ECLI:NL:TNORDHA:2019:18 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-12

ECLI: ECLI:NL:TNORDHA:2019:18
Datum uitspraak: 23-07-2019
Datum publicatie: 21-08-2019
Zaaknummer(s): 19-12
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: Klaagster heeft van een medewerker van de notaris bepaalde persoonlijke, medische/psychosociale informatie over de donor gekregen. Daarbij heeft zij tevens van de medewerker vernomen dat de ouders van een ander donorkind persoonlijk contact hebben gehad met dezelfde donor als die van de zoon. De ouders hebben daarna het notariskantoor gebeld om andere ouders van donorkinderen te waarschuwen, omdat de ontmoeting niet goed was verlopen en er mogelijk sprake was van medische/psychiatrische problematiek bij de donor. Deze informatie heeft klaagster ertoe gebracht dat zij in contact wil komen met (de ouders van) het donorkind. Klaagster heeft vervolgens de notaris verzocht om haar contactgegevens door te geven aan de ouders van het andere donorkind, danwel om de ouders van het andere donorkind te benaderen met de vraag om contact op te nemen met klaagster. De notaris weigert dit. Klaagster vraagt zich af of het verstrekken van dergelijke informatie zorgvuldig is en zou graag van de Kamer horen of de notaris zich terecht op zijn geheimhoudingsplicht beroept.  

Kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag

Beslissing d.d. 23 juli 2019 inzake de klacht onder nummer 19-12 van:

[klaagster] ,

hierna ook te noemen: klaagster,

tegen

[notaris] ,

notaris te [vestigingsplaats],

hierna ook te noemen: de notaris.

De procedure

De Kamer heeft kennisgenomen van:

·       de klacht, met bijlagen, ingekomen op 20 februari 2019,

·       het antwoord van de notaris.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 17 juli 2019. Daarbij waren aanwezig klaagster en de notaris. Van het verhandelde is proces­verbaal opgemaakt.

De feiten

In 2000 is klaagster via een donor moeder geworden van zoon [H] (hierna te noemen: de zoon).

De klacht en het verweer van de notaris

Klaagster heeft van een medewerker van de notaris bepaalde persoonlijke, medische/psychosociale informatie over de donor gekregen. Daarbij heeft zij tevens van de medewerker vernomen dat de ouders van een ander donorkind persoonlijk contact hebben gehad met dezelfde donor als die van de zoon. De ouders hebben daarna het notariskantoor gebeld om andere ouders van donorkinderen te waarschuwen, omdat de ontmoeting niet goed was verlopen en er mogelijk sprake was van medische/psychiatrische problematiek bij de donor. Deze informatie heeft klaagster ertoe gebracht dat zij in contact wil komen met (de ouders van) het donorkind.

Klaagster heeft vervolgens de notaris verzocht om haar contactgegevens door te geven aan de ouders van het andere donorkind, danwel om de ouders van het andere donorkind te benaderen met de vraag om contact op te nemen met klaagster. De notaris weigert dit.

Klaagster vraagt zich af of het verstrekken van dergelijke informatie zorgvuldig is en zou graag van de Kamer horen of de notaris zich terecht op zijn geheimhoudingsplicht beroept.

De notaris heeft het volgende aangevoerd. De notaris voelt zich in verband met de geheimhoudingsplicht niet vrij om persoonsgegevens te delen met derden. Wel begrijpt de notaris de achtergrond van het verzoek van klaagster. Zelfs als de notaris met toestemming van klaagster haar gegevens deelt met derden is het mogelijk dat de ontvanger daar niet van gediend is.

Daarnaast behoort het gevraagde niet tot de werkzaamheden die zien op de afhandeling van het verzoek tot het verstrekken van de donorgegevens in het kader van bij de voorganger van de notaris (mr. [M]) gepasseerde akten. De gehele procedure voor het verstrekken van donorgegevens is duidelijk in de akte opgenomen en daar hebben partijen voor getekend. De strekking van de bepalingen was klaagster bekend.

Het verwijt van klaagster ten aanzien van verstrekte persoonsgegevens van de donor door mevrouw [P] is onjuist.                                                          

De beoordeling van de klacht

Ter beoordeling van de Kamer staat of de notaris heeft gehandeld in strijd met de tuchtnorm als geformuleerd in artikel 93 Wna. Een notaris is aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die hij als notaris behoort te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve hij optreedt, alsmede ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt. 

De Kamer overweegt het volgende. In artikel 22 Wna staat: “De notaris is, voor zover niet bij of krachtens de wet anders is bepaald, ten aanzien van al hetgeen waarvan hij uit hoofde van zijn werkzaamheid als zodanig kennis neemt tot geheimhouding verplicht. Dezelfde verplichting geldt voor de personen die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam zijn voor al hetgeen waarvan zij kennis dragen uit hoofde van hun werkzaamheid.”

Verder staat in de Toelichting het volgende: “De geheimhouding beperkt zich tot de informatie die vertrouwelijk aan de notaris is meegedeeld of waarvan hij het vertrouwelijke karakter moest begrijpen.' (MvT II, 23 706, nr. 3, p. 26)”.

Het is de Kamer niet bekend hoe de verhouding is tussen de notaris en de ouders van het andere donorkind. Op de notaris rust voor wat betreft onderhavig verzoek geen ministerieplicht. Er is dus voor de notaris geen plicht om te handelen. Daarnaast is het zo dat een notaris een eigen zorgvuldige afweging moet maken wat wel en niet onder de geheimhoudingsplicht valt. De notaris kan daarom niet verweten worden dat hij geen contact opneemt met de ouders van het andere donorkind. Dit klachtonderdeel is ongegrond.

Wat betreft het verstrekken van de informatie per telefoon aan klaagster. Voor zover er informatie is verstrekt door de medewerkster aan klaagster die buiten de inhoud van de akte valt, is dit in strijd met de geheimhoudingsplicht. De notaris heeft ter zitting aangevoerd dat hij zijn medewerkster daarop heeft aangesproken. Echter niet is vast komen te staan wat er precies is gezegd. Klaagster heeft gesteld dat er persoonlijke, medische/psychosociale informatie is verstrekt, maar de notaris ontkent en heeft aangevoerd dat de medewerkster niet meer precies weet wat zij heeft gezegd. Nu onvoldoende vast is komen te staan of er onzorgvuldig is gehandeld, is dit klachtonderdeel ongegrond.

De beslissing

De Kamer voornoemd:

verklaart de klacht op beide onderdelen ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mrs. G.P. van Ham, voorzitter, R.J. Groenhof en P.H.B. Gorsira, en in tegenwoordigheid van de secretaris, mr. F.S. Pietersma-Smit, in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2019.

Kopie van deze beslissing wordt bij aangetekende brief aan partijen gezonden. Tegen deze beslissing staat hoger beroep open bij het Gerechtshof te Amsterdam, postbus 1312, 1000 BH  Amsterdam. Het beroepschrift dient binnen dertig dagen na de dagtekening van genoemde brief door het Hof te zijn ontvangen, waarbij de datum van ontvangst door het Hof bepalend is.