ECLI:NL:TADRAMS:2020:255 Raad van Discipline Amsterdam 20-750/A/NH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2020:255
Datum uitspraak: 16-11-2020
Datum publicatie: 24-11-2020
Zaaknummer(s): 20-750/A/NH
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerster heeft in het belang van haar cliënte gehandeld door ook de (in)direct bestuurders van de contractspartij van haar cliënte te dagvaarden.

Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort  Amsterdam

van  16 november 2020

in de zaak 20-750/A/NH

naar aanleiding van de klacht van:

klager

over:

verweerster

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna ook: de voorzitter) heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland (hierna: de deken) van 2 oktober 2020 met kenmerk td/re/20-158/1149231, digitaal door de raad ontvangen op dezelfde datum, en van de op de inventarislijst genoemde bijlagen 1 tot en met 17.

1    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht gaat de voorzitter, gelet op het klachtdossier, uit van de volgende feiten.

1.1    De cliënte van verweerster heeft een geschil met Sozaned B.V. (hierna: Sozaned). Viability Holding B.V. (hierna: Viability) is de bestuurder van Sozaned. Klager is de bestuurder van Viability.

1.2    Op 9 april 2020 heeft verweerster namens haar cliënte Sozaned, Viability en klager in privé gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam en (onder meer) gevorderd hen hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 11.219,73. In de dagvaarding staat onder meer het volgende:

“Bestuurdersaansprakelijkheid

16. Door [de cliënte van verweerster] zijn [Viability] en [klager] (…) gedagvaard, aangezien [Viability] bestuurder is van Sozaned, [klager] indirect bestuurder is van Sozaned (…) en [de cliënte van verweerster] van mening is dat ook bestuurders aansprakelijk dienen te worden gehouden voor de bij [de cliënte van verweerster] openstaande facturen.

(…)

Ad (i) Beklamelcriterium

19. Het onder (i) bedoelde “Beklamelcriterium” houdt de eis in dat de bestuurder bij het aangaan van de verbintenis wist of behoorde te begrijpen dat de schuldeiser van de vennootschap als gevolg van zijn handelen schade zou lijden.

20. Zoals reeds vermeld, laat Sozaned alle facturen van [de cliënte van verweerster] vanaf 28 november 2019 onbetaald.

21. Aangezien de overeenkomst van opdracht in eerste instantie zou eindigen op 7 oktober 2019, maar vervolgens door partijen is verlengd en Sozaned alle facturen vanaf 28 november 2019 onbetaald laat, staat vast dat Sozaned althans [Viability en klager] wist dan wel redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat Sozaned niet aan haar verplichtingen jegens [de cliënte van verweerster] zou voldoen en geen verhaal zou bieden.

Ad (ii) Frustratie van betaling en verhaal

22. In dit geval zal het ernstig verwijt kunnen worden aangenomen als vast komt te staan dat de bestuurder ten tijde van zijn gedragingen weet of redelijkerwijs behoort te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van de vennootschap ertoe leidt dat deze haar betalingsverplichting niet zal nakomen en evenmin verhaal zal bieden voor de als gevolg daarvan geleden schade.

(…)

24. In ieder geval is er sprake van een toestand die de betaling van een schuld verhindert welke bewust bewerkstelligd is, aangezien de vennootschap aan welke [de cliënte van verweerster] haar facturen moest sturen, te weten Sozaned, hoogstwaarschijnlijk een lege vennootschap is, althans bewust leeg wordt gehouden door [Viability en klager].

25. Bovendien is er sprake van betalingsonwil aan de zijde van Sozaned althans [Viability en klager]. De reden hiertoe is onbekend, aangezien [Viability en klager] eerder nog heeft aangegeven alle facturen van [de cliënte van verweerster] te zullen voldoen. Echter, zodra zij een incassobureau heeft ingeschakeld is per e-mail van 23 maart (…) door [Viability en klager] meegedeeld dat dagvaarding de betaling alleen maar zal vertragen.

26. Kortom, er is sprake van betalingsonwil, nu [Viability en klager] bewust nalaat de facturen van [de cliënte van verweerster] te voldoen. Dit terwijl eerder is aangegeven dat de facturen van [de cliënte van verweerster] betaald moeten worden.

Conclusie

27. Al deze feiten leiden er toe dat [Viability en klager] persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt en daarom aansprakelijk is. Hij heeft immers bewerkstelligd of toegelaten dat Sozaned haar verplichtingen jegens [de cliënte van verweerster] niet nakomt. Al deze feiten leiden er toe dat de bestuurder van Sozaned aansprakelijk is,”

1.3    Op 4 mei 2020 heeft klager bij de deken een klacht ingediend over verweerster.

2    KLACHT

2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij zonder enige reden Viability en klager in privé heeft gedagvaard, terwijl beide partijen geen contractspartij zijn.

3    VERWEER

3.1    Verweerster heeft tegen de klacht verweer gevoerd. De voorzitter zal hierna, waar nodig, op het verweer ingaan.

4    BEOORDELING

4.1    De klacht ziet op het handelen van verweerster als advocaat van de wederpartij. Uitgangspunt is dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van een tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De advocaat behoeft in het algemeen niet af te wegen of het voordeel dat hij voor zijn cliënt wil bereiken met de middelen waarvan hij zich bedient, opweegt tegen het nadeel dat hij daarmee aan de wederpartij toebrengt. Wel moet de advocaat zich onthouden van middelen die op zichzelf beschouwd ongeoorloofd zijn of die, zonder dat zij tot enig noemenswaardig voordeel van zijn cliënt strekken, onevenredig nadeel aan de wederpartij toebrengen.

4.2    Klager verwijt verweerster dat zij Viability en klager in privé heeft gedagvaard, terwijl zij geen contractspartij zijn. Verweerster heeft toegelicht dat zij Viability en klager in privé, als (in)direct bestuurders van Sozaned, heeft gedagvaard omdat haar cliënte van mening is dat sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid. Verweerster heeft dat ook uitgebreid toegelicht in de dagvaarding. Verweerster heeft aldus in het belang van haar cliënte gehandeld. Het is verder aan de civiele rechter en niet aan de tuchtrechter om te beoordelen of sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid (en of Viability en klager in privé terecht zijn gedagvaard). Dat het hierover door (de cliënte van) verweerster ingenomen standpunt op voorhand kennelijk onjuist is, is niet gebleken. De voorzitter begrijpt dat het niet prettig is dat het gezin van klager is geconfronteerd met de dagvaarding, maar dat betekent niet dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

4.3    Op grond van het voorgaande zal de voorzitter de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, daarom kennelijk ongegrond verklaren.

BESLISSING

De voorzitter verklaart:

de klacht, met toepassing van artikel 46j Advocatenwet, kennelijk ongegrond

Aldus beslist door mr. C. Kraak, plaatsvervangend voorzitter, bijgestaan door mr. S. van Excel als griffier en uitgesproken in het openbaar op 16 november 2020.

Griffier         Voorzitter

Verzonden op: 16 november 2020 

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is gelijktijdig in afschrift verzonden.