ECLI:NL:TNORARL:2019:42 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C.05/348237 KL RK 19-10

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2019:42
Datum uitspraak: 19-08-2019
Datum publicatie: 23-08-2019
Zaaknummer(s): C.05/348237 KL RK 19-10
Onderwerp:
  • Personen- en Familierecht
  • Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht ongegrond
Inhoudsindicatie: De verkrijgingen uit de nalatenschap staan onder testamentair bewind opgedragen aan de notaris. Klaagster klaagt over de uitvoering van deze werkzaamheden. De notaris valt geen enkel verwijt te maken over de rekeningadministratie en de verdere werkzaamheden die in het kader van het testamentair bewind uitgevoerd zijn.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk:        C/05/348237 / KL RK 19-10

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

[K.],

wonende te […],

klager

tegen

[N.],

notaris te […].

Partijen worden hierna respectievelijk klager en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit

-          de klacht, met bijlagen, van 7 januari 2019

-          het verweer van de notaris van 22 april 2019.

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 3 juli 2019 behandeld. Klaagster heeft voorafgaand te kennen gegeven niet ter zitting te verschijnen. De notaris is verschenen vergezeld van zijn kandidaat-notaris […].

2. De feiten

2.1 Bij testament van 15 oktober 2002 heeft [K.E.] (hierna: erflater) over zijn nalatenschap beschikt. Tot deze nalatenschap behoorde onder andere de onverdeelde helft van een woonhuis in […] afkomstig uit de (door het overlijden van erflater ontbonden) huwelijksgoederengemeenschap tussen erflater en klaagster.

2.2 Bij voormeld testament zijn, onder last van vruchtgebruik ten gunste van klaagster, een drietal stichtingen aangewezen als erfgenaam van de onverdeelde helft van het woonhuis.

2.3 Bij akte van verdeling van 19 februari 2004 is met vaststelling van een door klaagster aan de stichtingen te betalen afkoopsom, erflaters onverdeelde helft van het woonhuis aan klaagster toebedeeld.

2.4 Bij het testament van erflater zijn de verkrijgingen uit de nalatenschap onder testamentair bewind gesteld. Voor zover de verkrijgingen uit de nalatenschap bestaan in banktegoeden, worden deze dus aangehouden op bankrekeningnummers die onder testamentair bewind staan. De administratie ten behoeve van het testamentair bewind wordt uitgevoerd door (medewerkers van het kantoor van) de notaris.

2.5 Als gevolg van het ten gunste van klaagster gevestigde vruchtgebruik heeft klaagster voorheen de rente-opbrengsten van deze bankrekening ontvangen. De rente-opbrengst is de laatste jaren negatief.

3. De klacht en het verweer

3.1 Klaagster klaagt over de wijze waarop de notaris het bewind over de bankrekeningen uitvoert.

3.2 Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling, nader ingaan.

4. De beoordeling

4.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.2 Afgaande op de door de notaris overgelegde rekening overzichten en de daarop door de notaris en zijn kandidaat-notaris […] gegeven toelichting moet geoordeeld worden dat de notaris en zijn medewerkers het testamentair bewind uitermate betrokken en zorgvuldig hebben uitgevoerd en er alles aan hebben gedaan de lastige positie waarin klaagster vanwege de vruchtgebruik-constructie was komen te verkeren voor klaagster te vergemakkelijken.

Door de notaris zijn nauwkeurig bijgehouden overzichten van de mutaties op bedoelde bankrekeningen overgelegd.

De notaris valt geen enkel verwijt te maken over de rekeningadministratie en de verdere werkzaamheden die in het kader van het testamentair bewind uitgevoerd zijn. Dat de bank geen rentevergoeding meer uitkeert maar wel kosten in rekening brengt voor de aangehouden rekeningen kan de notaris uiteraard evenmin worden verweten. De notaris heeft bovendien nog bij de bank geïnformeerd welke mogelijkheden er zijn om toch nog tot rendement te komen, echter deze mogelijkheden zijn er volgens de bank in deze situatie niet.

Ook het verwijt dat de notaris zijn werkzaamheden niet zou willen overdragen aan een opvolgend notaris, zoals klaagster stelt, is door de notaris gemotiveerd weersproken.

De notaris is op ieder moment bereid en in staat zijn werkzaamheden over te dragen, echter klaagster heeft de notaris, ondanks het feit dat hij daar herhaalde malen om gevraagd heeft,  tot op heden niet laten weten aan welke notaris hij zijn werkzaamheden ten behoeve van klaagster kan overdragen.

4.3 De kamer komt daarom tot de conclusie dat de notaris en/of zijn medewerkers in deze zaak geen enkel tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. De klacht wordt daarom ongegrond verklaard.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

- verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. I.C.J.I.M. van Dorp, voorzitter, mr. L.P. Oostveen-ter Braak en A. Roesink-Kragt, leden, en in tegenwoordigheid van mr. M.J. Derksen, secretaris, door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 19 augustus 2019

De secretaris

De voorzitter

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.