AL/MN
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 11 maart 2020 op de klacht van:

klager
over:
verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Op 15 april 2019 heeft klager bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Midden-Nederland (hierna: de deken) een klacht ingediend over verweerder.
1.2 Op 8 november 2019 heeft de raad het klachtdossier met kenmerk Z867930/MM/sd van de deken ontvangen.
1.3 Bij beslissing van 11 maart 2020 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna ook: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op dezelfde datum verzonden aan partijen.
1.4 Op 26 maart 2020 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. De raad heeft het verzetschrift op diezelfde dag ontvangen.
1.5 Het verzet is behandeld op de zitting van de raad van 26 oktober 2020. Daarbij waren klager en verweerder aanwezig.
1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waartegen het verzet is gericht, van de stukken waarop de voorzittersbeslissing is gebaseerd en van het verzetschrift. Ook heeft de raad kennisgenomen van drie e-mailberichten met bijlagen van klager van 15 oktober 2020.

2 VERZET
2.1 De gronden van het verzet zijn, zoals door klager in zijn verzetschrift opgenomen:
1. Verweerder heeft zich niet aan de Gedragsregel gehouden.
2. Verweerder heeft de akte vermeerdering van eis niet op tijd opgestuurd aan de wederpartij.
3. Het is niet eens duidelijk of de wederpartij de akte vermeerdering van eis heeft ontvangen.
4. Verweerder beweert de akte vermeerdering van eis met een usb-stick gefaxt te hebben aan de rechtbank. Een usb-stick met geluidsopnamen kan niet gefaxt worden.
5. Door de manier van verzending is de akte vermeerdering van eis niet volledig aangekomen bij de rechtbank i.v.m. een usb-stick.
6. Verweerder is niet in staat om een verzendbewijs af te geven als bewijsmiddel wanneer de volledige akte vermeerdering van eis inclusief de usb-stick is opgestuurd aan de rechtbank en aan de wederpartij.
7. De wederpartij heeft de akte vermeerdering van eis niet ontvangen en heeft op 07 januari 2019 een navraag gedaan bij verweerder per e-mail.
8. Verweerder heeft de akte vermeerdering van eis niet opgestuurd aan de wederpartij.
9. De wederpartij heeft een beroep gedaan bij de rechtbank om de akte vermeerdering van eis buiten beschouwing te laten. De reden hiervan is dat verweerder de akte vermeerdering van eis niet op tijd heeft opgestuurd aan de wederpartij.
10. De wederpartij heeft de akte vermeerdering van eis niet op tijd ontvangen. Hierdoor kon de wederpartij niet op tijd een reactie geven.
11. Op verzoek van de wederpartij heeft de rechter de akte vermeerdering van eis buiten beschouwing gelaten. Verweerder is hiervoor verantwoordelijk.
12. De akte vermeerdering van eis is buiten beschouwing gelaten omdat, verweerder de akte vermeerdering van eis niet op tijd aan de wederpartij heeft opgestuurd.
13. Het vonnis van de rechtbank is negatief gevallen bij de klager door nalatigheid van verweerder.
2.2 Tegen de vaststaande feiten en de klachtomschrijving komt klager in verzet niet op.

3 FEITEN EN KLACHT
3.1 Voor de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter.

4 BEOORDELING
4.1 Voordat de raad de klacht inhoudelijk kan beoordelen moet sprake zijn van een gegrond verzet. Een verzet is alleen gegrond als in redelijkheid moet worden betwijfeld of de beslissing van de voorzitter juist is. Twijfel kan bijvoorbeeld bestaan als de voorzitter een verkeerde maatstaf (toetsingsnorm) heeft toegepast of de beslissing heeft gebaseerd op onjuiste of onvolledige feiten.
4.2 De raad is van oordeel dat de door klager aangevoerde verzetgronden niet slagen. De voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en heeft rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Het standpunt dat klager in zijn verzetschrift en ter zitting naar voren heeft gebracht, is - voor zover relevant - ook genoemd in het klachtdossier en dat heeft de voorzitter meegewogen in zijn oordeel. Weliswaar heeft de voorzitter geen kennis genomen van de aanvullende stukken van klager in dit verzet, maar die stukken zijn gelet op de aard en inhoud ervan niet relevant voor de beoordeling van de klachtonderdelen. De voorzitter heeft de klacht dus terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.3 Omdat het verzet tegen de beslissing van de voorzitter ook verder geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor nader onderzoek naar de klacht. De raad zal het verzet daarom ongegrond verklaren.

BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. J.R. Veerman, voorzitter, mrs. H.H. Tan en C.A.Th. Philipsen, leden, bijgestaan door mr. W.B. Kok als griffier en uitgesproken in het openbaar op 21 december 2020.

Griffier                                                         Voorzitter

Verzonden d.d. 21 december 2020